Leren communiceren
Samenvatting
Hoofdstuk 1: Communicatie
4 aspecten van communicatie
o Referentieel: Feitelijk onderwerp ( en wat daarover wordt gezegd)
o Appellerend: Datgeen wat de zender wil bereiken
o Expressief: Uiting van de zender (normen en waarden)
o Relationeel: Manier waarop de zender kijkt naar de ontvanger
Communicatiedoelen (zender)
o Informatief
o Instructief
o Persuasief
o Motiverend
o Affectief
Ontvangersdoelen
o Kennis verwerven
o Vaardigheden verwerven
o Standpunt bepalen
o Beslissingen nemen
o Genieten, ontroerd raken
Symmetrische doelen: zenderdoel komt overeen met het doel van de ontvanger
Effectiviteit van informatieve communicatie
o Informatie sluit voldoende aan bij de voorkennis van de ontvanger
o Informatie sluit voldoende aan bij de behoeften
o Uiting moet goed gestructureerd zijn
o Taalgebruik sluit aan bij taalvaardigheid
o Informatie krijgt voldoende aandacht
Imponeergedrag: zenders brengen hun sterke kanten overdreven naar voren
Façadegedrag: zenders verhullen hun zwakke kanten
Veronderstellingen die een rol spelen tijdens communicatie
o Over de kennis van de ander
o Over de taalvaardigheid van de ander
o Over de normen, waarden, voorkeuren en smaak van de ander
o Over de relatie tussen de zender en de ontvanger
(Non)verbale communicatie
(In)directe feedback
Effectieve communicatie
Communicatie competentie: de geschiktheid van het gedrag om het gestelde doel in de
communicatie te bereiken
Samenvatting
Hoofdstuk 1: Communicatie
4 aspecten van communicatie
o Referentieel: Feitelijk onderwerp ( en wat daarover wordt gezegd)
o Appellerend: Datgeen wat de zender wil bereiken
o Expressief: Uiting van de zender (normen en waarden)
o Relationeel: Manier waarop de zender kijkt naar de ontvanger
Communicatiedoelen (zender)
o Informatief
o Instructief
o Persuasief
o Motiverend
o Affectief
Ontvangersdoelen
o Kennis verwerven
o Vaardigheden verwerven
o Standpunt bepalen
o Beslissingen nemen
o Genieten, ontroerd raken
Symmetrische doelen: zenderdoel komt overeen met het doel van de ontvanger
Effectiviteit van informatieve communicatie
o Informatie sluit voldoende aan bij de voorkennis van de ontvanger
o Informatie sluit voldoende aan bij de behoeften
o Uiting moet goed gestructureerd zijn
o Taalgebruik sluit aan bij taalvaardigheid
o Informatie krijgt voldoende aandacht
Imponeergedrag: zenders brengen hun sterke kanten overdreven naar voren
Façadegedrag: zenders verhullen hun zwakke kanten
Veronderstellingen die een rol spelen tijdens communicatie
o Over de kennis van de ander
o Over de taalvaardigheid van de ander
o Over de normen, waarden, voorkeuren en smaak van de ander
o Over de relatie tussen de zender en de ontvanger
(Non)verbale communicatie
(In)directe feedback
Effectieve communicatie
Communicatie competentie: de geschiktheid van het gedrag om het gestelde doel in de
communicatie te bereiken