100% Zufriedenheitsgarantie Sofort verfügbar nach Zahlung Sowohl online als auch als PDF Du bist an nichts gebunden 4.2 TrustPilot
logo-home
Zusammenfassung

Havo Samenvatting : Examenst of Biologie

Bewertung
-
Verkauft
-
seiten
37
Hochgeladen auf
19-06-2023
geschrieben in
2022/2023

Havo Samenvatting : Examenst of Biologie. (dit is de minimale stof, je zult de boeken moeten gebruiken om alle stof goed door te nemen – leer de plaatjes uit je boek) Samenvatting “Organen en cellen” Er zijn 4 groepen organismen: (organismen zijn levende wezens) - Planten (producenten - maken zuurstof en glucose) - Dieren (consumenten – planteneters, vleeseters, alleseters) - Schimmels (reducenten – maken van organische stoffen, anorganische stoffen) - Bacterien (reducenten – maken van organische stoffen, anorganische stoffen) Alle organismen hebben dezelfde levensverschijnselen: - Bewegen, -ademhalen, -voeden, -voortplanten, -uitscheiden, -groeien, -waarnemen -reageren op prikkels Van groot naar klein: * Organisme = levend wezen (Plant, dier, schimmel, bacterie) * Orgaanstelsel = groep van samenwerkende organen (bijv. ademhalingsstelsel, * Orgaan = deel van een organisme met een of meerdere functies * Weefsel = groep cellen met dezelfde vorm en functie (bijv. beenweefsel, * Cel Borstholte: hart, longen – worden beschermd door ribben Middenrif = spierwand die borstholte en buikholte scheidt (aorta, onderste holle ader en slokdarm gaan hier doorheen) Buikholte: darmen, lever, nieren, maag Bij veel weefsels zoals beenweefsel ligt tussen de cellen de tussencelstof; dit is dood materiaal Orgaanstelsel: Functie: Skelet = beenderstelsel Stevigheid, vorm, bescherming en beweging mogelijk maken Spierstelsel Bewegen Verteringsstelsel Voedsel kleiner maken en opnemen in het bloed Ademhalingsstelsel Zuurstof opnemen en koolstofdioxide afgeven aan de lucht Bloedvatenstelsel Vervoeren van zuurstof en voedingsstoffen naar de spieren/organen. Afvoeren van koolstofdioxide en afvalstoffen Zenuwstelsel Informatie van je zintuigen naar je hersenen sturen en van je hersenen informatie naar je spieren sturen Verteringsstelsel beenderstelsel spierstelsel bloedvatenstelsel ademhalingsstelsel zenuwstelsel De plantaardige cel bevat: Celkern > regelt alles in de cel en bevat DNA Cytoplasma > vloeistof in cel met opgeloste stoffen Celmembraan > vliesje om cel dat boel bij elkaar houdt Vacuole > blaasje gevuld met vocht dat zorgt voor stevigheid van de cel (turgor) Celwand > stevige laag om de cel heen deze is moeilijk te verteren Plastiden = korrels in het cytoplasma. 3 soorten: Bladgroenkorrels > zitten in groene deel van de plant > fotosynthese uitvoeren Kleurstofkorrels > geven rode/oranje/gele kleur aan bloem of vrucht Zetmeelkorrels > kleurloos en zit zetmeel in opgeslagen Plastiden kunnen van het ene type naar het andere overgaan. Bijv. rijpen van tomaat: bladgroenkorrels veranderen in kleurstofkorrels Een dierlijke cel bevat:  Celkern (kernplasma en kernmembraan)  Cytoplasma  Celmembraan Celkern bevat chromosomen Chromosomen = DNA + eiwitten DNA bevat erfelijke eigenschappen 46 chromosomen van mens kun je ordenen in chromosomenportret Elke lichaamscel heeft “23 paar” chromosomen Cellen delen, vanwege groei en vervangen oude cellen dit is Mitose (gewone celdeling) Celdeling 2 stappen:  Kerndeling > celkern in tweeën  Celdeling = mitose o Uit 1 moedercel ontstaan 2 dochtercellen met evenveel chromosomen, waarna cytoplasma wordt bijgevormd = plasmagroei Chromosoom wordt pas zichtbaar vlak voor deling cel (= spiraliseren)  Elk chromosoom bestaat nu uit twee DNA-ketens die aan elkaar vastzitten. Beide ketens zijn kopie van elkaar.  Tijdens celdeling gaan deze twee kopieën uit elkaar. Elk naar 1 van de 2 dochtercellen Opzet van een onderzoek 1) Probleemstelling formuleer je in een onderzoeksvraag 2) Je formuleert een veronderstelling (verwacht antwoord onderzoeksvraag) = hypothese 3) Werkplan met je onderzoeksopzet  gebruik een proefgroep en een controlegroep  voer een proef met grote aantallen uit  In een proef slechts 1 factor variëren 4) Resultaten: waarnemingen in grafieken/tabellen 5) Conclusie: wat is het antwoord op je onderzoeksvraag / klopte je hypothese? Examenvragen “organen en cellen” Samenvatting Ordening Ordenen = het indelen in groepen op basis van hetzelfde kenmerk Organismen kunnen we indelen in 4 rijken op basis van hun cellen: Bacterie Schimmel Plant Dier Aantal cellen 1 1 of meercellig 1 of meercellig 1 of meercellig Celwand? Ja Ja Ja Nee Celkern? Nee, DNA los in cytoplasma Ja Ja Ja Grote vacuole? Nee Ja Ja Nee Bladgroenkorrels? Nee Nee Ja Nee Tekening Alleen meercellige organismen hebben weefsels of organen Functie bladgroenkorrels = fotosynthese (maken zuurstof en voedingsstof- glucose) Organismen behoren tot 1 soort als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen Binnen een soort komen rassen voor (bijv. hondenrassen), ontstaan door selectief kruisen door mens Populatie groep individuen van zelfde soort, die zich onderling voortplanten Bacteriën  Sommige bacteriën noemen we bacillen  Sommige bacteriën hebben zweepharen om te bewegen  Bacteriën planten zicht voort d.m.v. deling  Chromosomen/DNA liggen los in cytoplasma  Veel bacteriën ruimen dode resten van organismen op en zetten dit om in nuttige voedingsstoffen (reducenten)  Bacteriën kunnen een infectie veroorzaken (bijv. cholera, longontsteking, tuberculose)  Sommige bacteriën maken voedsel: o.a. yoghurt en zuurkool Antibiotica (bijv. penicilline) kan bacteriële infecties bestrijden Schimmels Eencellige schimmel: Bijvoorbeeld Gist Voortplanting door deling Veelcellige schimmels: Bestaan uit schimmeldraden Voortplanten d.m.v. sporen Sporen soms in een speciaal orgaan, de paddenstoel (= voortplantingsorgaan) Functies schimmel:  Dode resten organismen afbreken (en voedsel bederven)=reducent  Veroorzaken ziektes (o.a. zwemmerseczeem)  Sommige schimmels maken antibiotica (penseelschimmel maakt penicilline)  Voedsel maken: brood, bier, wijn (alle drie met gist), schimmelkaas of als hele schimmel (champignon) Dieren Afdelingen dierenrijk ingedeeld op basis van:  Skelet o Geen skelet o Inwendig skelet (wervelkolom, inwendige schelp) o Uitwendig skelet (schelp, huisje, pantser insect) Symmetrie = een voorwerp is in twee gelijke helften te verdelen Eencelligen dieren Amoebe:  Kan van vorm veranderen > cytoplasma stroomt richting uit en vormt zo schijnvoetjes  Met schijnvoetjes ook voedsel sluiten > ontstaat voedingsvacuole (verteert het voedsel)  Onverteerde resten worden verwijderd via het celmembraan  Leeft in water Pantoffeldiertje:  Celmembraan bevat trilhaartjes om voort te bewegen  Bevat celmond (instulping in cel) om voedsel op te nemen en voedingsvacuole te vormen. Celanus om onverteerde resten te verwijderen Geleedpotigen Poten zijn geleed = opgebouwd uit kleine stukjes/leden Het lichaam is gesegmenteerd = opgebouwd uit stukjes/segmenten 4 groepen: Duizendpoten: Kreeftachtigen: Spinachtigen: Insecten Lichaam insect bestaat uit 3 segmenten:  Kop > ogen en voelsprieten  Borststuk > poten en evt. vleugels  Achterlijf Gewervelden Bevatten wervelkolom met wervels Huid Temperatuur Ademhaling Voortplanting Zoogdieren Haar Warmbloedig Longen Levendbarend Vissen Schubben Koudbloedig Kieuwen Eieren zonder schaal Reptielen Droge schubben Koudbloedig Longen Eieren met leerachtige schaal Vogels Veren Warmbloedig Longen Eieren (kalkschaal) Amfibie Slijmachtige huid Koudbloedig Jong: kieuwen en huid Volwassen: Longen en huid Slijmachtige eieren Warmbloedig: lichaamstemperatuur is constant Koudbloedig: lichaamstemperatuur is gelijk aan de omgeving Oefenvragen “ordening” Samenvatting Voortplanting Bevruchting = kernen van twee geslachtscellen smelten samen (kern van de eicel en kern van de zaadcel) Teelballen= testes Produceert zaadcellen / maken hormoon testosteron Balzak Ligt iets buiten lichaam voor perfecte temperatuur zaadcelontwikkeling Bijballen Tijdelijke opslag zaadcellen Zaadleiders Vervoeren zaadcellen van de bijbal naar de urineleider Zaadblaasje Voegt vocht met voedingsstoffen toe aan zaadcellen Prostaat Voegt vocht toe aan de zaadcellen / sluit urinebuis af bij erectie Urinebuis Komen de zaadleiders in uit Eikel Veroorzaakt seksuele prikkeling Voorhuid Dunne huidplooi over de eikel Zwellichamen Veroorzaakt erectie wanneer deze vullen met bloed Sperma bij zaadlozing (klaarkomen/orgasme) bevat: Zaadcellen (met zweepstaart) Vocht van prostaat en zaadblaasje 2 Eierstokken Ontwikkelen zich eicellen (1 eicel per 4 weken) 2 Eileiders Vervoeren eicel naar baarmoeder Hierin vindt de bevruchting tussen eicel en zaadcel plaats Baarmoeder Dikke laag spieren bekleedt met slijmvlies, waarin bevruchte eicel zich kan nestelen Baarmoederslijmvlies Bevat veel bloedvaten om embryo van voedingsstoffen te voorzien Vagina Clitoris Veroorzaakt seksuele prikkeling Kleine schaamlippen Bevat o.a. klieren die slijm produceren bij opwinding, zodat penis makkelijker vagina in kan Grote schaamlippen Maagdenvlies Randje weefsel aan begin van de vagina (niet bij alle meisjes aanwezig) fabel dat er bloedverlies moet zijn bij de eerste keer geslachtsgemeenschap Eicellen:  bevat veel reservevoedsel, daardoor groter dan zaadcel > voor 1e ontwikkeling bevruchte eicel  ontwikkelen zich door. hormonen uit hypofyse  ontwikkeling stopt in overgang (ong 50e jaar)  Ovulatie = eisprong = vrijkomen van een eicel uit de eierstok  Onbevruchte eicel leeft maar 12 – 24 uur

Mehr anzeigen Weniger lesen
Level
Kurs











Ups! Dein Dokument kann gerade nicht geladen werden. Versuch es erneut oder kontaktiere den Support.

Schule, Studium & Fach

Hochschule
Mittelschule
Level
Kurs
Schuljahr
2

Dokument Information

Hochgeladen auf
19. juni 2023
Anzahl der Seiten
37
geschrieben in
2022/2023
Typ
Zusammenfassung

Themen

Inhaltsvorschau

Mavo Samenvatting :
Examenst of Biologie

,Samenvatting :
(dit is de minimale stof, je zult de boeken moeten gebruiken om alle stof goed door te nemen – leer de
plaatjes uit je boek)

Samenvatting “Organen en cellen”
Er zijn 4 groepen organismen: (organismen zijn levende wezens)
- Planten (producenten - maken zuurstof en glucose)
- Dieren (consumenten – planteneters, vleeseters, alleseters)
- Schimmels (reducenten – maken van organische stoffen, anorganische stoffen)
- Bacterien (reducenten – maken van organische stoffen, anorganische stoffen)

Alle organismen hebben dezelfde levensverschijnselen:
- Bewegen, -ademhalen, -voeden, -voortplanten,
-uitscheiden, -groeien, -waarnemen -reageren op prikkels

Van groot naar klein:
* Organisme = levend wezen (Plant, dier, schimmel, bacterie)
* Orgaanstelsel = groep van samenwerkende organen (bijv. ademhalingsstelsel,
* Orgaan = deel van een organisme met een of meerdere functies
* Weefsel = groep cellen met dezelfde vorm en functie (bijv. beenweefsel,
* Cel

Borstholte: hart, longen – worden beschermd door ribben
Middenrif = spierwand die borstholte en buikholte scheidt (aorta, onderste holle ader en slokdarm
gaan hier doorheen)
Buikholte: darmen, lever, nieren, maag
Bij veel weefsels zoals beenweefsel ligt tussen de cellen de tussencelstof; dit is dood materiaal

Orgaanstelsel: Functie:
Skelet = beenderstelsel Stevigheid, vorm, bescherming en beweging mogelijk
maken
Spierstelsel Bewegen
Verteringsstelsel Voedsel kleiner maken en opnemen in het bloed
Ademhalingsstelsel Zuurstof opnemen en koolstofdioxide afgeven aan de lucht
Bloedvatenstelsel Vervoeren van zuurstof en voedingsstoffen naar de
spieren/organen. Afvoeren van koolstofdioxide en
afvalstoffen
Zenuwstelsel Informatie van je zintuigen naar je hersenen sturen en van
je hersenen informatie naar je spieren sturen

Verteringsstelsel beenderstelsel spierstelsel bloedvatenstelsel ademhalingsstelsel zenuwstelsel

,De plantaardige cel bevat:

Celkern > regelt alles in de cel en bevat
DNA
Cytoplasma > vloeistof in cel met
opgeloste stoffen
Celmembraan > vliesje om cel dat boel bij
elkaar houdt
Vacuole > blaasje gevuld met vocht dat
zorgt voor stevigheid van de cel (turgor)
Celwand > stevige laag om de cel heen
deze is moeilijk te verteren
Plastiden = korrels in het cytoplasma. 3
soorten:
Bladgroenkorrels > zitten in groene deel
van de plant > fotosynthese uitvoeren
Kleurstofkorrels > geven rode/oranje/gele
kleur aan bloem of vrucht
Zetmeelkorrels > kleurloos en zit zetmeel in opgeslagen

Plastiden kunnen van het ene type naar het andere overgaan. Bijv. rijpen van tomaat:
bladgroenkorrels veranderen in kleurstofkorrels

Een dierlijke cel bevat:

 Celkern (kernplasma en kernmembraan)
 Cytoplasma
 Celmembraan

Celkern bevat chromosomen
Chromosomen = DNA + eiwitten
DNA bevat erfelijke eigenschappen
46 chromosomen van mens kun je ordenen in chromosomenportret
Elke lichaamscel heeft “23 paar” chromosomen

Cellen delen, vanwege groei en vervangen oude cellen dit is Mitose (gewone celdeling)

Celdeling 2 stappen:

 Kerndeling > celkern in tweeën
 Celdeling = mitose
o Uit 1 moedercel ontstaan 2 dochtercellen met evenveel chromosomen, waarna
cytoplasma wordt bijgevormd = plasmagroei

Chromosoom wordt pas zichtbaar vlak voor deling cel (= spiraliseren)

 Elk chromosoom bestaat nu uit twee DNA-ketens die aan elkaar vastzitten. Beide ketens zijn
kopie van elkaar.
 Tijdens celdeling gaan deze twee kopieën uit elkaar. Elk naar 1 van de 2 dochtercellen

Opzet van een onderzoek
1) Probleemstelling formuleer je in een onderzoeksvraag
2) Je formuleert een veronderstelling (verwacht antwoord onderzoeksvraag) = hypothese
3) Werkplan met je onderzoeksopzet

 gebruik een proefgroep en een controlegroep
 voer een proef met grote aantallen uit

,  In een proef slechts 1 factor variëren

4) Resultaten: waarnemingen in grafieken/tabellen
5) Conclusie: wat is het antwoord op je onderzoeksvraag / klopte je hypothese?

Examenvragen “organen en cellen”
http://biologiepagina.nl/Toetsen/organenencellen/organencellen.htm



Samenvatting Ordening
Ordenen = het indelen in groepen op basis van hetzelfde kenmerk
Organismen kunnen we indelen in 4 rijken op basis van hun cellen:
Bacterie Schimmel Plant Dier
Aantal cellen 1 1 of meercellig 1 of meercellig 1 of meercellig
Celwand? Ja Ja Ja Nee
Nee, DNA
Celkern? los in Ja Ja Ja
cytoplasma
Grote vacuole? Nee Ja Ja Nee
Bladgroenkorrels? Nee Nee Ja Nee




Tekening




Alleen meercellige organismen hebben weefsels of organen

Functie bladgroenkorrels = fotosynthese (maken zuurstof en voedingsstof- glucose)

Organismen behoren tot 1 soort als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen
Binnen een soort komen rassen voor (bijv. hondenrassen), ontstaan door selectief kruisen door mens
Populatie groep individuen van zelfde soort, die zich onderling voortplanten

Bacteriën

 Sommige bacteriën noemen we bacillen
 Sommige bacteriën hebben zweepharen om te bewegen
 Bacteriën planten zicht voort d.m.v. deling
 Chromosomen/DNA liggen los in cytoplasma
 Veel bacteriën ruimen dode resten van organismen op en zetten dit om in nuttige
voedingsstoffen (reducenten)
 Bacteriën kunnen een infectie veroorzaken (bijv. cholera, longontsteking, tuberculose)
 Sommige bacteriën maken voedsel: o.a. yoghurt en zuurkool

Antibiotica (bijv. penicilline) kan bacteriële infecties bestrijden

Lerne den Verkäufer kennen

Seller avatar
Bewertungen des Ansehens basieren auf der Anzahl der Dokumente, die ein Verkäufer gegen eine Gebühr verkauft hat, und den Bewertungen, die er für diese Dokumente erhalten hat. Es gibt drei Stufen: Bronze, Silber und Gold. Je besser das Ansehen eines Verkäufers ist, desto mehr kannst du dich auf die Qualität der Arbeiten verlassen.
STUDYLAB2023 Chamberlain College Of Nursing
Folgen Sie müssen sich einloggen, um Studenten oder Kursen zu folgen.
Verkauft
776
Mitglied seit
3 Jahren
Anzahl der Follower
624
Dokumente
5428
Zuletzt verkauft
6 Jahren vor
STUDYLAB 2022/2023

Here you will find reliable study resources that will help you prepare, revise and pass your examinations for all majors and modules. For assistance with online tutoring and Help with Class assignments, thesis, dissertations and essay writing with a guaranteed PASS & QUALITY reach out: . Good Luck.

3,8

149 rezensionen

5
71
4
23
3
27
2
7
1
21

Kürzlich von dir angesehen.

Warum sich Studierende für Stuvia entscheiden

on Mitstudent*innen erstellt, durch Bewertungen verifiziert

Geschrieben von Student*innen, die bestanden haben und bewertet von anderen, die diese Studiendokumente verwendet haben.

Nicht zufrieden? Wähle ein anderes Dokument

Kein Problem! Du kannst direkt ein anderes Dokument wählen, das besser zu dem passt, was du suchst.

Bezahle wie du möchtest, fange sofort an zu lernen

Kein Abonnement, keine Verpflichtungen. Bezahle wie gewohnt per Kreditkarte oder Sofort und lade dein PDF-Dokument sofort herunter.

Student with book image

“Gekauft, heruntergeladen und bestanden. So einfach kann es sein.”

Alisha Student

Häufig gestellte Fragen