Rechtsstaat
Hoofdstuk 1 recht en rechtvaardigheid
Leerdoelen H1
Je kunt met een voorbeeld het verschil uitleggen tussen maatschappelijke- /
fatsoensnormen en rechtsnormen.
Je kunt met een voorbeeld uitleggen hoe een norm tegelijkertijd een rechtsnorm kan zijn.
Je kunt uitleggen waarom een gevoel van rechtvaardigheid over de rechtsnormen in een
samenleving belangrijk is.
Je kunt globaal het einde van de absolute monarchie en het ontstaan van de rechtsstaat
beschrijven en hierbij de Franse revolutie betrekken.
Je kunt een juiste betekenis geven van het begrip rechtsstaat.
Je kunt het doel van de rechtsstaat beschrijven.
Je kunt omschrijven welke twee hoofdzaken in de grondwet staan.
Waarden noemen die aan een bepaald artikel uit de grondwet ten grondslag liggen.
Je kunt twee rechten en twee plichten van zowel burgers als overheid noemen.
Vrijheid
Het gevoel dat geen enkel ander mens gedrag bepaalt, omdat de mogelijkheid bestaat te doen en
laten wat men wil, zowel in lichamelijke als in geestelijke zin. > Je kunt zelf keuzes maken.
Veiligheid
Veiligheid is de mate van afwezigheid van mogelijke oorzaken van een gevaarlijke situatie, of de
mate van aanwezigheid van beschermende maatregelen tegen deze mogelijke oorzaken. > Het
ontbreken van gevaar.
Maar niets is onder alle omstandigheden zonder gevaar. In de samenleving zijn afspraken en regels
die veiligheid na moeten streven.
Gelijkheid
Gelijke behandeling in gelijke gevallen.
Discriminatie is op welke grond dan ook niet toegestaan.
Rechtvaardigheid
Juist en eerlijk handelen.
Ontstaan van de rechtsstaat
Door de FR revolutie is er een einde gekomen aan de gewelddadige absolute monarchie. Dit is een
regeringsvorm waarbij een koning alle macht heeft.
Doelen van rechtsstaat;
1. Machtsmisbruik van de overheid voorkomen.
2. Veiligheid van burgers beschermen.
3. Gelijke behandeling toepassen.
4. Leven in vrijheid.
1
, Rechtsstaat
Een staat waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur
door de overheid
Rechtsnormen
Bestaand uit 2 delen:
1. Fatsoensnormen zijn ongeschreven gedragsregels die niet zijn vastgelegd. > Deze komen tot
stand door sociale controle of door eigen waarden.
2. Rechtsnormen zijn geschrevene gedragsregels die wettelijk zijn vastgelegd. > Deze zijn
doelmatig en functioneel en komen voort uit normen en waarden die in de samenleving zijn.
Grondwet
1. Grondrechten deze zijn weer verdeelt in
1. Klassieke grondrechten > bieden burgers bescherming tegen de overheid > op te
eisen via de rechter
2. Sociale grondrechten > bied de overheid een zorgplicht: ze moet haar best ervoor
doen > verbeteren van het maatschappelijk functioneren van burgers
2. Nederlands bestuur > regels over het Nederlands bestuur (hoe het land geregeerd moet
worden)
Dictatuur
De staatsvorm waarbij alle macht bij 1 persoon of partij ligt. Dus 1 machthebber of partij bepaalt de
regels.
Rechten Plichten
Overheid 1. Klassieke grondrechten 1. Aan de wet houden
2. Sociale grondrechten 2. Klassieke grondrechten beschermen en
handhaven
3. Zorgplicht
Burgers 1. Klassieke grondrechten 1. Aan de wet houden
2. Sociale grondrechten 2. Belastingplicht
3. Sociale zekerheid 3. Leerplicht
4. Medische hulp 4. Identificatieplicht
5. Eerlijk politieonderzoek en proces 5. Zorgverzekeringsplicht
6. Deelnemen aan arbeidsproces
7. Andere burgers helpen bij levensgevaar
8. Getuigen in een rechtszaak
9. DNA afstaan als je verdachte bent
2