Inleiding Recht
Werkblad week 1: Wat is recht? Waarom is er recht, rechtsbronnen.
Vraag 1
Welke vier functies van het recht noemt auteur Loonstra (p. 8-9 van de reader)?
Geef aan wat onder deze functies van het recht wordt verstaan.
Geef bij iedere functie een voorbeeld uit de actualiteit.
Er zijn 4 soorten functies van het recht, dat zijn het volgende: Normatieve functie,
Geschil oplossende functie, Additionele functies en instrumentele functie.
1. De normatieve functie houdt in dat het recht uit verschillende gedragsregels
bestaat waarvan het grootste gedeelte van de samenleving vindt dat deze
opgevolgd moeten worden. Bij het overtreden van deze regels (ook wel normen
genoemd) kun je een straf krijgen opgelegd.
Voorbeeld uit de actualiteit: een voorbeeld hiervan is moord, diefstal, verkrachting
etc.
2. Geschil oplossende: in de Westerse cultuur is een eigeninrichting verboden,
oftewel zelf actie ondernemen, het is namelijk zo dat er rechterlijke organisaties
zijn die bepalen of iemand moet worden gestraft en zo ja, op welke wijze de
desbetreffende persoon moet worden gestraft.
Voorbeeld uit de actualiteit: rechtbank is een voorbeeld van een organisatie die
zich daarmee bezighoudt
3. Additionele functies: deze bieden een rechtsregel als partijen zijn vergeten
afspraken te maken op een bepaald punt.
Voorbeeld uit de actualiteit: dit als er bijvoorbeeld onderling een iemand een
bepaald geldbedrag leent en er worden afgesproken om deze bedrag per maand
af te lossen. Maar er degene die het heeft geleend verliest zijn baan en kan het
bedrag per maand niet meer aflossen.
4. Instrumentele functie houdt in dat de wetgever bepaalt op welke wijze bepaalde
dingen gebeuren. Dit zijn vaak alledaagse dingen.
Voorbeeld uit de actualiteit: Een voorbeeld is dat iemand van rechts voorrang
heeft.
Vraag 2
Welke rechtsbronnen kent het positieve recht (= alle in Nederland
Geldende rechtsregels)?
Het Nederlandse recht kent vier rechtsbronnen dat zijn het volgende:
De wet
De gewoonte
Het verdrag
De jurisprudentie (rechtspraak)
Vraag 3
Op welke wijze kan worden vastgesteld of men te maken heeft met een
rechtsregel van positief recht (= alle, op dit moment geldende rechtsregels in
Nederland)?
Men heeft te maken met een rechtsregel wanneer een rechtsnorm een algemene werking
heeft. Een rechtsnorm is in het recht een bepaling met bindende werking.
Vraag 4
a) Kan een Duitse wet een bron zijn van huidig Nederlands recht? Motiveer je
antwoord.
De belangrijkste bron van ons (Nederlands) recht is de wet. De Nederlandse overheid
heeft regels in wetgeving (wetten, besluiten en regelingen). Internationale verdragen of
Werkblad week 1: Wat is recht? Waarom is er recht, rechtsbronnen.
Vraag 1
Welke vier functies van het recht noemt auteur Loonstra (p. 8-9 van de reader)?
Geef aan wat onder deze functies van het recht wordt verstaan.
Geef bij iedere functie een voorbeeld uit de actualiteit.
Er zijn 4 soorten functies van het recht, dat zijn het volgende: Normatieve functie,
Geschil oplossende functie, Additionele functies en instrumentele functie.
1. De normatieve functie houdt in dat het recht uit verschillende gedragsregels
bestaat waarvan het grootste gedeelte van de samenleving vindt dat deze
opgevolgd moeten worden. Bij het overtreden van deze regels (ook wel normen
genoemd) kun je een straf krijgen opgelegd.
Voorbeeld uit de actualiteit: een voorbeeld hiervan is moord, diefstal, verkrachting
etc.
2. Geschil oplossende: in de Westerse cultuur is een eigeninrichting verboden,
oftewel zelf actie ondernemen, het is namelijk zo dat er rechterlijke organisaties
zijn die bepalen of iemand moet worden gestraft en zo ja, op welke wijze de
desbetreffende persoon moet worden gestraft.
Voorbeeld uit de actualiteit: rechtbank is een voorbeeld van een organisatie die
zich daarmee bezighoudt
3. Additionele functies: deze bieden een rechtsregel als partijen zijn vergeten
afspraken te maken op een bepaald punt.
Voorbeeld uit de actualiteit: dit als er bijvoorbeeld onderling een iemand een
bepaald geldbedrag leent en er worden afgesproken om deze bedrag per maand
af te lossen. Maar er degene die het heeft geleend verliest zijn baan en kan het
bedrag per maand niet meer aflossen.
4. Instrumentele functie houdt in dat de wetgever bepaalt op welke wijze bepaalde
dingen gebeuren. Dit zijn vaak alledaagse dingen.
Voorbeeld uit de actualiteit: Een voorbeeld is dat iemand van rechts voorrang
heeft.
Vraag 2
Welke rechtsbronnen kent het positieve recht (= alle in Nederland
Geldende rechtsregels)?
Het Nederlandse recht kent vier rechtsbronnen dat zijn het volgende:
De wet
De gewoonte
Het verdrag
De jurisprudentie (rechtspraak)
Vraag 3
Op welke wijze kan worden vastgesteld of men te maken heeft met een
rechtsregel van positief recht (= alle, op dit moment geldende rechtsregels in
Nederland)?
Men heeft te maken met een rechtsregel wanneer een rechtsnorm een algemene werking
heeft. Een rechtsnorm is in het recht een bepaling met bindende werking.
Vraag 4
a) Kan een Duitse wet een bron zijn van huidig Nederlands recht? Motiveer je
antwoord.
De belangrijkste bron van ons (Nederlands) recht is de wet. De Nederlandse overheid
heeft regels in wetgeving (wetten, besluiten en regelingen). Internationale verdragen of