College aantekeningen Financial Accounting

Samenvatting theorie FAT

College 1

Een jaarrekening heeft twee functies:
- Verantwoordingsfunctie:  bestuur legt verantwoording af van afgelopen jaar
- Beslissingsfunctie  op basis van jaarrekening maken investeerders beslissing

ART 362 (kapstokartikel): inzichtvereiste = jaarrekening geeft volgens aanvaardbare normen
uit het maatschappelijk verkeer een getrouwbeeld van het eigenvermogen, winst,
solvabiliteit en liquiditeit van de onderneming.

Een jaarrekening bestaat uit:
- Balans
- Winst en verlies rekening
- Toelichtingen
- Kasstroomoverzicht

Conceptual framework voor het opstellen van de jaarrekening
- Grondbeginselen (2)
- Andere beginselen (4)
- Kwalitatieve kenmerken (4)

Grondbeginselen (2)
- Toerekeningsbeginsel: is realisatiebeginsel + matchingsbeginsel samen. Geen
kasstelsel meer, maar werken met balans en resultatenrekening. (Investeringen
worden geactiveerd en afgeschreven i.p.v. ten laste van het resultaat).
- Continuiteitsbeginsel: waarderen tegen liquidatie waarde als dat van toepassing is.

Andere beginselen (4)
- Realisatiebeginsel: omzet pas nemen als er geleverd is (overdragen van eigendom)
- Matchingsbeginsel: kosten pas nemen als het zich voordoet
o Period matching: investering actief afschrijven over levensduur
o Product matching: kostprijs nemen als je goederen verkoopt
- Voorzichtigheidsbeginsel: reken je niet rijker dan je bent. Alles waar je niet zeker van
bent ga je niet activeren op de balans
- Stelselmatigheid: niet zomaar veranderen van methode/stelsel. Mag niet ene keer
activeren en andere keer ten laste van het resultaat.
o Stelselkeuze: o.b.v. normen maatschappelijk verkeer
o Stelselwijziging: o.b.v. gegronde redenen
o Kan op twee manieren verwerkt worden:
 Prospectief = verwerken in resultaatrekening
 Retrospectief = verwerken in de balans (met terugwerkende kracht
via EV materiele vaste activa aan overige reserves).
 Vaste activa
 Aan herwaarderingsreserve


1

,Kwalitatieve kenmerken (kwaliteitskenmerken) – BRBV (4)
- Betrouwbaarheid
- Relevantie
- Begrijpelijkheid
- Vergelijkbaarheid:

Schattingswijziging (bijvoorbeeld levensduur van activa wijzigen)
-  Wordt altijd prospectief (via resultatenrekening) verwerkt
- VB: Lufthansa deed het goed, delta deed minder goed  groot deel van delta
resultaten rekening zijn afschrijvingen op vliegtuigen (die moeten naar beneden).
Delta ga je i.p.v. 10 jaar afschrijven in 15 jaar (= schattingswijziging). Moet wel goed
onderbouwd zijn.
 Er is dus een verschil tussen een schattingswijziging en stelselwijziging

Je mag niet zomaar activeren op de balans (activeringsvoorwaarden):
1. Toekomstig economische voordelen genereren (= subjectief/ inschatting)
2. Kostprijs moet betrouwbaar vast te stellen zijn
3. Beschikkingsmacht (dat het economisch voordeel naar je toekomt)
 Activeren is gekoppeld aan voorzichtigheidsbeginsel: reken je zelf niet rijk

Als je gaat activeren kan dat op verschillende manieren/waarde (waarderingsbegrippen)
- Historische kosten (HK) (2)
o Verkrijgingsprijs: (aanschafwaarde)
o Vervaardigingsprijs: verkrijgingsprijs + vervaardigingsprijs die gedaan zijn
( iets meer dan verkrijgingsprijs)
- Actuele waarde (AW) (4)
o Reële waarde = beurswaarde
o Actuele kostprijs = dat bijvoorbeeld de inkoopprijs omhoog is gegaan
o Bedrijfswaarde = contante waarde van actief
o Directe opbrengstwaarde = wat is actief nu waard als je hem zou verkopen
- Overige (3)
o Nominaal
o Contante
o Geamortiseerde kostprijs

Vijf soorten IMVA (Artikel 365 lid1)
1. Goodwill
2. Ontwikkelingskosten
3. Kosten uitgifte van aandelen
4. Kosten verwerving consessies, intellectueel eigendom etc.
5. Vooruitbetaling van IMVA




2

,Wettelijke reserve vormen voor 2 IMVA (= voor kapitaal bescherming =
voorzichtigheidsbeginsel)
- Ontwikkelingskosten (2): nog niet definitief dus toekomstige economische voordelen
zijn niet zeker. Je mag ontwikkelingskosten dus wel activeren maar dan dien je dus
een wettelijke reserve te vormen (hierdoor niet uitkeerbaar)
- Kosten uitgifte van aandelen (3): aanbeveling vanuit RJ: kosten uitgifte aandelen
(neem direct in resultaatrekening i.p.v. activeren). Heeft te maken met toekomstige
economische voordelen (je weet niet hoe hoog deze voordelen zijn dus zijn wij
voorstander dat je het niet activeert maar direct in resultatenrekening opneemt).
Activeer je wel dan moet je dit afschrijven binnen 5 jaar en moet je een wettelijke
reserve voor vormen.

 Wettelijke reserve moet altijd gelijk zijn aan de boekwaarde ten laste van resultaat of
overige reserve  overige reserve aan wettelijke reserve!!!!

De volgende IMVA mag je nooit activeren:
- Opstartkosten
- Trainingskosten personeel: geen beschikkingsmacht over mensen
- Verhuizing- of reorganisatiekosten
- Reclame- en promotiekosten
Intern vervaardigde IMVA
- Intern ontwikkelde logo’s, merken, uitgaverechten
1. Omdat het niet goed identificeerbaar is
2. Omdat ze niet kunnen worden onderscheden van kosten ter
ontwikkeling van de onderneming
3. Kostprijs is moeilijk betrouwbaar vast te stellen

Splitsing van ontwikkelingskosten i.v.m. problemen inschatting toekomstige economische
voordelen
1. Kosten onderzoek  mag je niet activeren
2. Kosten ontwikkeling  mag je wel activeren
o Om ontwikkelingskosten te activeren moet je kijken naar extra vereisten
namelijk (TCF):
1. Technisch haalbaarheid
2. Commercieel haalbaarheid
3. Financieel haalbaarheid

Kosten van onderzoek: kosten met als doel om nieuwe kennis en inzicht te ontwikkelen 
Niet activeren.

Kosten ontwikkeling: de toepassing van kennis verkregen door onderzoek waar bijvoorbeeld
nieuwe apparaten uit bestaan  Wel activeren

 Ontwikkelingskosten is strijdig met het voorzichtigheidsbeginsel (reken jezelf niet rijker
dan je bent). Het is nog niet zeker of deze activiteiten in de toekomst economische
voordelen zullen genereren.


3

, Waardering IMVA
- HK: verkrijgingsprijs en vervaardigingsprijs
o Inkooprijs inclusief alle direct toe te rekenen uitgaven
o Niet: indirecte overheadskosten zoals verkoop/administratie kosten,
inefficiency, aanloopverliezen en opleidingskosten
- AW: indien sprake van een liquide markt
o Goodwill (1) en voorbuitbetalingen (5) mogen NOOIT tegen AW gewaardeerd
worden  geen liquide markt

Afschrijving IMVA
- Stelselmatige afschrijving o.b.v. geschatte economische levensduur
o Als levensduur langer is dan 20 jaar: moet je elk jaar impairment test doen
om realiseerbare waarde in te schatten om bijzondere waardevermindering
te onderkennen (= Goodwill (1)).
o Kosten van uitgifte van aandelen (3) moeten in 5 jaar worden afgeschreven
o Als gebruiksduur en geactiveerde kosten niet betrouwbaar zijn vast te stellen
moet je afschrijven in maximaal 10 jaar.

MVA (materiele vaste activa) is activa die bestemd zijn om de bedrijfsuitoefening van de
rechtspersoon duurzaam te dienen. (Duurzaam: actief langer dan 1 jaar beschikbaar). Indien
de rechtspersoon wel de economische, maar niet de juridische eigendom heeft wordt dit
vermeld in de toelichting op de balans.

Soorten MVA:
- Groot onderhoud
- Ontmantelingsvoorziening
- Leasing

Groot onderhoud (periodiek onderhoud van bijvoorbeeld gebouw)
- Verwerken in de jaarrekening kan op twee verwerkingsmethode:
o Egalisatievoorziening (Prospectief): Ten laste van resultaat. Stel over 5 jaar 5
miljoen, ieder jaar 1 miljoen uit resultaat halen = in strijdt met
matchingsbeginsel!  Mag niet van IFRS
o Componentenbenadering (Retrospectief): groot onderhoud activeren
(onderhoud als onderdeel van de kostprijs zien = betere vermogens/resultaat
presentatie = betere matching)  bij aanschaf splitsing maken in deel actief
en deel onderhoud. Wat is het pand waard en in nieuwe pand zit onderhoud
wat is uitgevoerd voor 5 miljoen. En die ga je in 5 jaar afschrijven:
1. Pand 55
2. Onderhoud 5
3. Aan bank 60




Voorwaarde om een voorziening te mogen activeren (opnemen):

4