100% Zufriedenheitsgarantie Sofort verfügbar nach Zahlung Sowohl online als auch als PDF Du bist an nichts gebunden 4.2 TrustPilot
logo-home
Fallstudie

Uitwerking alle bijeenkomsten Casus en Vaardigheden 2!

Bewertung
-
Verkauft
3
seiten
42
Klasse
7-8
Hochgeladen auf
12-06-2021
geschrieben in
2020/2021

De voorbereidingen en aantekeningen voor alle bijeenkomsten/tutorials voor Casus en Vaardigheden 2 zijn in dit document uitgewerkt. Doe er je voordeel mee ;)

Hochschule
Kurs











Ups! Dein Dokument kann gerade nicht geladen werden. Versuch es erneut oder kontaktiere den Support.

Schule, Studium & Fach

Hochschule
Studium
Kurs

Dokument Information

Hochgeladen auf
12. juni 2021
Anzahl der Seiten
42
geschrieben in
2020/2021
Typ
Fallstudie
Professor(en)
N.v.t.
Klasse
7-8

Themen

Inhaltsvorschau

Casus en Vaardigheden 2
Bijeenkomst 1.1
Zelfstudievragen
1. Waar is het begrip verdachte gedefinieerd in het wetboek?
Art. 27 Sv (Wetboek van Strafvordering).
2 definities van verdachte.
- Feiten en omstandigheden waaruit een vermoeden voortvloeit
- Redelijk vermoeden
- Strafbaar feit
- Link tussen strafbaar feit en vermoeden
Specifiek strafbaar feit. Criteria zijn met elkaar verbonden.
2. Welke gradaties van verdenking (jegens een specifiek persoon) bestaan er?
Geen verdenking, redelijk vermoeden, ernstige bezwaren, heterdaad.
Rechterlijke overtuigen die met een bewezen verklaring of veroordeling
gepaard gaat.
3. Wat is een redelijk vermoeden?
Een vermoeden op grond van objectief waarneembare feiten en
omstandigheden dat iemand schuldig is.

- Geen redelijk vermoeden: als er geen bewijs is, mag niet zomaar iemand
staande houden, geen intuitie
4. Wat zijn ernstige bezwaren?
Een grote mate van waarschijnlijkheid dat de verdachte het strafbare feit heeft
begaan. Meer dan slechts een redelijk vermoeden.
5. Wanneer is er sprake van een verdenking/kan iemand als verdachte worden
aangemerkt?
Als uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden naar voren komt dat
iemand zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit.
- Opsporingsfase: redelijk vermoeden en strafbaar feit voortvloeit
- Redelijk vermoeden wie strafbaar feit heeft gepleegd  verdachte
- Bij een verdenking van strafbaar feit heb je iet altijd gelijk een verdachte
(specifiek persoon). Dan gaan opsporingsbevoegdheden al in.
6. Wat zijn relevante feiten en omstandigheden?
Feiten en omstandigheden waarop een redelijk vermoeden tot een strafbaar
feit rust. Met objectieve waarneembaar.
- Relevant zijn

, - Als de verdachte is aangewezen, dan moet het vermoeden op objectieve
omstandigheden zijn gebaseerd. Omstandigheden moeten wel relevant
zijn.
7. Welke criteria zijn uit de jurisprudentie af te leiden als het gaat om de vraag of
er sprake is van een verdenking?
 Individuele factor: Verdenking tegen een specifiek persoon.
 De concrete factor: Het vermoeden moet zijn gebaseerd op feiten en
omstandigheden.
 Objectieve factor: Het vermoeden moet redelijk zijn.
 Specifieke factor: Het vermoeden moet betrekking hebben op een strafbaar
feit.


Opdracht 1: werk het stappenplan uit voor deze arresten.

 Gerechtshof Amsterdam 3 juni 1977, NJ 1978, 601 (Hollende kleurling)

1. Ga na bij welk onderwerp het arrest wordt opgegeven.
Art. 27 Sv, onrechtmatig verkregen bewijs.

2. Lees de trefwoorden.
Onrechtmatig verkregen bewijs, verbalisanten waren niet in de rechtmatige
uitoefening van hun bediening.

Dit bekende arrest heeft betrekking op onrechtmatig verkregen bewijs,
alsmede op de criteria die bepalen wanneer een persoon wordt aangemerkt
als een verdachte. Volgens art. 27 Sv moet het redelijk vermoeden van schuld
aan enig strafbaar feit blijken uit feiten en omstandigheden. Alleen dan kan
iemand worden gezien als verdachte. Dit redelijk vermoeden mag dus niet zijn
gebaseerd op bijvoorbeeld een voorgevoel. Uit dit arrest blijkt dat het niet altijd
eenvoudig is om het onderscheid te maken tussen verdachte en niet-
verdachte personen.

3. Zoek uit wat de inzet is van het geding.
In deze zaak ging het om de aanhouding van een donker getinte man. De
agenten hadden voldoende aanleiding om aan te nemen dat de man
verdovende middelen bij zich droeg. Deze aanleiding vloeide voort uit feiten
en omstandigheden. De man werkte niet mee aan de fouillering en tijdens een
worsteling met de agenten viel er heroïne uit zijn zak. De man werd
vervolgens aangehouden.

4. Zoek uit wat de beslissing van de voorlaatste instantie was.
Dat een en ander niet oplevert een redelijk vermoeden van schuld aan enig
strafbaar feit als bedoeld in art. 27 Sv. en evenmin ernstige bezwaren
waardoor dit optreden — staande houden en aan de kleding onderzoeken —
rechtmatig zou zijn;

, Dat dit niet anders werd doordat verdachte zijn linkerhand in zijn linker jaszak
bleef houden en N. en B. hierin aanleiding vonden hem vervolgens aan te
houden en vast te pakken;
Dat derhalve niet is bewezen dat voornoemde opsporingsambtenaren hierbij
in de rechtmatige uitoefening van hun bediening werkzaam waren zodat
verdachte van het hem onder II ten laste gelegde moet worden vrijgesproken.
5. Ga op zoek naar het cassatiemiddel c.q. beroepschrift.
6. Zoek het deel van het cassatiemiddel c.q. beroepschrift dat met 1 en 2 te
maken heeft.

7. Spring naar de overwegingen van de Hoge Raad met betrekking tot dat deel
van het cassatiemiddel c.q. de overwegingen van de ABRvS met betrekking
tot dat deel van het beroepschrift.
Een onderzoek aan de kleding, hetwelk werd aangevangen zonder dat de
ingevolge art. 56, lid 1, Sv. en art. 9, lid 5, Opiumwet (oud) vereiste ‘ernstige
bezwaren’ tegen Bergwijn bestonden;
Dat het Hof, gelet op het vorenstaande, van oordeel is dat bij gebreke van
voldoende op rechtmatige wijze verkregen wettige bewijsmiddelen het onder I
ten laste gelegde niet bewezen kan worden geacht;
Dat verdachte derhalve zowel van het onder I als van het onder II ten laste
gelegde moet worden vrijgesproken;

8. Controleer in de conclusie van de A-G (als die er is) en de noot (als die er is)
of niets is gemist.
Niet aanwezig.

9. Rechtsregel
De vraag die het hof moest beantwoorden, was: is het bewijs (de heroïne) op
rechtmatige wijze verkregen? Het hof beantwoordde deze vraag negatief.
Enkel de omstandigheid dat iemand uit de richting van een café komt lopen,
dat bekend staat om handel en gebruik van verdovende middelen, levert geen
redelijk vermoeden op van enig strafbaar feit als bedoeld in art. 27 Sv.

Voor wederspannigheid moest het hof bepalen of de fouillering rechtmatig
was. Om tot fouillering over te gaan, moet er sprake zijn van ‘ernstige
bezwaren’, d.w.z. dat er meer dan een redelijk vermoeden van schuld aan
enig strafbaar feit aanwezig dient te zijn. Dit is een zwaardere graad dan enkel
de verdenking. Vast moest komen te staan of de man überhaupt verdachte
was geweest in de zin van art. 27 Sv. Het hof antwoordde ontkennend. De
feiten en omstandigheden die aanleiding gaven tot fouillering, waren
onvoldoende om een verdenking op te funderen. Wat de agenten hadden
waargenomen, leverde op zichzelf geen grond op voor verdenking, laat staan
voor ernstige bezwaren.

 HR 6 december 1983, NJ 1984, 442 (Damrak)

1. Ga na bij welk onderwerp het arrest wordt opgegeven.
Redelijk vermoeden van schuld (art. 27 Sv).

, 2. Lees de trefwoorden.
 Het hof kon oordelen dat ten aanzien van verdachte een redelijk
vermoeden van schuld bestond: geen onrechtmatig verkregen bewijs.
 Voldoende strafmotivering, ondanks verweer.

3. Zoek uit wat de inzet is van het geding.
Het bewijsmateriaal is onrechtmatig verkregen, aangezien verbalisanten ten
tijde van de aanhouding van verdachte ten aanzien van hem geen redelijk
vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit konden hebben.

4. Zoek uit wat de beslissing van de voorlaatste instantie was.
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rb.
Amsterdam van 16 juni 1982 — de verdachte ter zake van I. 'medeplegen van
het opzettelijk handelen in strijd met het in art. 2 eerste lid onder C Opiumwet
gegeven verbod en met het in art. 3 onder C Opiumwet gegeven verbod' en II.
'overtreding van een voorschrift vastgesteld bij art. 3 Vuurwapenwet 1919,
meermalen gepleegd' veroordeeld tot twee jaren gevangenisstraf, met
onttrekking aan het verkeer en verbeurdverklaring zoals in het arrest
omschreven.

5. Ga op zoek naar het cassatiemiddel c.q. beroepschrift.
Onder 2.
 Verzuim van vormen waarvan de niet-naleving nietigheid meebrengt en/of
schending van het recht in het bijzonder van de art. 27, 359, 415 Sv
doordien het Hof het namens rekwirant gevoerde verweer dat — kort
samengevat — het bewijsmateriaal onrechtmatig is verkregen, omdat de
verbalisanten geen redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit
hadden, ten onrechte, althans niet op voldoende gronden heeft verworpen,
zodat het arrest onvoldoende met redenen is omkleed.
 Verzuim van vormen waarvan de niet-naleving nietigheid meebrengt en/of
schending van het recht in het bijzonder van de art. 359 (oud) en 415 Sv,
doordien het Hof omtrent de strafoplegging volstaan heeft met de
standaardmotivering.

6. Zoek het deel van het cassatiemiddel c.q. beroepschrift dat met 1 en 2 te
maken heeft.
 Het Hof overweegt naar aanleiding van dit verweer — zakelijk
weergegeven — dat het moet worden verworpen, omdat uit het onderzoek
ter terechtzitting aannemelijk is geworden dat de verbalisanten, gelet op
hun politie-ervaring en bekendheid ter plekke, uit de feiten en
omstandigheden omschreven in hun p.-v. en nader toegelicht in de
verklaring van een hunner ter terechtzitting in hoger beroep, een redelijk
vermoeden van schuld hebben kunnen afleiden.
 Het Hof had dienen aan te geven waarom werd gekozen voor een
gevangenisstraf van twee jaar cfm. de eis in eerste instantie hoewel de A-
G een half jaar minder eiste dan de OvJ in eerste instantie en ondanks het
subsidiaire verzoek van de raadsman een gevangenisstraf op te leggen
gelijk aan de duur van het voorarrest.

Lerne den Verkäufer kennen

Seller avatar
Bewertungen des Ansehens basieren auf der Anzahl der Dokumente, die ein Verkäufer gegen eine Gebühr verkauft hat, und den Bewertungen, die er für diese Dokumente erhalten hat. Es gibt drei Stufen: Bronze, Silber und Gold. Je besser das Ansehen eines Verkäufers ist, desto mehr kannst du dich auf die Qualität der Arbeiten verlassen.
LoisDeckers Maastricht University
Folgen Sie müssen sich einloggen, um Studenten oder Kursen zu folgen.
Verkauft
35
Mitglied seit
5 Jahren
Anzahl der Follower
18
Dokumente
3
Zuletzt verkauft
6 Jahren vor
Samenvattingen

Hallo! Ik heb gedurende mijn middelbare schooltijd veel samenvattingen gemaakt. Die zal ik hier met jullie delen. Ook heb ik het eerste jaar van de opleiding Rechtsgeleerdheid in Maastricht afgerond. Hier ga ik ook samenvattingen van uploaden. Volgend jaar ga ik Tandheelkunde studeren, hier kunnen jullie ook samenvattingen van verwachten.

3,3

7 rezensionen

5
3
4
0
3
2
2
0
1
2

Kürzlich von dir angesehen.

Warum sich Studierende für Stuvia entscheiden

on Mitstudent*innen erstellt, durch Bewertungen verifiziert

Geschrieben von Student*innen, die bestanden haben und bewertet von anderen, die diese Studiendokumente verwendet haben.

Nicht zufrieden? Wähle ein anderes Dokument

Kein Problem! Du kannst direkt ein anderes Dokument wählen, das besser zu dem passt, was du suchst.

Bezahle wie du möchtest, fange sofort an zu lernen

Kein Abonnement, keine Verpflichtungen. Bezahle wie gewohnt per Kreditkarte oder Sofort und lade dein PDF-Dokument sofort herunter.

Student with book image

“Gekauft, heruntergeladen und bestanden. So einfach kann es sein.”

Alisha Student

Häufig gestellte Fragen