Arresten Pensioenrecht en Sociaalzekerheidsrecht

Arresten Pensioenrecht en Sociale zekerheidsrecht

Groen/Schoevers
- Feiten
o Groen geeft op basis van een mondelinge overeenkomst parttime les bij
Schoevers. Schoevers beëindigd op enig moment de overeenkomst. Groen stelt
dat zijn contract als een arbeidsovereenkomst moet worden aangemerkt dus dat
Schoevers niet zomaar van hem af kan.
- Rechtsvraag
o Bestaat er tussen partijen een arbeidsovereenkomst in de zin van art. 7:610
BW?
- Rechtsregel
o WEZEN GAAT VOOR SCHIJN
o Bepalend is wat partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond
en hoe zij het feitelijk hebben uitgevoerd  de partijbedoeling en de feitelijke
uitvoering zijn beide van belang om te bepalen of er sprake is van een
arbeidsovereenkomst.
o Juiste interpretatie volgens Sagel
 Bedoeling en uitvoering zijn twee separate gezichtspunten, er moet
gekeken worden naar de totaalindruk
 NEEKIB (niet een enkel kenmerk is beslissend)

Beurspromovendi
- Feiten
o Beurspromovendi hebben met de UvA een ‘beursovereenkomst’ gesloten. De
beurspromovendi vorderen dat tussen hen en de UvA een arbeidsovereenkomst
bestaat waardoor er andere arbeidsvoorwaarden van toepassing zijn.
- Rechtsvraag
o Bestaat er tussen de beurspromovendi en de UvA een arbeidsovereenkomst?
- Rechtsregel
o Er moet sprake zijn van arbeid, loon en een gezagsverhouding
 Arbeid
 Ja, de beurspromovendi leveren een bijdrage aan het onderzoek
waarop de UvA zich richt
 Het eigen doel en nut voor de beurspromovendi neemt niet weg
dat zij met hun werk primair een bijdrage leveren aan het
onderzoek en de onderzoeksresultaten waarop de UvA zich
richt in het kader van haar maatschappelijke doelstellingen,
waardoor sprake is van arbeid.
 Loon
 Stipendium (bijdrage in de kosten van levensonderhoud)
 Gezagsverhouding
 Met toepassing van het rechtsvermoeden van art. 7:610a BW
kan een gezagsverhouding ook worden aangenomen

STR/PGGM
- Feiten
o PGGM is een pensioenfonds dat wilde weten of er tussen een werkgever en
werknemer een arbeidsovereenkomst bestond (of een

, managementovereenkomst), omdat er een verplichte deelname aan het
bedrijfspensioenfond bestond.
- Rechtsvraag
o Bestaat er tussen werkgever en werknemer een arbeidsovereenkomst of een
managementovereenkomst?
- Rechtsregel
o Wat stond partijen voor ogen toen ze de overeenkomst sloten en hoe hebben ze
invulling gegeven aan de overeenkomst?
o Ook in een geval als het onderhavige moet volgens de Hoge Raad aan de hand
van de dat arrest vermelde criteria (dus de partijbedoeling voorop) moet
worden beoordeeld of tussen de opdrachtgever en de betrokken arbeidskracht
een arbeidsovereenkomst is gesloten. De Hoge Raad voegde er echter aan toe
dat de enkele omstandigheid dat vaststaat dat partijen geen
arbeidsovereenkomst met elkaar wilden sluiten nog niet betekent dat tussen de
directeur en de thuiszorginstelling geen arbeidsovereenkomst bestond, omdat
zij de verplichte deelneming van de directeur in het PGGM-pensioenfonds niet
wensten. De Hoge Raad herhaalt ook dat bij de beantwoording van de vraag of
tussen partijen een arbeidsovereenkomst gold, niet alleen van belang is hetgeen
partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond, maar ook de
wijze waarop zij feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven en
aldus daaraan inhoud hebben gegeven.
o In casu was aan alle vereiste van artikel 7:610 voldaan, te weten: loon, arbeid
en gezag, waardoor er sprake was van een arbeidsovereenkomst.

CRvB 24 november 2014, USZ 2014/413 m.nt. Tollenaar
- Essentie Navigator
o De Centrale Raad van Beroep oordeelt, evenals eerder Rechtbank Noord-
Nederland, dat het in strijd is met internationaal recht wanneer de vanaf 1
januari 2013 geldende strengere regels voor boetes in de sociale zekerheid
worden toegepast op overtredingen die hebben plaatsgevonden vóór 1 januari
2013.
- Samenvatting Navigator
o X geniet na de beëindiging van zijn dienstverband als leraar een WW-
uitkering. Omdat X over de periode van augustus 2012 tot zijn melding aan het
UWV op 27 maart 2013 vier wijzigingen in het aantal gewerkte uren niet
meteen heeft doorgegeven, heeft hij teveel WW ontvangen. Het UWV vordert
het teveel betaalde bedrag van € 14.658 terug en legt daarnaast een boete op
van € 14.658. Hierbij paste het UWV het vanaf 1 januari 2013 geldende
zwaardere boeteregime van 100% van het benadelingsbedrag toe. Tot die
datum gold nog als strafmaat 10% met een maximum van € 2269.
o De Centrale Raad van Beroep oordeelt, evenals eerder Rechtbank Noord-
Nederland, dat het in strijd is met internationaal recht wanneer de vanaf 1
januari 2013 geldende, strengere regels voor boetes in de sociale zekerheid
worden toegepast op overtredingen die hebben plaatsgevonden vóór 1 januari
2013. Het oude sanctiestelsel blijft van toepassing voor zover het handelen en
nalaten van een uitkeringsgerechtigde plaatsvond vóór 1 januari 2013. Voor
het nieuwe boeteregime geldt dat de rechter indringender moet toetsen of de
hoogte van de boete evenredig is. Voorkomen moet worden dat een onbalans
ontstaat tussen de boetes die vallen onder het bestuursrecht en de