Materialen Semester 1
Hout
Het verschil tussen naaldhout en loofhout
Naaldhout = via vaten
- Rechte stam, gaat door tot top vd boom
- Groenblijvende boven
- Groeit snel, 60 – 80 jaar (diam 60 cm)
- Sector : bouw voor draagconstructies
- Smalle planken
- Relatief goedkoop
- Langere vezels
- Meestal zachthout, meer kans op werken
(uitzetten en krimpen)
Loofbomen = harsgangen
- Onregelmatige vertakking, stam loopt niet tot top
- Bladverliezend
- Traaggroeiend 120-200 jaar (> diam 60cm)
- Sector meubilair
- Kortere vezels
- Meestal hardhout
Keuze voor type boom hangt af vd mechanische eigenschappen
- Gewicht
- Sterkte – draagkracht (doorbuiging, breken)
- Hardheid (weerstand tegen penetratie of indrukking)
- Duurzaamheid (beschermd tegen schimmel, rotting)
EN
- Prijs
- Esthetische kwaliteiten (kleur)
Stamopbouw (waar komt het massief hout vandaan)
Stofwisseling van bomen
Bomen zijn levende organisme
- Neemt O2 en H2O op vanuit de grond en stuurt ze terug in de atmosfeer
- Neemt CO2 op van buitenaf en slaagt deze terug op in de grond
Algemeen bestaan ze uit
- 50% koolstof – CO2
- 6% waterstof – H
- 44% zuurstof – O
Groei
- Van binnen naar buiten, binnenkant is ouder dan buitenkant
- Sapstroom loopt langs de buitenkant
- Groeit zowel in breedte en hoogte
,Vezel en groei
- Vezelrichting staat in relatie met groei vd bomen , is kenmerkend voor boomsoort
- Goede jaren = Ringen dikker, slechte jaren = Ringen dunner
- Trage gelijkmatige groei ---- Dichte vezelstructuur
- Snelle onregelmatige groei ---- Dwarse kronkelige vezelstructuur
LenteHout
- Lichter hout, meer wateropname, krachtige ontwikkeling van cellen
Zomerhout
- Vertaalt zich licht naast donkere lagen
Merg:
, - Sponsachtig weefsel 1st jaar
- Bruin
Kernhout : steunfunctie voor de boom
- Donkerder
- ‘dood’ hout geen levende cellen
- Toepassing vr massief hout
Spinthout:transporteert water naar boven
- Licht van kleur
- Minder bruikbaar massief hout (zacht)
Cambium: regelt dikte en deels lengte groei
- Nieuw weefsel wordt aangemaakt
Schil
- Bast: dalende sapstroom
- Korst: bescherming tegen uitwendige bedreigingen
Drie stukken eikenhout. Bovenste snel gegroeid
en ca 31 brede ringen
Middelste jaarring patroon sterk verstoord,
spinthout zwaar aangetast door insectenvraat
Stuk onderaan traag gegroeid telt ca 92 smalle
jaarringen, spinthout zwaar aangetast door
insectenvraat
Houtzaag Methoden
Type doorsnede stam
1. Dwarsdoorsnede : rechthoekig op de as van de stam genomen = duid
aan als KOPSHOUT.
2. Lengtedoorsnede : verloopt volgens middellijn vd boom. Verkoop
evenwijdig met vezelrichting. Spreekt van RADIAAL HOUT of
KWARTIERSVLAK
3. Tangentiale doorsnede : evenwijdig ad as vd boom, door lengte vd
stam heet LANGSHOUT of DOSSE VLAK.
Kopshout
- Groeiringen zichtbaar
- Zeer slijtvast
- Zuigt vocht op
, - Wordt dwars op de vezelrichting gezaagd
Kwartierse Vlak/hout
- Door as van stam
- Boom wordt door 4 gezaagd
- Minst vervormingen
Houtzaak methoden massief hout
Half kwartiers
- Groeiringen: 45° < hoek 90°
- Licht gevlamde tekeningen
Vals kwartiers
- Nerf = vezelrichting
- Tekening = samenstelling van nerven en kleuren in gezaagd hout
Dosse gezaagd
- Hoek <45°
- Gevlamde tekeningen
- In tangentiale richting gezaagd
Hoek waarin de jaarringen door het zaagblad
worden doorkruist vormt het nerfpatroon van de
‘vlam’.
Verwerking ve boom
- ‘tot op het bot’
- Stam = rechte regelmatig planken =
commercieël
- Rest = houtdraaien, samengestelde
platen, visueel aantrekkelijk
(selectie van hout – boomstammen zorgen voor
uniformiteit)
Hout
Het verschil tussen naaldhout en loofhout
Naaldhout = via vaten
- Rechte stam, gaat door tot top vd boom
- Groenblijvende boven
- Groeit snel, 60 – 80 jaar (diam 60 cm)
- Sector : bouw voor draagconstructies
- Smalle planken
- Relatief goedkoop
- Langere vezels
- Meestal zachthout, meer kans op werken
(uitzetten en krimpen)
Loofbomen = harsgangen
- Onregelmatige vertakking, stam loopt niet tot top
- Bladverliezend
- Traaggroeiend 120-200 jaar (> diam 60cm)
- Sector meubilair
- Kortere vezels
- Meestal hardhout
Keuze voor type boom hangt af vd mechanische eigenschappen
- Gewicht
- Sterkte – draagkracht (doorbuiging, breken)
- Hardheid (weerstand tegen penetratie of indrukking)
- Duurzaamheid (beschermd tegen schimmel, rotting)
EN
- Prijs
- Esthetische kwaliteiten (kleur)
Stamopbouw (waar komt het massief hout vandaan)
Stofwisseling van bomen
Bomen zijn levende organisme
- Neemt O2 en H2O op vanuit de grond en stuurt ze terug in de atmosfeer
- Neemt CO2 op van buitenaf en slaagt deze terug op in de grond
Algemeen bestaan ze uit
- 50% koolstof – CO2
- 6% waterstof – H
- 44% zuurstof – O
Groei
- Van binnen naar buiten, binnenkant is ouder dan buitenkant
- Sapstroom loopt langs de buitenkant
- Groeit zowel in breedte en hoogte
,Vezel en groei
- Vezelrichting staat in relatie met groei vd bomen , is kenmerkend voor boomsoort
- Goede jaren = Ringen dikker, slechte jaren = Ringen dunner
- Trage gelijkmatige groei ---- Dichte vezelstructuur
- Snelle onregelmatige groei ---- Dwarse kronkelige vezelstructuur
LenteHout
- Lichter hout, meer wateropname, krachtige ontwikkeling van cellen
Zomerhout
- Vertaalt zich licht naast donkere lagen
Merg:
, - Sponsachtig weefsel 1st jaar
- Bruin
Kernhout : steunfunctie voor de boom
- Donkerder
- ‘dood’ hout geen levende cellen
- Toepassing vr massief hout
Spinthout:transporteert water naar boven
- Licht van kleur
- Minder bruikbaar massief hout (zacht)
Cambium: regelt dikte en deels lengte groei
- Nieuw weefsel wordt aangemaakt
Schil
- Bast: dalende sapstroom
- Korst: bescherming tegen uitwendige bedreigingen
Drie stukken eikenhout. Bovenste snel gegroeid
en ca 31 brede ringen
Middelste jaarring patroon sterk verstoord,
spinthout zwaar aangetast door insectenvraat
Stuk onderaan traag gegroeid telt ca 92 smalle
jaarringen, spinthout zwaar aangetast door
insectenvraat
Houtzaag Methoden
Type doorsnede stam
1. Dwarsdoorsnede : rechthoekig op de as van de stam genomen = duid
aan als KOPSHOUT.
2. Lengtedoorsnede : verloopt volgens middellijn vd boom. Verkoop
evenwijdig met vezelrichting. Spreekt van RADIAAL HOUT of
KWARTIERSVLAK
3. Tangentiale doorsnede : evenwijdig ad as vd boom, door lengte vd
stam heet LANGSHOUT of DOSSE VLAK.
Kopshout
- Groeiringen zichtbaar
- Zeer slijtvast
- Zuigt vocht op
, - Wordt dwars op de vezelrichting gezaagd
Kwartierse Vlak/hout
- Door as van stam
- Boom wordt door 4 gezaagd
- Minst vervormingen
Houtzaak methoden massief hout
Half kwartiers
- Groeiringen: 45° < hoek 90°
- Licht gevlamde tekeningen
Vals kwartiers
- Nerf = vezelrichting
- Tekening = samenstelling van nerven en kleuren in gezaagd hout
Dosse gezaagd
- Hoek <45°
- Gevlamde tekeningen
- In tangentiale richting gezaagd
Hoek waarin de jaarringen door het zaagblad
worden doorkruist vormt het nerfpatroon van de
‘vlam’.
Verwerking ve boom
- ‘tot op het bot’
- Stam = rechte regelmatig planken =
commercieël
- Rest = houtdraaien, samengestelde
platen, visueel aantrekkelijk
(selectie van hout – boomstammen zorgen voor
uniformiteit)