Het materiele privaatrecht is het privaatrecht waarin de inhoudelijke regels staan. Het
formele recht privaatrecht is onder andere te vinden in het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering (Rv). Ook de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) geeft
belangrijke bepalingen.
8.1 Formeel privaatrecht
Ontwikkelingen in het burgerlijk procesrecht
Een van de vernieuwingen was het digitaal procederen
Absolute en relatieve competentie (art.42 Wet RO)
absolute competentie gaat over welke rechter bevoegd is om kennis te nemen van een
zaak. Daaruit blijkt dat burgerlijke (civiele) zaken in eerste instantie bij de rechtbank
worden voorgelegd. De rechtbank is in eerste aanleg absoluut competent in burgerlijke
zaken.
Bij de rechtbank moet de zaak worden voorgelegd aan sector civiel of sector kanton.
De volgende zaken worden onder andere behandeld door de sector kanton van de
rechtbank:
- zaken betreffende een arbeidsovereenkomst
- zaken betreffende huurovereenkomsten
- zaken betreffende consumentenkoopovereenkomsten
- zaken betreffende vorderingen met een beloop van ten hoogste 25.000 EUR.
Wanneer iemand het niet eens is meet de uitspraak van de rechter, dan kan in de
meeste gevallen in hoger beroep worden gegaan bij het gerechtshof. Tegen een
uitspraak van een rechter van het gerechtshof kan een persoon in cassatie gaan bij de
Hoge Raad.
Er moet daarna worden vastgesteld bij welke rechtbank de zaken moeten worden
voorgelegd. Dit word relatieve competentie genoemd.
- Noord-Nederland
- Overijssel
- Noord-Holland
- Amsterdam
- Midden-Nederland
- Gelderland
- Den Haag
- Rotterdam
- Zeeland-West-Brabant
- Oost-Brabant
, - Limburg
Art. 99 lid 1 Rv geeft de hoofdregel van relatieve competentie. In de
dagvaardingsprocedure is de rechter van de woonplaats van de gedaagde/verweerder
bevoegd, tenzij de wet anders bepaalt.
Algemene uitgangspunten burgerlijk procesrecht
In het burgerlijk procesrecht geldt een aantal algemene uitgangspunten:
1. Hoor en wederhoor
2. Openbaarheid van zitting en uitspraak
3. Motivering van de beslissing
4. Onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter
5. Partijautonomie
Ad 1 Hoor en wederhoor
Dit beginsel bepaalt dat beide partijen de mogelijkheid moeten krijgen om hun
standpunten naar voren te brengen. In dagvaarding staan standpunten van de eiser
opgenomen. De gedaagde/verweerder kan daarop schriftelijk of mondeling reageren op
de rolzitting.
Ad 2 Openbaarheid van zitting en uitspraak
De terechtzitting moet in het openbaar plaatsvinden. Hier zijn wel uitzonderingen voor.
Ad 3 Motiveringsbeginsel van beslissing
Door goede motivatie in uitspraken kan worden voorkomen dat er rechtsongelijkheid
heerst in de rechtspraak.
Ad 4 onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter
De rechter moet objectief kunnen spreken.
Ad 5 partijautonomie
De partijen bepalen de omvang van de privaatrechtelijke procedure. Zij bepalen
bijvoorbeeld zelf welke argumenten zij wel of niet voorleggen aan de rechter.
Dagvaardingsprocedure en verzoesschriftprocedure
Een civiele procedure start met een dagvaarding. De eiser maakt hierin duidelijk wat de
eis is op grond van argumenten.
Als iemand zijn voornaam bijvoorbeeld wilt wijzigen moey hiervoor geen dagvaarding
maar een verzoekschrift worden opgesteld met een verzoek.
8.2 Dagvaardingsprocedure
De rechtspersoon die de zaak aanbrengt bij de rechter wordt de eiser genoemd. Degene
die opgeroepen wordt om bij de rechter te verschijnen wordt de gedaagde/verweerder
genoemd.