Opdracht TIA en CVA in de les Week 6

Hersenen – TIA en CVA

 Opdracht (in groepjes van ~4 studenten)
Maak een factsheet over Transient Ischemic Attack (TIA) en cerebro vasculair accident
(CVA). Maak hierbij in elk geval gebruik van het volgende filmpje:
https://www.youtube.com/watch?v=gtif4NA-Q6Q, en van informatie op relevante en
betrouwbare websites (bijvoorbeeld die van de hersenstichting).
Je kunt daarnaast ook gebruik maken van de artikelen die op Blackboard staan.
De rode draad van jullie factsheet moet de relatie tussen de oorzaken en de gevolgen van
de aandoening zijn. Onderwerpen die in elk geval aan de orde moeten komen zijn:
 Wat is het, wat zijn de oorzaken? Een TIA is een beroerte, waarbij een stolsel
vastloopt in een bloedvat in de hersenen. Een cva is een acute medische aandoening
waarbij er een plotselinge verstoring van de doorbloeding van de hersenen
plaatsvindt. De oorzaken van een tia zijn een tijdelijke verstopping van een bloedvat in
de hersenen, vaak door een bloedpropje dat loskomt door slagaderverkalking of een
hartritmestoornis. De oorzaken van een cva zijn een verstopping (herseninfarct) of
scheuring (hersenbloeding) van een hersenbloedvat, vaak door risicofactoren zoals
hoge bloeddruk, roken, te hoog cholesterol, suikerziekte en hartproblemen zoals
boezemfibrilleren.
 Wat zijn de symptomen, hoe herken je het, hoe wordt de diagnose gesteld? De
symptomen van een tia zijn een scheve mond, verlamming of verlies van kracht in een
arm of been, spraakproblemen (niet kunnen praten, wartaal spreken of niet
begrijpen), zichtproblemen (dubbelzien, blindheid aan één oog, beperking
gezichtsveld), evenwichtsstoornissen, of gevoelsverandering en tintelingen in een deel
van het lichaam. Een tia herken je aan plotse, tijdelijke klachten zoals een scheve
mond, wartaal spreken, verlamming aan een arm of been, en gezichts-, evenwichts- of
gevoelsstoornissen, die aan één lichaamshelft verschijnen. De diagnose tia wordt
gesteld via een combinatie van een gesprek met een arts, een lichamelijk onderzoek
en diverse onderzoeken zoals bloedonderzoek, een CT- of MRI-scan van de hersenen,
een duplex-echo van de halsslagaders en een hartfilmpje (ECG) om de oorzaak te
achterhalen en herhaling te voorkomen. De symptomen van een cva zijn plotselinge
uitvalsverschijnselen: een scheve mond door een verlamming, moeite met spreken
(verward of niet kunnen uit je woorden komen) en zwakte of verlamming in één arm
en/of been. Een cva herken je aan plotseling optredende symptomen, zoals een
scheve mond, moeite met praten of begrijpen, zwakte in een arm, of problemen met
zien, via de FAST-test: face (gezicht), arm (arm), speech (spraak) en time (tijd). De
diagnose cva wordt gesteld na een combinatie van een neurologisch onderzoek, de
symptomen (zoals een scheve mond, verwarde spraak of verlamming) en met name
een CT- of MRI-scan van de hersenen om de oorzaak (bloeding of infarct) te
achterhalen en de locatie van het letsel te bepalen.
 Wat is de behandeling en wat is jouw rol als verpleegkundige hierbij? De behandeling
richt zich op het voorkomen van een nieuw herseninfarct, met medicatie zoals
bloedverdunners, bloeddrukverlagers en cholesterolverlagers, en soms een ingreep
aan de halsslagader of een dotterbehandeling. De verpleegkundige speelt een cruciale
rol bij de opvang en begeleiding van de patiënt, waarbij ze het zorgplan opstelt,
medicatie toedient, de zelfredzaamheid bevordert, voorlichting geeft over
risicofactoren en de patiënt en familie informeert. De behandeling van een cva is
gericht op het beperken van schade, het voorkomen van een nieuwe beroerte en
revalidatie, met acute behandelingen zoals trombolyse (stolseloplossers) en
mechanische trombectomie (stolsel verwijderen via een katheter) bij een
herseninfarct, en rust bij een hersenbloeding. De verpleegkundige is cruciaal voor het