COMMUNICATIEWETENSCHAP
PEN
Inhoudsopgave
1 Verbale communicatie..............................................................................2
1.1 natuurlijke taal...................................................................................2
1.1.1 taal is symbolisch.........................................................................2
1.1.2 kennisgeheel................................................................................2
1.1.3 bestaat uit regels & is productief.................................................2
1.1.4 beïnvloedt ons beeld van de werkelijkheid..................................3
1.2 subsystemen van taal........................................................................4
1.2.1 Fonologie......................................................................................4
1.2.2 morfologie & semantiek...............................................................4
1.2.3 syntaxis........................................................................................5
1.2.4 pragmatiek...................................................................................5
1.3 taal & sociale identiteit....................................................................11
1.4 taal & culturele verschillen...............................................................11
, 1 VERBALE COMMUNICATIE
1.1 NATUURLIJKE TAAL
KENMERKEN:
1. Bestaat uit symbolen
2. = kennisgeheel
3. Regels & productief
4. Beïnvloedt ons beeld van de samenleving (2 soorten)
4.1. Linguïstisch relativisme
4.2. Linguïstisch determinisme
1.1.1 TAAL IS SYMBOLISCH
Teken is een voertuig van betekenis
o Signifiant (betekenaar): klanken
o Signifié (betekende)
Verbindt inhoud met vorm
Ook vormen & kleuren
1.1.2 KENNISGEHEEL
Kinderen worden NIET geboren met taal in het brein
WEL met taalvermogen (om te leen)
Context bepaalt wat jouw moedertaal gaat zijn
Taal wordt verworven
Taal = kennis van bepaalde klanken, woorden, zinsconstructie
1.1.3 BESTAAT UIT REGELS & IS PRODUCTIEF
Nieuwe zinnen begrijpen = linguïstische productiviteit
Productiviteit? Betekent dat als docent willekeurige zin zegt dat
wij dat wss gaan begrijpen omdat we de betekenis van de aparte
woorden kennen dus zo verstaan
Algemene regels om betekenis te creëren (pas expliciet na les)
Complexe regels: uitspraak, grammatica (ook na les pas)
PEN
Inhoudsopgave
1 Verbale communicatie..............................................................................2
1.1 natuurlijke taal...................................................................................2
1.1.1 taal is symbolisch.........................................................................2
1.1.2 kennisgeheel................................................................................2
1.1.3 bestaat uit regels & is productief.................................................2
1.1.4 beïnvloedt ons beeld van de werkelijkheid..................................3
1.2 subsystemen van taal........................................................................4
1.2.1 Fonologie......................................................................................4
1.2.2 morfologie & semantiek...............................................................4
1.2.3 syntaxis........................................................................................5
1.2.4 pragmatiek...................................................................................5
1.3 taal & sociale identiteit....................................................................11
1.4 taal & culturele verschillen...............................................................11
, 1 VERBALE COMMUNICATIE
1.1 NATUURLIJKE TAAL
KENMERKEN:
1. Bestaat uit symbolen
2. = kennisgeheel
3. Regels & productief
4. Beïnvloedt ons beeld van de samenleving (2 soorten)
4.1. Linguïstisch relativisme
4.2. Linguïstisch determinisme
1.1.1 TAAL IS SYMBOLISCH
Teken is een voertuig van betekenis
o Signifiant (betekenaar): klanken
o Signifié (betekende)
Verbindt inhoud met vorm
Ook vormen & kleuren
1.1.2 KENNISGEHEEL
Kinderen worden NIET geboren met taal in het brein
WEL met taalvermogen (om te leen)
Context bepaalt wat jouw moedertaal gaat zijn
Taal wordt verworven
Taal = kennis van bepaalde klanken, woorden, zinsconstructie
1.1.3 BESTAAT UIT REGELS & IS PRODUCTIEF
Nieuwe zinnen begrijpen = linguïstische productiviteit
Productiviteit? Betekent dat als docent willekeurige zin zegt dat
wij dat wss gaan begrijpen omdat we de betekenis van de aparte
woorden kennen dus zo verstaan
Algemene regels om betekenis te creëren (pas expliciet na les)
Complexe regels: uitspraak, grammatica (ook na les pas)