Nietigheid en vernietigbaar
• Nietigheid
o Algemeen belang
o De rechtshandeling heeft niet het door de partijen beoogde
rechtsgevolg, want het wordt geacht nooit te hebben bestaan
o Ambtshalve toepassing: art. 25 Rv
• Vernietigbaarheid
o Particulier belang
o De rechtshandelingen zijn geldig, maar de partijen kunnen deze
vernietigen
o Door de partijen zelf, art. 3:49 BW
Voorbeeld van gevolg van vernietiging: V verkoopt en levert op 1 januari een auto
aan K. K vernietigt op 1 maart de overeenkomst wegens dwaling ex art. 6:228 BW.
Wie was de eigenaar van de auto op 1 februari?
Het antwoord hangt af van hoe je de vraag opvat: historisch of juridisch.
• Historisch: als het vandaag de dag 1 februari is, dan is de overeenkomst nog
niet vernietigt. Dan is de koper nog steeds eigenaar.
• Juridisch: als het vandaag 2 maart is dan is het antwoord anders. Vernietiging
heeft terugwerkende kracht en de rechtshandelingen worden geacht nooit te
hebben bestaan, art. 3:53 lid 1 BW. De overeenkomst is dan dus nooit tot
stand gekomen en dus is V de eigenaar. De koper is dus ook nooit eigenaar
geweest van de auto.
Voorbeeld van gevolg van nietigheid: V verkoopt en levert op 1 januari een auto aan
K. De overeenkomst blijkt nietig. Wie was de eigenaar van de auto op 1 februari?
Het antwoord hangt ook hier af van hoe je de vraag opvat: historisch of juridisch.
• Historisch: koper is nooit eigenaar geworden, want de overeenkomst is nietig.
• Juridisch: koper is nooit eigenaar geworden, want de overeenkomst is nietig.
Vernietiging of nietigheid: de conclusie blijft hetzelfde, want de rechtshandeling heeft
bij beide geen rechtsgevolg. Het verschil zit hem in de vraag of de partij of de rechter
de bevoegdheid heeft.
Art. 3:40 BW
3 toetsingscriteria:
1. Goede zeden
2. Openbare orde
3. Strijd met dwingende wetsbepalingen
a) Inhoud van de overeenkomst is in strijd met de wet
b) Strekking van de overeenkomst is in strijd met de wet bedoeling,
voorzienbaar gevolg
c) Sluiten van de overeenkomst is in strijd met de wet
Inhoud overeenkomst in strijd met de wet: art. 3:40 lid 1 BW
HR NJ 2000/652 (Parkeerexploitatie/Amsterdam)
• P huurt gedeelte openbare weg van A en sluit dit af met slagboom
1
, • Art. 14 Wegenwet verplicht gemeente om alle verkeer over openbare weg te
dulden
• RvS beslist dat P slagboom niet mag sluiten en geen parkeergeld mag heffen
• P vordert schadevergoeding (art. 6:74 BW)
• A beroept zich op nietigheid van de overeenkomst
• Is de inhoud in strijd met de openbare orde, art. 3:40 lid 1 BW?
Hoge Raad: ja, duurzame verplichting tot verrichten verboden prestatie. De
overeenkomst is in strijd met art. 14 Wegenwet en daarom in strijd met de openbare
orde. Je kan niet ineens een openbare weg afsluiten waardoor deze niet meer
toegankelijk is en dus niet meer openbaar is.
Strekking overeenkomst is in strijd met de wet: art. 3:40 lid 1 BW
HR NJ 2012/495 (Van Hees q.q./Y)
• X leent geld van mensen om te beleggen en verplicht zich tot rente variërend
van 3% tot 80%. Hoe kan dit?
• X leent €1.400.000 van arts Y om dit voor haar te beleggen: hij keert haar
€2.400.000 uit. Hoe kan dit?
• X failleert en de curator vordert €1.000.000 van Y
• Curator stelt dat de overeenkomst tussen X en Y nietig is wegens:
o Schending van toenmalige Wet toezicht effectenverkeer
o Wegens strijd met de goede zeden
Hoge Raad: nee, want Y had geen subjectieve kennis van overtreding wet en Ponzi
scheme.
Ander voorbeeld wat hier bij past: X koopt een mes bij Y in de winkel met het doel om
iemand neer te steken. Y kon niet weten dat X dit als idee had. Je kan in zo’n situatie
dus niet zeggen dat die overeenkomst nietig is. En dat is wat ook de gedachtegang
van de Hoge Raad in bovenstaand arrest is geweest à beide partijen moeten zich
dus bewust zijn.
HR Esmilo/Mediq
• E en M sluiten een overeenkomst op grond waarvan medicijnen door
apotheken aan groothandel zouden worden doorverkocht
• Dit is in strijd met geldende regelgeving
Hof: partijen waren zich er allebei van bewust dat de overeenkomst
uitvoeringshandelingen meebracht die in strijd waren met geldende regelgeving, dus
de overeenkomst is nietig o.g.v. art. 3:40 lid 1 BW
Hoge Raad: in art. 3:40 lid 1 BW staat geen uitzondering: als de strekking van de
overeenkomst in strijd is met de wet is de overeenkomst nietig. De Hoge Raad heeft
in dit arrest wel een uitzondering gemaakt:
Een overeenkomst is niet automatisch nietig wegens een verboden strekking. Of de
overeenkomst nietig is hangt af van de weging van 4 factoren:
1. Welke belangen worden door de regel beschermd?
2. Worden fundamentele beginselen geschonden?
3. Waren partijen zich van de inbreuk op de regel bewust?
2
, 4. Voorziet de regel in een sanctie?
Sluiten overeenkomst is in strijd met de wet: art. 3:40 lid 2 BW
ECLI:NL:RBNNE:2024:1971
• T, gevestigd op Malta, biedt online kansspelen aan in Nederland
• X verliest tussen januari 2020 en september 2021 circa €93.000 via deelname
online kansspelen van T
• X stelt dat de kansspelovereenkomst o.g.v. art. 3:40 lid 2 BW nietig is omdat T
niet beschikte over een vergunning o.g.v. de Wok
• T voert aan dat het pas in april 2021 mogelijk was om een vergunning voor
online kansspelen aan te vragen; bovendien bevat de Wok geen verbod op
online kansspelen
Rechtbank: de Wok verbiedt geen bepaalde vorm van kansspelen, maar kansspelen
in het algemeen, T heeft dus ook voor april 2021 in strijd met de Wok gehandeld door
online kansspelen zonder vergunning aan te bieden. De Wok beschermt niet het
belang van 1 partij, maar het algemene belang dat mensen niet gokverslaafd raken.
Dus geen vernietigbaarheid, maar nietigheid. De Wok heeft dus de strekking om
strijdige rechtshandelingen aan te tasten. X heeft onverschuldigd betaald aan T.
Onverschuldigde betaling na nietigheid
• Er is na nietigheid geen rechtsgrondslag meer à dus onverschuldigd betaald
• Onverschuldigde betaling ziet op alle prestaties in het algemeen, dus niet
alleen op geld
• Ondanks dat er geen rechtsgrondslag is, kan je het alsnog terugvorderen
o.g.v. art. 6:203 BW:
o Goed geven= teruggave
o Geld= teruggave
o Anders = ongedaanmaking
Soms is ongedaanmaking niet mogelijk: als jij op grond van een
vervoersovereenkomst iemand hebt vervoerd van A naar B, kan je dat niet ongedaan
maken. Art. 6:210 lid 2 BW geeft de hoofdregel in die situatie à in dat geval krijg je
een vergoeding van de waarde van de prestatie.
Voorbeeld: opdrachtgever spreekt met crimineel af dat hij tegen betaling van
€20.000, het slachtoffer ernstig zal mishandelen. De opdrachtgever betaalt de
crimineel en hij mishandelt het slachtoffer. Dit is natuurlijk in strijd met de goede
zeden en daarom een nietige overeenkomst. Opdrachtgever beroept zich vervolgens
op de nietigheid van de overeenkomst met de crimineel en vordert €20.000 terug van
de crimineel. Zou dit moeten kunnen?
• Je kan dan zeggen van het is een nietige overeenkomst, dus de
opdrachtgever krijgt zijn geld terug. Dat betekent dat hij gratis iemand zou
kunnen laten mishandelen. Die mishandeling heeft al plaatsgevonden en dat
kan je niet terugdraaien. O.g.v. de hoofdregel uit art. 6:210 lid 2 BW moeten
we dan kijken naar de waarde van de prestatie. Je zou hier kunnen zeggen
dat de waarde €20.000 is, omdat de opdrachtgever dat betaalde aan de
crimineel. Hij krijgt zijn geld dan terug o.g.v. onverschuldigde betaling en dit
zou hij vervolgens weer aan het slachtoffer moeten betalen. Hoe dan ook: de
situatie blijft hetzelfde, omdat de mishandeling al heeft plaatsgevonden. De
3
, opdrachtgever en de crimineel worden dan eigenlijk verrijkt. Dat voelt
onbevredigend.
• In die situaties kijk je naar art. 6:211 BW: dit artikel blokkeert vorderingen ter
compensatie van prestaties die je niet op waarde kan waarderen. Er zijn soms
namelijk prestaties waarbij dat niet mogelijk is à mishandeling. Als je dit
terugkoppelt aan het voorbeeld kom je tot de volgende conclusie:
mishandeling behoort niet op geld te worden gewaardeerd. Om die reden kan
de opdrachtgever zijn geld niet terugvorderen van de crimineel. Die vordering
wordt dus geblokkeerd. Dit blijft dus onbevredigend. De crimineel mag zijn
geld houden en je komt er dus niet uit, dus civielrechtelijk kom je er niet uit. Je
moet dan naar het strafrecht gaan en dan zie je dat zowel de opdrachtgever
als de crimineel het geld kwijt is.
Polyproject/Warmond I:
• P wil dat gemeente W het bestemmingsplan wijzigt zodat P villa’s kan bouwen
• W wil planologische eenzijdigheid compenseren door elders sociale
woningbouw te realiseren
• Daartoe wil W €760.000 hebben van P: partijen leggen dit vast in een
overeenkomst
• Beide partijen zijn hun verplichtingen nagekomen
• P stelt dat de overeenkomst nietig is wegens strijd met gemeentelijke
exploitatieverordening en vordert het bedrag terug; W stelt tegenvordering in
• Als de overeenkomst nietig is, dan moeten verplichtingen over en weer
ongedaan worden gemaakt
• Maar: wijziging van het bestemmingsplan kan niet ongedaan worden gemaakt
• Kan de wijziging op geld worden gewaardeerd, of blokkeert art. 6:211 lid 1 BW
dit?
Hoge Raad: art. 6:211 lid 1 BW moet restrictief worden geïnterpreteerd. Het enkele
feit dat de financiële bijdrage in de exploitatieovereenkomst strijdig was met de
exploitatieverordening betekent niet dat de prestatie van de gemeente (= het wijzigen
van het bestemmingsplan) niet op geld mag worden gewaardeerd
Polyproject/Warmond II: de zaak werd terugverwezen naar het hof en deze moest
bepalen wat de waarde is van het wijzigen van het bestemmingsplan. Het hof zegt
dat er geen markt is voor het wijzigen van een bestemmingsplan. De Hoge Raad
zegt het volgende: art. 6:211 lid 1 BW is n.v.t. en daarom moet het hof o.g.v. art.
6:210 lid 2 BW bepalen wat de waarde is van de geleverde prestatie (aanpassing
bestemmingsplan). De Hoge Raad zegt dat deze waardering behoort in een geval als
het onderhavige te gebeuren op grondslag van hetgeen voor de gemeente wel
geoorloofd zou zijn geweest van Polyproject als tegenprestatie te bevorderen
Hoorcollege 2 Nietigheden
Nietigheid mag niet verder gaan dan het doel dat zij moet bereiken: dat nuanceren
kan op de volgende manieren:
1. Zoeken naar een tussenoplossing
• Nadeel opheffen
• Beperken gevolgen nietigheid
• Partiële nietigheid/ gedeeltelijke vernietiging
4