In dialoog met kinderen
1: In dialoog met kinderen met hun diverse behoeften
Wat is een dialoog?
- Niet zomaar een gesprek
- Focus op inhoud én zorg voor relatie
- Via taal boodschappen uitzenden en ontvangen
=> verbale en non-verbale taal
=> hoog, laag, intonatie, stiltes, lichaamshouding,…
- 2 of meer mensen
- Mate van samenwerking
Kwadrant van de gesprekssoorten
samenwe
doel
toespraa dialoog
eenrichti Mate van tweericht
tirade debat
overtreff
Oefeningen
Een LK vertelt de klasgroep waarom het belangrijk is om respectvol te zijn
voor elkaar. Hij stelt geen vragen, maar verteld = toespraak
Een LK benoemt geërgerd waarom twee lln hem onrespectvol behandelen en
wrm het zo belangrijk is op respect te tonen = Tirade (vaak emoties)
LK en lln wisselen samen uit wat respect is, hoe je dit kunt tonen, waarom dit
van belang is,… = dialoog
Twee lln en een LK proberen in het gesprek te overtuigen waarom de andere
partij al dan niet onrespectvol was daarnet. = debat
1
,In dialoog met kinderen
=> dialoog? Ja, kan ook non-verbaal zijn, ze vangen elkaars blikken op en
spelen erop in. Er is inhoud, de juf controleert of hij mee is met wat ze zegt.
In dialoog treden om de basisbehoeften te stimuleren
Eduard is een jongen die erg snel uit zijn evenwicht raakt. Met andere woorden, hij heeft op
emotioneel vlak een negatief zelfbeeld. Hij steekt te pas en te onpas zijn vinger op. Dit gedrag
begint de leraar steeds meer te irriteren. Johanna is een meisje dat niet van haar stuk te krijgen is.
Met andere woorden, zij heeft een stevig zelfbeeld. Zij vertoont hetzelfde gedrag van Eduard. De
leraar besluit het gedrag van beide kinderen aan te pakken door het te negeren. Na een paar dagen
steekt Johanna alleen nog maar haar vinger op als er echt iets is. Eduard heeft steeds vaker
huilbuien en komt steeds vaker bij de tafel van de leraar staan .
Johanna competentie: geef mij uitdaging, ik kan het
Eduard verbondenheid: zie je mij? Ben ik oké?
Zwaarte basisbehoefte ligt ander, LK moet dialoog aanpassen, afstemmen
=> Gelijke omgang =/= gelijkwaardige omgang
- HÉT kind bestaat niet
- grote diversiteit ts kinderen op vlak van basisbehoeften
- Afstemming van onze communicatie op de basisbehoeften is noodzakelijk.
o Bv. kinderen die gedrag stellen dat gekoppeld is aan...
o Introvert-extravert
o Wel/geen beslissingen nemen
o Denkers-doeners
o Wel of niet affectief
o Moedertaal (veel visueel materiaal bij dialoog)
Genoeg duiding geven! (waardevolle boodschappen)
De relatie tussen een dialoog, de psychologische basisbehoeften en motivatie
De basisbehoeften en motivatie
- Extrinsiek – intrinsiek
- Pedagogisch – sensitief reageren
- Communicatie heeft invloed op motivatie -> dialoog, taal afstemmen
o Aanmoedigen, versterken
o Reageren bij tekort
2
, In dialoog met kinderen
Bekijk beide reacties van Karen. Welke invloed heeft dit op haar motivatie? Hoe
verbind je dit met haar basisbehoeften.
- Situatie 1: LK heeft geen empathie, noden niet onderzocht, extrinsieke
motivatie
- Situatie 2: Geeft kind keuze, legt uit waarom, geeft ruimte, intrinsieke
motivatie
Zoektocht naar onderliggende behoefte stimuleert de leerling
2 Fundamenten voor een positieve dialoog en relatie:
de basishoudingen waarderen en vertrouwen
Componenten van een relatie
1. Individuele kenmerken: Jongen, 8 jaar, speelt viool
=> opzoek gaan naar gelijkenissen met lln, meer verbondenheid
2. Interactie: Leerkracht -leerling, actie – reactie, wisselwerking
=> dynamiek, humor?, spontaan?,…
3. Externe invloeden: Babbelhoek, toffe sfeer in het team, veel plaats
(omgeving)
=> Relatie tussen leerkrachten, invloed op relatie leerlingen, schoolcultuur
Hebben invloed op mekaar
Belang van een positieve relatie
Yves: Ind. Kenmerken: vertrouwen, welbevinden kinderen, openheid
interactie: assertief zijn, niet onbeleefd
extern: inrichting van klas, schoolcultuur
Effect op het kind vanuit onderzoek
- Slaagkansen, betere ontwikkeling
- gaan liever naar school
- kopiëren gedrag naar andere kinderen toe
- Veiligheid: beter spelen en zelfstandig werken = meer zelfvertrouwen
(zelfbeeld)
Ook bij 3de graad belangrijk, veel onzekerheden,…! (wel anders)
- Individuele kenmerken, interactie, externe hebben invloed
- Onveilig gehecht, schoolmoe = geen connectie met LK => kans dat ze dat
meenemen
=>gouden weken: de eerste weken van schooljaar, verbondenheid creëren is
belangrijk!!
- Vroegere rationele moeilijkheden ook belang
- Blijft moeilijkheid om verbondenheid te creëren met elke leerling (altijd,
zoektocht)
Conclusie: fundamenteel, ontwikkeld doorheen de tijd
3
1: In dialoog met kinderen met hun diverse behoeften
Wat is een dialoog?
- Niet zomaar een gesprek
- Focus op inhoud én zorg voor relatie
- Via taal boodschappen uitzenden en ontvangen
=> verbale en non-verbale taal
=> hoog, laag, intonatie, stiltes, lichaamshouding,…
- 2 of meer mensen
- Mate van samenwerking
Kwadrant van de gesprekssoorten
samenwe
doel
toespraa dialoog
eenrichti Mate van tweericht
tirade debat
overtreff
Oefeningen
Een LK vertelt de klasgroep waarom het belangrijk is om respectvol te zijn
voor elkaar. Hij stelt geen vragen, maar verteld = toespraak
Een LK benoemt geërgerd waarom twee lln hem onrespectvol behandelen en
wrm het zo belangrijk is op respect te tonen = Tirade (vaak emoties)
LK en lln wisselen samen uit wat respect is, hoe je dit kunt tonen, waarom dit
van belang is,… = dialoog
Twee lln en een LK proberen in het gesprek te overtuigen waarom de andere
partij al dan niet onrespectvol was daarnet. = debat
1
,In dialoog met kinderen
=> dialoog? Ja, kan ook non-verbaal zijn, ze vangen elkaars blikken op en
spelen erop in. Er is inhoud, de juf controleert of hij mee is met wat ze zegt.
In dialoog treden om de basisbehoeften te stimuleren
Eduard is een jongen die erg snel uit zijn evenwicht raakt. Met andere woorden, hij heeft op
emotioneel vlak een negatief zelfbeeld. Hij steekt te pas en te onpas zijn vinger op. Dit gedrag
begint de leraar steeds meer te irriteren. Johanna is een meisje dat niet van haar stuk te krijgen is.
Met andere woorden, zij heeft een stevig zelfbeeld. Zij vertoont hetzelfde gedrag van Eduard. De
leraar besluit het gedrag van beide kinderen aan te pakken door het te negeren. Na een paar dagen
steekt Johanna alleen nog maar haar vinger op als er echt iets is. Eduard heeft steeds vaker
huilbuien en komt steeds vaker bij de tafel van de leraar staan .
Johanna competentie: geef mij uitdaging, ik kan het
Eduard verbondenheid: zie je mij? Ben ik oké?
Zwaarte basisbehoefte ligt ander, LK moet dialoog aanpassen, afstemmen
=> Gelijke omgang =/= gelijkwaardige omgang
- HÉT kind bestaat niet
- grote diversiteit ts kinderen op vlak van basisbehoeften
- Afstemming van onze communicatie op de basisbehoeften is noodzakelijk.
o Bv. kinderen die gedrag stellen dat gekoppeld is aan...
o Introvert-extravert
o Wel/geen beslissingen nemen
o Denkers-doeners
o Wel of niet affectief
o Moedertaal (veel visueel materiaal bij dialoog)
Genoeg duiding geven! (waardevolle boodschappen)
De relatie tussen een dialoog, de psychologische basisbehoeften en motivatie
De basisbehoeften en motivatie
- Extrinsiek – intrinsiek
- Pedagogisch – sensitief reageren
- Communicatie heeft invloed op motivatie -> dialoog, taal afstemmen
o Aanmoedigen, versterken
o Reageren bij tekort
2
, In dialoog met kinderen
Bekijk beide reacties van Karen. Welke invloed heeft dit op haar motivatie? Hoe
verbind je dit met haar basisbehoeften.
- Situatie 1: LK heeft geen empathie, noden niet onderzocht, extrinsieke
motivatie
- Situatie 2: Geeft kind keuze, legt uit waarom, geeft ruimte, intrinsieke
motivatie
Zoektocht naar onderliggende behoefte stimuleert de leerling
2 Fundamenten voor een positieve dialoog en relatie:
de basishoudingen waarderen en vertrouwen
Componenten van een relatie
1. Individuele kenmerken: Jongen, 8 jaar, speelt viool
=> opzoek gaan naar gelijkenissen met lln, meer verbondenheid
2. Interactie: Leerkracht -leerling, actie – reactie, wisselwerking
=> dynamiek, humor?, spontaan?,…
3. Externe invloeden: Babbelhoek, toffe sfeer in het team, veel plaats
(omgeving)
=> Relatie tussen leerkrachten, invloed op relatie leerlingen, schoolcultuur
Hebben invloed op mekaar
Belang van een positieve relatie
Yves: Ind. Kenmerken: vertrouwen, welbevinden kinderen, openheid
interactie: assertief zijn, niet onbeleefd
extern: inrichting van klas, schoolcultuur
Effect op het kind vanuit onderzoek
- Slaagkansen, betere ontwikkeling
- gaan liever naar school
- kopiëren gedrag naar andere kinderen toe
- Veiligheid: beter spelen en zelfstandig werken = meer zelfvertrouwen
(zelfbeeld)
Ook bij 3de graad belangrijk, veel onzekerheden,…! (wel anders)
- Individuele kenmerken, interactie, externe hebben invloed
- Onveilig gehecht, schoolmoe = geen connectie met LK => kans dat ze dat
meenemen
=>gouden weken: de eerste weken van schooljaar, verbondenheid creëren is
belangrijk!!
- Vroegere rationele moeilijkheden ook belang
- Blijft moeilijkheid om verbondenheid te creëren met elke leerling (altijd,
zoektocht)
Conclusie: fundamenteel, ontwikkeld doorheen de tijd
3