Leerstukken 1:
- Werknemersbegrip WW
- Privaatrechtelijke dienstbetrekking
- Criteria arbeidsovereenkomst
- Pensioengerechtigde leeftijd
Centrale vraag: is x verzekerd voor de werkloosheidswet WW of ZW?
(Vervult x het werknemersbegrip van art. 3 lid 1 WW)
Juridisch kader
- Art. 3 lid 1 WW- werknemersbegrip
- Art. 7a lid 1 AOW- pensioengerechtigde leeftijd
- Art. 7:610 BW- arbeidsovereenkomst vereiste (privaatrechtelijke dienstbetrekking)
- Art. 6 lid 1 sub c ZW (huishoudelijk personeel)
- Art. 6 lid 1 sub d ZW (DGA)
Toepassing
1. Vaststellen of betrokkene een natuurlijk persoon is en jonger is dan de
pensioengerechtigde leeftijd. (gaat het om een werknemer)
Gebruik artikel:
→ Art. 3 lid 1 WW
→ Art. 3 lid 1 Zw
→ Art. 29 lid 1 Zw
→ Art. 20 Zw
→ Art. 7a lid 1 AOW (pensioengerechtigde leeftijd)
Let op: lees goed of het gaat over ZW of WW.
Formulering:
“Betrokkene is een natuurlijke persoon en jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd (art. 7a
AOW), waardoor hij voldoet aan de basisvoorwaarde van art. 3 lid 1 [WW/ZW/WIA].”
2. Onderzoeken of er sprake is van een arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW) (gaat het
om een privaatrechtelijke diensbertrekking, niet dan publiek rechtelijk)
Je toetst achtereenvolgens de drie vereiste:
- Loon (art. 7:610 BW)
Vraag: krijgt betrokkene een tegenprestatie in geld ?
Voorbeeldzin: “De betaling voor de verrichte werkzaamheden kwalificeert als loon in de zin
van art. 7:610 BW.”
- Persoonlijke arbeid (art. 7:610 BW) geldt ook als er een vervanger is
Vraag: moet betrokkene de arbeid zelf uitvoeren? mag hij niet vervangen worden?
Voorbeeldzin: “De arbeid moet persoonlijk worden verricht, omdat vervanging niet is
toegestaan → voldoet aan art. 7:610 BW.”
- Gezagsverhouding (art. 7:610 BW)
Vraag: Geeft de werkgever aanwijzingen, regels, toezicht of indirect gezag?
○ ziekmelden verplicht
1
, ○ Dagelijkse instructies
○ Vaste werktijden
○ toestemming voor verlof
○ werken binnen organisatie van werkgever
→ voldoende aanwijzingen voor gezag.
Voorbeeldzinnen:
● “Er is een gezagsverhouding, omdat instructies moeten worden opgevolgd.”
● “De organisatorische inbedding en controle van de werkzaamheden wijzen op
gezag.”
● “Algoritmische toewijzing van werk en sancties duiden op functioneel gezag.”
Conclusie stap 2:
Als alle drie criteria aanwezig zijn → arbeidsovereenkomst → privaatrechtelijke
dienstbetrekking.
3. Controleren er sprake is van een uitsluitingsgrond
⭐
Als er geen sprake is van een uitsluitingsgrond, hoef je het ook niet te melden.
Art. 6 lid 1 sub c Ziektewet (ZW) (huishoudelijk personeel)
→ Uitsluiting voor personen die minder dan 4 dagen per week arbeid verrichten in dienst van
een natuurlijk persoon (huishoudelijke hulp)
Wetsvereisten
Er is géén werknemer in de zin van de ZW wanneer aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
1. De werkzaamheden worden verricht in een huishouden van een natuurlijke persoon
De werknemer werkt bij iemand privé thuis, niet in een bedrijf.
2. De werkzaamheden worden verricht op minder dan 4 dagen per week
→ maximaal 3 dagen per week.
Zodra iemand 4 dagen of meer werkt, is de uitsluiting niet meer van toepassing.
3. Het werk omvat huishoudelijke of verzorgende taken
Bijvoorbeeld:
○ schoonmaken
○ oppassen
○ wassen/strijken
○ licht huishoudelijk werk
4. Er is wel een arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW), maar deze wordt voor de ZW
uitgezonderd.
→ Je bent wél werknemer in civiele zin, maar niet voor de ZW verzekerd.
Gevolg
→ Werknemer is niet verzekerd voor de Ziektewet.
→ Werkgever hoeft geen premies werknemersverzekeringen af te dragen.
Extra informatie: bij punt 4, Je hebt wél een normale arbeidsovereenkomst (je bent
“werknemer” volgens het Burgerlijk Wetboek)…
maar je wordt níét gezien als werknemer voor de Ziektewet.**
Dus:
● Civielrechtelijk (privaatrechtelijk) = je bent werknemer
● Socialezekerheidsrechtelijk voor de ZW = je bent géén werknemer
Kort gezegd:Je hebt een contract, maar je bent niet verzekerd.
2
,⭐ Art. 6 lid 1 sub d Ziektewet (ZW)
→ Uitsluiting voor directeur-grootaandeelhouders (DGA’s)
Wetsvereisten
Er is géén werknemer in de zin van de ZW wanneer aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
1. De betrokkene is directeur van een BV
→ staat formeel op de loonlijst van zijn/haar eigen BV.
2. De betrokkene heeft doorslaggevende zeggenschap in die BV
Meestal:
○ Alleen zelf aandeelhouder van de meerderheid van aandelen, of
○ Samen met andere bestuurders/aandeelhouders een blokkerende
meerderheid.
3. Het ontbreken van een gezagsverhouding
→ De directeur kan niet op instructie van een werkgever werken, want hij/zij is de
hoogste zeggenschapsdrager.
→ Een arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW) ontbreekt in feite door ontbreken
werkgeversgezag.
4. De wet bepaalt dat DGA’s niet als werknemer worden beschouwd voor
werknemersverzekeringen
→ Daarom zijn zij niet verzekerd voor de ZW.
Gevolg
→ Een DGA is uitgesloten van de Ziektewet (en meestal ook WW en WIA).
→ Hij/zij moet zich privé verzekeren (bijv. AOV).
4. Eindconclusie
Formuleer duidelijk:
Omdat betrokkene voldoet aan de voorwaarden van art. 3 lid 1 [WW/ZW/WIA] en er een
arbeidsovereenkomst aanwezig is in de zin van art. 7:610 BW, en geen uitsluitingsgrond
geldt, is hij/zij werknemer in de zin van de wet.
Of bij uitzondering:
Omdat een uitsluitingsgrond (art. 6 lid 1 sub … ZW) van toepassing is, is betrokkene geen
werknemer volgens de werknemersverzekeringen.
3
, Leerstuk 2:
- Zelfstandigen
Centrale vraag: Wanneer kan iemand volgens de sociale zekerheidswetten worden
beschouwd als zelfstandige?
Juridisch kader:
- Art. 4 lid 1 ZW
- Art. 5 ZW
- Art. 8 lid 1 WIA
Toepassing:
Stap 1: is er sprake van een werknemer? art. 4 lid 1 ZW en art. 7:610 BW
Toets aan vereiste:
- Loon (art. 7:610 BW)
Vraag: krijgt betrokkene een tegenprestatie in geld ?
Voorbeeldzin: “De betaling voor de verrichte werkzaamheden kwalificeert als loon in de zin
van art. 7:610 BW.”
- Persoonlijke arbeid (art. 7:610 BW)
Vraag: moet betrokkene de arbeid zelf uitvoeren? mag hij niet vervangen worden?
Voorbeeldzin: “De arbeid moet persoonlijk worden verricht, omdat vervanging niet is
toegestaan → voldoet aan art. 7:610 BW.”
- Gezagsverhouding (art. 7:610 BW)
Vraag: Geeft de werkgever aanwijzingen, regels, toezicht of indirect gezag?
○ ziekmelden verplicht
○ Dagelijkse instructies
○ Vaste werktijden
○ toestemming voor verlof
○ werken binnen organisatie van werkgever
→ voldoende aanwijzingen voor gezag.
Voorbeeldzinnen:
● “Er is een gezagsverhouding, omdat instructies moeten worden opgevolgd.”
● “De organisatorische inbedding en controle van de werkzaamheden wijzen op
gezag.”
● “Algoritmische toewijzing van werk en sancties duiden op functioneel gezag.”
Conclusie stap 2:
Als alle drie criteria aanwezig zijn → arbeidsovereenkomst → werknemer → geen
zelfstandige.
Zo niet → door naar stap 2
Stap 2: gaat het om iemand die nooit werknemer kan zijn
Artikel 5 ZW bevat groepen die nooit werknemer zijn, o.a.:
✔ Personen die arbeid verrichten anders dan in dienstbetrekking
→ klassiek voorbeeld: zelfstandigen / ondernemers
4