Jeugdbeschermingsrecht
SANNE VERMOESEN
,DEEL 1: Begrip en beginselen
Hoofdstuk 1: Begrip
Jeugdbeschermingsrecht
= specifiek systeem voor bescherming van kinderen& jongeren, inclusief mogelijkheid om dwangmatig op te
treden
Vanaf 18 jaar < 18 jaar
Geen sturing van ouders meer 1) Jeugdhulpsysteem: vrijwillig& dwangmatig
à gedwongen opname wel mogelijk luik
2) Uitgebreider dan bij volwassenen
Sensu lato vs sensu stricto
LATO STRICTO
Alle juridische regels die het welzijn en de Het geheel van juridische regels betreffende de
ontplooiing van jongeren beogen te bevorderen & overheidsinterventie, d.m.v. specifieke instellingen
te waarborgen of voorzieningen, met het oog op bijstand aan
à Bijna al het recht van toepassing op jongeren wier welzijn of ontplooiing onvoldoende
minderjarigen valt hieronder wordt gewaarborgd door het gezinsmilieu en de
algemeen-maatschappelijke voorzieningen
à bijkomende/ specifieke interventies naast
algemene
à gaat over reacties v/d OH
Subsidariteit
= slechts ingrijpen indien er onvoldoende
waarborgen zijn in het gezinsmilieu& algemene
maatschappelijke voorzieningen
à Volgorde:
1) Gezin/ opvoeding
2) Algemene maatschappelijke voorzieningen
3) Jeugdbeschermingsrecht
2 soorten hulpverlening
1) Buitengerechtelijke
= Sociale/ vrijwillige
à georganiseerd door jeugdhulpaanbieders, intersectorale toegangspoort (ITP) en gemandateerde
voorzieningen (GV’s)
2) Gerechtelijke
= Gedwongen
à Jeugdrechtsbank + OM + Sociale dienst
3 soorten doelgroepen
1) Jongeren in probleemsituaties (Art 2, §1, 54° Decreet integrale jeugdhulp)
à VOS (Verontrustende Situatie)
2) Jeugddelict (Art 2,7° Jeugddelinquentiedecreet)
à MOF
3) (Geesteszieken)
,MAAR
1) Het is niet zo dat de vrijwillige jeugdhulp enkel betrekking heeft op verontrustende situaties en de
gerechtelijke interventies zich enkel richten tot delinquente jongeren
à de vrijwillige jeugdhulpverlening is zeker ook toegankelijk voor jongeren die een jeugddelict
hebben gepleegd of die daarvan verdacht worden
è VOOR ZOVER niet het delict maar de onderliggende problematiek als aanknopingspunt voor de
interventie wordt gehanteerd
2) Ook de jeugdrechtbank kan op dwingende wijze maatregelen opleggen wegens verontrustende
situaties
Kwalificatieswitch
= bv. Slaat op een jongere in een ernstige VOS, maar waarvoor het OM toch een MOF-vordering opstart obv
een in het dossier gezoch strafbaar feit
à Reden: MOF-kwalificatie geeft toegang tot een gemeenschapsinstelling (GI)
, Hoofdstuk 2: Algemene beginselen
1. Recht sui generis
Jeugdbeschermingsrecht moet NIET als een aparte rechtstak worden beschouwd
o het is een onderdeel van het publiekrecht
o Domein waar verscheidene rechtstakken en gebieden een rol spelen
1) Sociaal of welzijnsrecht
2) Strafrecht
à Ontstaan basisopties: het beschermen van de jongere in probleemsituaties en het
beschermen vd maatschappij tegen delinquent gedrag van jongeren
Procedureel Aantal principes en rechtsfiguren vh strafprocesrecht werken door
Materieel Alle misdrijven uit het strafrecht zijn ook vervolgbaar in het
jeugddelinquentierecht
Principieel Een aantal strafrechtsbeginselen gelden ook
3) Burgerlijk recht
à bepaald algemeen statuut van kinderen/jongeren en hun ouders
4) Procesrecht
5) Mensenrechten
Apart functioneel rechtsgebied (=eigenheid)
=Verwijst naar het unieke karakter van deze rechtsvorm. Het is een juridisch concept dat aangeeft dat
dit recht een eigenstandige en bijzondere categorie vormt, los van andere takken van recht
à begrippen uit andere rechtstakken krijgen een specifieke inhoud& kunnen niet zomaar overgenomen
worden
2. Respect voor de rechten vh kind
Vroeger: Minderjarige als rechtsobject
o Ouders hadden de absolute rechten die ze naar eigen goeddunken konden uitvoeren
o Later: absolute rechten ingeperkt, maar minderjarige nog steeds als handelingsonbekwaam
beschouwd
NU: minderjarige is rechtssubject
o Drager van rechten & plichten
o Ouderlijk gezag moet als doelgebonden bevoegdheid
à Overheid treedt op als ontplooiingskansen niet genoeg worden gewaarborgd
VN-kinderrechtenverdrag
= waarborging vh recht van elk kind op eerbiediging van zijn morele, lichamelijke, geestelijke en seksuele
integriteit
Evaluatie ouderlijk gezag
à dominerend criterium: het belang van de minderjarige (art 3 verdrag)
o De betrokken jongere participeert in de besluitvorming betreffende zijn situatie
o MAAR geen nauwkeurig criterium: vaag, evolutief en waardegebonden
= de invulling ervan hangt af van de concrete gegevens van elke situatie en van wie bevoegd is om
zich erover uit te spreken
SANNE VERMOESEN
,DEEL 1: Begrip en beginselen
Hoofdstuk 1: Begrip
Jeugdbeschermingsrecht
= specifiek systeem voor bescherming van kinderen& jongeren, inclusief mogelijkheid om dwangmatig op te
treden
Vanaf 18 jaar < 18 jaar
Geen sturing van ouders meer 1) Jeugdhulpsysteem: vrijwillig& dwangmatig
à gedwongen opname wel mogelijk luik
2) Uitgebreider dan bij volwassenen
Sensu lato vs sensu stricto
LATO STRICTO
Alle juridische regels die het welzijn en de Het geheel van juridische regels betreffende de
ontplooiing van jongeren beogen te bevorderen & overheidsinterventie, d.m.v. specifieke instellingen
te waarborgen of voorzieningen, met het oog op bijstand aan
à Bijna al het recht van toepassing op jongeren wier welzijn of ontplooiing onvoldoende
minderjarigen valt hieronder wordt gewaarborgd door het gezinsmilieu en de
algemeen-maatschappelijke voorzieningen
à bijkomende/ specifieke interventies naast
algemene
à gaat over reacties v/d OH
Subsidariteit
= slechts ingrijpen indien er onvoldoende
waarborgen zijn in het gezinsmilieu& algemene
maatschappelijke voorzieningen
à Volgorde:
1) Gezin/ opvoeding
2) Algemene maatschappelijke voorzieningen
3) Jeugdbeschermingsrecht
2 soorten hulpverlening
1) Buitengerechtelijke
= Sociale/ vrijwillige
à georganiseerd door jeugdhulpaanbieders, intersectorale toegangspoort (ITP) en gemandateerde
voorzieningen (GV’s)
2) Gerechtelijke
= Gedwongen
à Jeugdrechtsbank + OM + Sociale dienst
3 soorten doelgroepen
1) Jongeren in probleemsituaties (Art 2, §1, 54° Decreet integrale jeugdhulp)
à VOS (Verontrustende Situatie)
2) Jeugddelict (Art 2,7° Jeugddelinquentiedecreet)
à MOF
3) (Geesteszieken)
,MAAR
1) Het is niet zo dat de vrijwillige jeugdhulp enkel betrekking heeft op verontrustende situaties en de
gerechtelijke interventies zich enkel richten tot delinquente jongeren
à de vrijwillige jeugdhulpverlening is zeker ook toegankelijk voor jongeren die een jeugddelict
hebben gepleegd of die daarvan verdacht worden
è VOOR ZOVER niet het delict maar de onderliggende problematiek als aanknopingspunt voor de
interventie wordt gehanteerd
2) Ook de jeugdrechtbank kan op dwingende wijze maatregelen opleggen wegens verontrustende
situaties
Kwalificatieswitch
= bv. Slaat op een jongere in een ernstige VOS, maar waarvoor het OM toch een MOF-vordering opstart obv
een in het dossier gezoch strafbaar feit
à Reden: MOF-kwalificatie geeft toegang tot een gemeenschapsinstelling (GI)
, Hoofdstuk 2: Algemene beginselen
1. Recht sui generis
Jeugdbeschermingsrecht moet NIET als een aparte rechtstak worden beschouwd
o het is een onderdeel van het publiekrecht
o Domein waar verscheidene rechtstakken en gebieden een rol spelen
1) Sociaal of welzijnsrecht
2) Strafrecht
à Ontstaan basisopties: het beschermen van de jongere in probleemsituaties en het
beschermen vd maatschappij tegen delinquent gedrag van jongeren
Procedureel Aantal principes en rechtsfiguren vh strafprocesrecht werken door
Materieel Alle misdrijven uit het strafrecht zijn ook vervolgbaar in het
jeugddelinquentierecht
Principieel Een aantal strafrechtsbeginselen gelden ook
3) Burgerlijk recht
à bepaald algemeen statuut van kinderen/jongeren en hun ouders
4) Procesrecht
5) Mensenrechten
Apart functioneel rechtsgebied (=eigenheid)
=Verwijst naar het unieke karakter van deze rechtsvorm. Het is een juridisch concept dat aangeeft dat
dit recht een eigenstandige en bijzondere categorie vormt, los van andere takken van recht
à begrippen uit andere rechtstakken krijgen een specifieke inhoud& kunnen niet zomaar overgenomen
worden
2. Respect voor de rechten vh kind
Vroeger: Minderjarige als rechtsobject
o Ouders hadden de absolute rechten die ze naar eigen goeddunken konden uitvoeren
o Later: absolute rechten ingeperkt, maar minderjarige nog steeds als handelingsonbekwaam
beschouwd
NU: minderjarige is rechtssubject
o Drager van rechten & plichten
o Ouderlijk gezag moet als doelgebonden bevoegdheid
à Overheid treedt op als ontplooiingskansen niet genoeg worden gewaarborgd
VN-kinderrechtenverdrag
= waarborging vh recht van elk kind op eerbiediging van zijn morele, lichamelijke, geestelijke en seksuele
integriteit
Evaluatie ouderlijk gezag
à dominerend criterium: het belang van de minderjarige (art 3 verdrag)
o De betrokken jongere participeert in de besluitvorming betreffende zijn situatie
o MAAR geen nauwkeurig criterium: vaag, evolutief en waardegebonden
= de invulling ervan hangt af van de concrete gegevens van elke situatie en van wie bevoegd is om
zich erover uit te spreken