100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting privaatrecht deeltentamen l RB0204

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
67
Geüpload op
16-12-2025
Geschreven in
2025/2026

Deze samenvatting bevat alle verplichte stof uit de voorgeschreven reader + informatie op brightspace. De hoorcolleges en opdrachten zijn er ook in verwerkt. Behaald met een 8,5. Op naar deeltentamen ll












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
16 december 2025
Aantal pagina's
67
Geschreven in
2025/2026
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Inleiding privaatrecht

Deeltentamen l: leereenheid 1 t/m 9 en 11 t/m 14 (26 meerkeuzevragen)

Leereenheid 1 – Een inleiding in het privaatrecht
Het onderscheid tussen het privaatrecht en het publiekrecht wordt besproken aan de hand
van drie criteria:
a. De subjecten die een rol spelen;
b. Het belang dat gediend wordt;
c. De wijze van handhaving van de regels.

Ad a. de subjecten die een rol spelen
Betreft de juridische relatie tussen burgers onderling. Daarnaast kan de overheid ook
handelingen verrichten die een burger verricht. Denk aan de gemeente die een
koopovereenkomst ten aanzien van een pand sluit. Zij kan ook een aannemingsovereenkomst
sluiten met een schildersbedrijf om de kantoorpanden te laten schilderen.

De overheid kan dus in twee kwaliteiten optreden: privaatrechtelijke kwaliteit, daarbij
bevoegdheden uitoefenend die aan alle burgers toekomen, en in een publiekrechtelijke
kwaliteit, hierbij haar bevoegdheden uitoefenend die aan haar als overheid zijn toegekend.

Ad b. het belang dat gediend wordt
Het publiekrecht regelt het algemeen belang en het privaatrecht regelt de belangen van de
afzonderlijke burgers waarbij dan het particulier belang voorop zou staan. Er zijn ook
wettelijke regels die ingrijpen in privaatrechtelijke rechtsbetrekkingen waarbij niet het
privébelang maar het algemeen belang voorop staat. Voorbeeld: de Wet op de vaste
boekenprijs.

Ad c. de wijze van handhaving van regels
Het initiatief tot handhaving van privaatrechtelijke regels wordt aan de betrokken
individuelen zelf overgelaten. Voorbeeld: op grond van artikel 3:216 BW komen de
vruchtgebruiker alle vruchten toe die tijdens het vruchtgebruik afgescheiden worden. Wordt
de vruchtgebruiker in dit recht gestoord door de eigenaar van de in vruchtgebruik gegeven
zaak, dan is het aan de vruchtgebruiker om hiertegen actie te ondernemen.

Het onderscheid tussen materieel privaatrecht en formeel privaatrecht
Het materieel recht heeft betrekking op de inhoud van het recht. Het betreft de regels die
aan de personen rechten en plichten toekennen. Voorbeeld: Jan verkoopt zijn auto aan Piet.
De regels die aangeven dat Jan recht heeft op betaling van de koopprijs en dat Jan verplicht is
de eigendom van de auto over te dragen aan Piet, zijn regels die behoren tot het materiële
recht.

Andere voorbeelden van regels van materieel privaatrecht zijn:
- Artikel 1:82 BW
- Artikel 3:216 BW
- Artikel 5:49 BW

,De regels van het materiële privaatrecht zijn te vinden in het BW en in diverse afzonderlijke
wetten, zoals de Faillissementswet en de Auteurswet 1912. Ook het Wetboek van
Koophandel (1838) valt hieronder!

Rechtsregels binnen het materiële privaatrecht kunnen regelend recht of dwingend recht
zijn. Regels van regelend recht zijn regels die door de wetgever zijn opgesteld om in bepaalde
situaties te gelden, voor zover niets anders is geregeld.
- Regels van regelend recht zijn rechtsregels waarvan kan worden afgeweken.
Voorbeeld: artikel 6:6 lid 1 waarin is bepaald dat wanneer een prestatie door twee of
meer schuldenaren verschuldigd is, ieder voor een gelijk deel verbonden is, tenzij uit
de wet, gewoonte of rechtshandeling voortvloeit dat zij voor ongelijke delen of
hoofdelijk verbonden zijn.
- Regels van dwingend recht zijn regels die door de wetgever zijn opgesteld en waarvan
niet mag worden afgeweken. Voorbeeld: artikel 7:667 lid 7 op grond waarvan een
arbeidsovereenkomst niet van rechtswege eindigt wegens het in het huwelijk treden
van de werknemer of het aangaan van een geregistreerd partnerschap.

Het formeel privaatrecht of het burgerlijk procesrecht geeft aan op welke wijze men het
materiële privaatrecht kan verwezenlijken (hoe iemand, wiens recht is geschonden, zich tot
de rechter kan wenden en hoe een rechterlijk vonnis ten uitvoer kan worden gelegd).

De regels van het formele privaatrecht zijn te vinden in het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering, de Wet op de Rechterlijke organisatie en diverse andere wetten, zoals de
Faillissementswet, de Wet op de rechtsbijstand en de Advocatenwet.

Leereenheid 2 – Een inleiding in het vermogensrecht
Bij Koninklijk Besluit kreeg Meijers de opdracht een nieuw BW te ontwerpen. Als argumenten
voor een nieuw BW werden aangevoerd:
- De onoverzichtelijkheid van de verspreiding van het privaatrecht over twee
wetboeken (het BW en het Wetboek van Koophandel);
- De sterke veroudering van het BW 1838;
- De invloeden van de maatschappelijke ontwikkelingen die het burgerlijk recht sinds
1838 had ondergaan, dienden ook in de wettekst tot uiting te komen.

In februari 1990 werd het KB getekend tot invoering van het nieuwe BW.

Indeling BW:
Personenrecht: boek 1 en boek 2
Vermogensrecht:
1. Algemeen deel: boek 3
2. Bijzonder deel: boek 4 t/m 10

Aan de indeling van het BW liggen twee hoofdprincipes ten grondslag:
a. Het onderscheid tussen personenrecht en vermogensrecht
b. Binnen het vermogensrecht het onderscheid in een algemeen en bijzonder deel.

,Ad a. het personenrecht valt uiteen in twee rechtsgebieden:
- Het personenrecht in enge zin (boek 1 natuurlijke mensen)
- Het rechtspersonenrecht

Een rechtspersoon: is een constructie van het recht. Een rechtspersoon is te omschrijven als
een door mensen in het leven geroepen organisatie die een bepaalde status heeft, waardoor
zij de bevoegdheid heeft om in het rechtsverkeer als eenheid te functioneren.

Privaatrechtelijke rechtspersonen zijn: naamloze vennootschap, de besloten vennootschap,
de vereniging, de stichting, de onderlinge waarborgmaatschappij en de coöperatieve
vereniging.

Natuurlijke personen en rechtspersonen worden rechtssubjecten genoemd.

Het wetboek is gemaakt van algemeen naar bijzonder. Dit heet de gelaagde structuur.
Daarnaast zijn er schakelbepalingen. Schakelbepalingen kunnen we omschrijven als
bepalingen die regelingen van overeenkomstige toepassing verklaring op rechtsbetrekkingen
waarvoor zij naar de letter niet zijn geschreven.

Objectief recht en subjectief recht
Met het objectieve recht (positief recht) wordt aangeduid: het geheel van rechtsregels die in
een bepaalde samenleving gelden. Voorbeeld: artikel 1:114 BW bepalingen over huwelijkse
voorwaarden. Ze sluiten huwelijkse voorwaarden en maken dus gebruik van een door hen
objectieve recht verleende bevoegdheid.

Een subjectief recht is een door het objectieve recht verleende bevoegdheid. Dat is dus een
bevoegdheid die een bepaalde persoon aan het objectieve recht ontleent. Voorbeeld: artikel
3:201 BW bepalingen over vruchtgebruik. Clara heeft een recht van vruchtgebruik op het huis
van haar broer. Zij heeft een aan het objectieve recht ontleend recht ofwel zij heeft een
subjectief recht van vruchtgebruik.

Het subjectieve recht ontstaat door een rechtsfeit. Voorbeeld: sluiten van een
koopovereenkomst.

Een niet-rechtsfeit is een feit dat geen rechtsgevolg heeft. Voorbeeld: ouders in de wijk
spreken af om de kids om en om naar school te brengen.

Rechtsfeiten kunnen we onderverdelen in twee categorieën: handelingen van
rechtssubjecten en blote rechtsfeiten.

Een bloot rechtsfeit is een feit waarbij het rechtsgevolg intreedt, zonder dat daarvoor enig
actief menselijk handelen nodig is. Voorbeeld: geboorte kind of het bereiken van 18 jaar.

Is voor het intreden van rechtsgevolg wel een handeling van een rechtssubject nodig, dan
zijn er twee mogelijkheden aan te geven: ofwel er is sprake van een rechtshandeling, ofwel
er is sprake van feitelijk handelen.

, Een rechtshandeling is een handeling van een rechtssubject, waaraan een rechtsgevolg
wordt verbonden dat ook door het handelend subject wordt beoogd. Voorbeeld
rechtshandeling: schenking horloge

Een feitelijk handelen is een handeling van een rechtssubject waaraan een rechtsgevolg
wordt verbonden, ongeacht of dit rechtsgevolg foor het handelend subject is beoogd.
Voorbeeld feitelijk handelen: onrechtmatige daad

Rechtshandelingen kunnen we onderverdelen in eenzijdige en meerzijdige
rechtshandelingen.
- Bij een eenzijdige rechtshandeling is voor het intreden van het rechtsgevolg het
handelen en dus de wilsverklaring van één persoon voldoende. Deze kunnen we nog
verder onderverdelen:
o Eenzijdige gerichte rechtshandeling. Voorbeeld: opzegging door een
werknemer van de arbeidsovereenkomst die hij heeft gesloten met zijn
werkgever.
o Eenzijdige niet-gerichte rechtshandeling. Voorbeeld: maken van een
testament.
- Bij een meerzijdige rechtshandeling zijn voor het ontstaan van het rechtsgevolg de
wilsverklaringen van twee of meer personen vereist. Voorbeeld: obligatoire
overeenkomst
o Obligatoire overeenkomsten zijn weer onder te verdelen in eenzijdige
overeenkomsten (schenkingsovereenkomst) en wederkerige overeenkomsten
(koop, huur- en arbeidsovereenkomsten).
o Overige meerzijdige rechtshandelingen. Voorbeeld: besluit in een Algemene
vergadering van Aandeelhouders.

Objectief vermogensrecht en subjectief vermogensrecht
Het objectief vermogensrecht is het geel van vermogensrechtelijke regels die in een
bepaalde samenleving gelden.

Ieder mens verkrijgt tijdens zijn leven goederen en heeft recht op door anderen te verrichten
diensten. Tegenover de verkrijging staat een tegenprestatie. Aan de andere kant staat de
persoon die de diensten heeft verricht. Deze persoon heeft als tegenprestatie voor de
levering van het goed of voor het verrichten van de diensten recht op betaling. Wederzijds is
sprake van op geld waardeerbare rechten en plichten, wederzijds is sprake van vermogen.

Het woord ‘vermogen’ wordt niet alleen omschreven in de betekenis van het geheel van op
geld waardeerbare rechten en plichten, maar ook in de betekenis van de som van de aan
iemand toekomende rechten, waarbij de schulden als aftrekpost in aanmerking komen.
Voorbeeld: vermogensbelasting, waarbij enkel het vermogen in aanmerking wordt genomen
voor zover het de schulden overtreft.

Het woord ‘vermogen’ wordt ook nog in een derde betekenis gebruikt, namelijk: in de
betekenis van het geheel van aan een persoon toekomende, op geld waardeerbare rechten.
De plichten worden buiten beschouwing gelaten!

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
evaschlahmilch Open Universiteit
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
14
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
9
Laatst verkocht
3 weken geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen