HYPERVENTILATIE
• Symptomen gaan pas terug weg als CO2 en 02 terug gelijk zijn
• C02 nodig hebben om zuurstof adequat uit cel te krijgen
• bij hyperventilatie te veel C02 uitgestoten waardoor PCO2 te laag is
• normaal 12-18 AH per minuut
• bij hyperventilatie meer dan 30 AH/min
• 4 in pauze 4 uit
• buikademhaling doet --> parasympatisch zenuwstelsel uitlokken
INSPECTIE:
• Houding en eventuele afwijkingen
• Spanningssymptomen, zoals tics (zenuwtrekkingen), knipperen met de ogen, gespannen spieren, snel
of veel praten, ...
• Ademhalingstype in rust en tijdens inspanning
• Ademhalingsfrequentie tijdens rust en tijdens inspanning –
• Ademhalingsritme: waar zijn de accenten en hoe bewegen ze van het rustritme naar het oefenritme?
• Diepte van de ademhaling tijdens rust en tijdens beweging
• Regelmaat van ademhaling
• Sighs
BEWEGING EXAMINATIE:
• Controleer op:
• Mobiliteit van de borstkas, schoudergordel en wervelkolom (actief / passief bewegingslijnstelsel)
• Balans tussen de fasische en posturale musculatuur cervico-thoracaal
PALPATIE:
• Tonus van de spieren in het aangedane gebied (borststuk, wervelkolom, schoudergordel) -
"Triggerpunten", "Gevoelige Punten", enzovoort
THERAPIE:
• Medicatie: psychofarmaca (bijv. kalmeringsmiddelen en antidepressiva); afhankelijkheid?
• Plastic zak (2-4L): pCO2↑, ook na provocatietest; afhankelijkheid? / hypoxemie? / meer angst?
• Aspiratorfysiotherapie
o Informatie en advies
▪ Te veel ademen = hyperventilatie → verlies van CO2 → symptomen
▪ Snelle / oppervlakkige ademhaling → beperkte O2-opname + toevoer naar cellen
▪ Ademhalen @rest versus ademhalen @ inspanning
▪ Paradoxale ademhaling
▪ Borst-/buikademhaling
▪ Ademhalingsspieren: DP, intercostales, hulpspieren
▪ Ademhalingsfrequentie en diepte μ
, ▪ Verschuiving van ademhaling (in- versus uitademen)
▪ Aanhankelijkheid!!!
▪ Motivatie!!!
o Ontspanningsoefeningen (lokaal en algemeen)
▪ Ademhalingstechnieken
▪ Focus op spiersensatie / spanning / lichaamsfuncties
▪ "Bodyscan" meditatie
▪ buikAH is parasympatisch ZS activeren
o Mobilisatieoefeningen
▪ buikspieren niet gebruiken in rust
▪ inspanning doen --> snelle uitademen en krachtiger dus drm ook
buikspieren gebruiken
o Functieverbetering
▪ Positieverbetering
▪ Spierbalans (houding / fasisch)
▪ Technische ademruimte
• Rustademhaling = DP (diafragma AH) ademhaling
• Inspanningsademhaling = CD (costodiafragma) ademhaling
▪ Oefentraining
o Buteyko-methode
REST BREATHING= DIAFRAGMA AH
• Eerste sessie
• Alleen de buikwand boven de maag zet uit
• Ademhalingsstilstand
• Passieve uitloop
• Geen actieve spieren!
• Wacht op ademstimulus!!
• 1e – Knieën omhoog en naar links of rechts gedraaid
o Ademhaling van thoracaal naar buik
o Patiënt legt hand op buik om buik te voelen ademen
• 2e – Knieën weer omhoog en behoud buikademhaling
o Succesvol voor korte periode? => benen recht
• 3e: verschillende starthoudingen
3 BEPERKENDE FACTOREN VOOR RUSTADEMHALING:
• Zenuwachtige ademhaling (bijv. hoesten, snuiven, adem inhouden, ...) => de patiënt bewust maken!
• Kleding blokkeren kan bijdragen aan HV
• Overvloedig eten: DP omhoog geduwd => DP ademhaling wordt belemmerd!
NOTITIES VAN IN DE LES:
• opbouwen --> van zit nr stand bv om het moeilijker te maken
• eerst gebogen kniën in ruglig als dat niet gaat twist dan ruglig met gestrekte benen dan zijlig met
gebogen knieën dan 4 punts stand dan zitten en dan stand
• inademe stop 123 uitademen stop
• stop --> belangrijk (vr rustige AH)
• enkel die regio uit zetten (geen actieve spieren gebruiken)
, • maag nr boven zie komen dat stoppen met bewegen (kleine ROM)
• ruglig en voeten zijlig dan makkelijker op buikAH te doen
INSPANNINGSADEMHALING = CD (COSTODIAFRAGMA) ADEMHALING
• Minimale inspanning
• De buikwand zet verder uit
• Max size hangt af van:
o Flexibiliteit van buikwanden
o Inspanningsgraad
• Flanken breiden zich uit
• Ribben bewegen naar voren – achteruit – zijwaarts – omhoog
• buikspieren opspannen en blijven ademhalen
• Controleer de ademhalingsbewegingen van de patiënt: gebruik handen (PT + Px)
o Plaats je handen op de onderste ribben
o Duizeligheid is mogelijk: stop met diepe beademing!
o Begin: werk in het ademhalingsritme van de patiënt
• Expiratie:
o Laat normaal gebeuren en wacht op de prikkel van de volgende ademhaling
o Automatisch: accent verplaatsen naar uitademen (normaal: exp > insp)
o Hoe?
▪ Span je buikspieren aan bij het uitademen
▪ Open keel
▪ NIET geforceerde uitademing!
Ademhalingsondersteuning tijdens inspanning:
• = is om de flanken breed te houden tijdens het uitvallen
• Hoe? Contractie van m. rectus abdominus
• 2e stap: in combinatie met spreken/zingen/tellen tijdens de afloop
• Eerst: 2 seconden inspiratie – 2 seconden pauze – 2 seconden verloop
• Daarna gaat het verder tot: 20 s – 20 s – 20 s
Uitleggen:
• Paradoxale ademhaling
• borst-/buikademhaling
• thoracale ademhaling!
• Belang en versterking van buikspieren (geforceerde uitademing)
• Secundaire ademhalingsspieren (mm. scaleni, mm. SCM, mm. Pectoralis major/minor, mm. lat. Dorsi)
o Thoracale / paradoxale ademhaling! / diepe zucht
Overeenkomsten tussen HV- en thoracale ademhaling: wat gebeurt er?
• De ribben worden opgetild door de mm. Scaleni, de derde tongbeengroep (m. Thyrohyoidus, m.
Sternohyoidus, red.) en de platysma (dus ze liggen in een verhoogde positie).
• De onderkaak is gefixeerd (door mm. masseter, m. temporalis en mm. ptergoïdei).
• Het hoofd wordt dorsaal vastgezet door de nekspieren,
• de spieren van het zachte gehemelte en de keelspieren zijn (te) gespannen
• in het borstbeen, Sleutelbeen en ribben kunnen worden opgeheven voor thoracale ademhaling
• Symptomen gaan pas terug weg als CO2 en 02 terug gelijk zijn
• C02 nodig hebben om zuurstof adequat uit cel te krijgen
• bij hyperventilatie te veel C02 uitgestoten waardoor PCO2 te laag is
• normaal 12-18 AH per minuut
• bij hyperventilatie meer dan 30 AH/min
• 4 in pauze 4 uit
• buikademhaling doet --> parasympatisch zenuwstelsel uitlokken
INSPECTIE:
• Houding en eventuele afwijkingen
• Spanningssymptomen, zoals tics (zenuwtrekkingen), knipperen met de ogen, gespannen spieren, snel
of veel praten, ...
• Ademhalingstype in rust en tijdens inspanning
• Ademhalingsfrequentie tijdens rust en tijdens inspanning –
• Ademhalingsritme: waar zijn de accenten en hoe bewegen ze van het rustritme naar het oefenritme?
• Diepte van de ademhaling tijdens rust en tijdens beweging
• Regelmaat van ademhaling
• Sighs
BEWEGING EXAMINATIE:
• Controleer op:
• Mobiliteit van de borstkas, schoudergordel en wervelkolom (actief / passief bewegingslijnstelsel)
• Balans tussen de fasische en posturale musculatuur cervico-thoracaal
PALPATIE:
• Tonus van de spieren in het aangedane gebied (borststuk, wervelkolom, schoudergordel) -
"Triggerpunten", "Gevoelige Punten", enzovoort
THERAPIE:
• Medicatie: psychofarmaca (bijv. kalmeringsmiddelen en antidepressiva); afhankelijkheid?
• Plastic zak (2-4L): pCO2↑, ook na provocatietest; afhankelijkheid? / hypoxemie? / meer angst?
• Aspiratorfysiotherapie
o Informatie en advies
▪ Te veel ademen = hyperventilatie → verlies van CO2 → symptomen
▪ Snelle / oppervlakkige ademhaling → beperkte O2-opname + toevoer naar cellen
▪ Ademhalen @rest versus ademhalen @ inspanning
▪ Paradoxale ademhaling
▪ Borst-/buikademhaling
▪ Ademhalingsspieren: DP, intercostales, hulpspieren
▪ Ademhalingsfrequentie en diepte μ
, ▪ Verschuiving van ademhaling (in- versus uitademen)
▪ Aanhankelijkheid!!!
▪ Motivatie!!!
o Ontspanningsoefeningen (lokaal en algemeen)
▪ Ademhalingstechnieken
▪ Focus op spiersensatie / spanning / lichaamsfuncties
▪ "Bodyscan" meditatie
▪ buikAH is parasympatisch ZS activeren
o Mobilisatieoefeningen
▪ buikspieren niet gebruiken in rust
▪ inspanning doen --> snelle uitademen en krachtiger dus drm ook
buikspieren gebruiken
o Functieverbetering
▪ Positieverbetering
▪ Spierbalans (houding / fasisch)
▪ Technische ademruimte
• Rustademhaling = DP (diafragma AH) ademhaling
• Inspanningsademhaling = CD (costodiafragma) ademhaling
▪ Oefentraining
o Buteyko-methode
REST BREATHING= DIAFRAGMA AH
• Eerste sessie
• Alleen de buikwand boven de maag zet uit
• Ademhalingsstilstand
• Passieve uitloop
• Geen actieve spieren!
• Wacht op ademstimulus!!
• 1e – Knieën omhoog en naar links of rechts gedraaid
o Ademhaling van thoracaal naar buik
o Patiënt legt hand op buik om buik te voelen ademen
• 2e – Knieën weer omhoog en behoud buikademhaling
o Succesvol voor korte periode? => benen recht
• 3e: verschillende starthoudingen
3 BEPERKENDE FACTOREN VOOR RUSTADEMHALING:
• Zenuwachtige ademhaling (bijv. hoesten, snuiven, adem inhouden, ...) => de patiënt bewust maken!
• Kleding blokkeren kan bijdragen aan HV
• Overvloedig eten: DP omhoog geduwd => DP ademhaling wordt belemmerd!
NOTITIES VAN IN DE LES:
• opbouwen --> van zit nr stand bv om het moeilijker te maken
• eerst gebogen kniën in ruglig als dat niet gaat twist dan ruglig met gestrekte benen dan zijlig met
gebogen knieën dan 4 punts stand dan zitten en dan stand
• inademe stop 123 uitademen stop
• stop --> belangrijk (vr rustige AH)
• enkel die regio uit zetten (geen actieve spieren gebruiken)
, • maag nr boven zie komen dat stoppen met bewegen (kleine ROM)
• ruglig en voeten zijlig dan makkelijker op buikAH te doen
INSPANNINGSADEMHALING = CD (COSTODIAFRAGMA) ADEMHALING
• Minimale inspanning
• De buikwand zet verder uit
• Max size hangt af van:
o Flexibiliteit van buikwanden
o Inspanningsgraad
• Flanken breiden zich uit
• Ribben bewegen naar voren – achteruit – zijwaarts – omhoog
• buikspieren opspannen en blijven ademhalen
• Controleer de ademhalingsbewegingen van de patiënt: gebruik handen (PT + Px)
o Plaats je handen op de onderste ribben
o Duizeligheid is mogelijk: stop met diepe beademing!
o Begin: werk in het ademhalingsritme van de patiënt
• Expiratie:
o Laat normaal gebeuren en wacht op de prikkel van de volgende ademhaling
o Automatisch: accent verplaatsen naar uitademen (normaal: exp > insp)
o Hoe?
▪ Span je buikspieren aan bij het uitademen
▪ Open keel
▪ NIET geforceerde uitademing!
Ademhalingsondersteuning tijdens inspanning:
• = is om de flanken breed te houden tijdens het uitvallen
• Hoe? Contractie van m. rectus abdominus
• 2e stap: in combinatie met spreken/zingen/tellen tijdens de afloop
• Eerst: 2 seconden inspiratie – 2 seconden pauze – 2 seconden verloop
• Daarna gaat het verder tot: 20 s – 20 s – 20 s
Uitleggen:
• Paradoxale ademhaling
• borst-/buikademhaling
• thoracale ademhaling!
• Belang en versterking van buikspieren (geforceerde uitademing)
• Secundaire ademhalingsspieren (mm. scaleni, mm. SCM, mm. Pectoralis major/minor, mm. lat. Dorsi)
o Thoracale / paradoxale ademhaling! / diepe zucht
Overeenkomsten tussen HV- en thoracale ademhaling: wat gebeurt er?
• De ribben worden opgetild door de mm. Scaleni, de derde tongbeengroep (m. Thyrohyoidus, m.
Sternohyoidus, red.) en de platysma (dus ze liggen in een verhoogde positie).
• De onderkaak is gefixeerd (door mm. masseter, m. temporalis en mm. ptergoïdei).
• Het hoofd wordt dorsaal vastgezet door de nekspieren,
• de spieren van het zachte gehemelte en de keelspieren zijn (te) gespannen
• in het borstbeen, Sleutelbeen en ribben kunnen worden opgeheven voor thoracale ademhaling