LES 1: ALCOHOL- EN
DRUGHULPVERLENIPNG IN VLAANDEREN:
ORGANISATIE, FEITEN EN TENDENSEN
1. WAT IS VERSLAVING?
TRADITIONELE MODELLEN OM NAAR VERSLAVING TE KIJKEN
3 M’en: mens, middel, milieu (Zinberg)
Als we spreken over mensen met middelenprobleem, moet je niet enkel kijken naar
middel, ook naar mens (sommige mensen zijn gevoeliger) en milieu.
Deze zaken moet je meenemen in de behandeling
Mens: sommige mensen zijn gevoeliger dan de ander
Middel: welk middel is ook belangrijk, want bv cocaine kan ook verslaving alcohol opwekken.
Milieu : In het ene milieu sneller verslaafd geraken dan de ander: tweeling in aparte milieus
opgegroeid: beide verhoogde kans ongeacht milieu, maar milieu kan versterken, weinig
uitweg zien is een verhoogde kans
Fasen van gebruik
Vicieuze cirkels van Van Dijk (1974)
Als je in een verslaving zit, is dit een vicieuze cirkel. Enorm moeilijk om hieruit te geraken.
Verschillende soorten cirkel onderhouden samen verslaving, waardoor iemand verslaafd
blijft.
Lichamelijke cirkel (fysieke afhankelijkheid) → niet elke stof heeft dit!
o Het lichaam went aan de stof (bv nicotine, alcohol, cafeïne)
o Wanneer je stopt krijg je ontwenningsverschillen (trillen, zweten)
o Dit vervelend gevoel wil je vermijden → je blijf gebruiken
Psychische cirkel
o Verslaving beïnvloedt je denken, gevoelens en gedrag → erge craving naar goed
gevoel
o Hierdoor ga je weer gebruiken, want helpt op KT
Sociale cirkel
o Je bevind je in groepen waar gebruik ‘normaal is’ = zelfde vrienden
o Hierdoor blijvende verleiding
Cerebrale cirkel (hersenveranderingen)
o Is ook een hersenziekte: verandert structuur en werking vd hersenen
o Vooral dopaminesystemen (beloningssystemen)
o Zorgt ervoor dat verlang naar de stof sterk blijft.
o Hersenen hebben lange tijd nodig om te herstellen (herval is deel van proces)
1
,DSM CRITERIA
DSM-IV : MIDDELENMISBRUIK
Onaangepast middelengebruik dat in laatste 12 maanden leidt tot:
Problemen met werk, school of thuis
Gebruik in gevaarlijke situaties
Juridische problemen
Sociale of relationele problemen
Zeggen geen ‘afhankelijkheid’ → dit is mildere vorm van verslaving
Misbruik wordt niet meer gebruikt (te stigmatiserend) = nu zegt men
‘personen die middelen gebruiken’
DSM-IV: MIDDELENAFHANKELIJKHEID
Minstens 3 van deze criteria in 12 maanden
1. Tolerantie
2. Ontwenningsverschijnselen
3. Meer of langer gebruiken dan bedoeld
4. Mislukte pogingen om te minderen
5. Veel tijd besteden aan gebruik
6. Belangrijke activiteiten opgeven
7. Doorgaan ondanks lichamelijke of psychische schade
DSM-5: STOORNIS IN HET GEBRUIK VAN MIDDELEN
Onderscheid (van DSM-4) tss afhankelijkheid en misbruik is afgeschaft
Samengevoegd tot één diagnose = stoornis in het gebruik van middelen
Er zijn 11 criteria
Ernst wordt bepaald door hoeveel criteria iemand heeft
o 2-3 = mild
o 4-5 = matig
o 6 of meer = ernstig
MIDDELENGEBONDEN PROBLEMEN
Verslaving als een langdurige, complex en meervoudig probleem
= wanneer je een verslaving hebt, zal je vaak problemen hebben op meerdere
vlakken (bv relatie, werk)
polidruggebruik (combineren van meerdere middelen op verschillende momenten)
relationele problemen
werkloosheid
juridische problemen (problemen met justitie)
Huisvesting: financiële problemen, LT
infectieziekten en andere gezondheidsproblemen (hepatitis, hiv)
comorbiditeit (meerdere psychische aandoeningen bv verslaving + psychotische ervaringen
(depressie bv)
2
, sociale uitsluiting
Gediagnosticeerd als een individueel probleem met impact op omgeving en samenleving, maar ook
een sociaal perspectief op verslaving (en herstel nodig)
EVOLUERENDE VISIES OP VERSLAVING
Industriële revolutie (start verslaving)
heel wat mensen worden tewerkgesteld in fabrieken
en na uitbetaling gaan ze massaal op café (dronken enorm veel toen)
zo zien we geleidelijk aan mensen met alcoholverslaving opduiken
visies op verslaving
moreel model
= mensen met verslaving zijn te zwak om verleiding te weerstaan van
alcohol, te weinig wilskracht.
1750- nu
Situeert probleem bij persoon
Visie nog hedendaags doorleeft bv islamitische staten (doodstraf op
middelengebruik)
Oplossing: gevangenis of heropvoedingskampen (om alternatieve visie
aan te rijken)
Kritische visie moreel model
o ‘war on drugs’ vertrekt vanuit moreel model → campagne tegen
illegale drugs
Farmacologisch model
= probleem ligt niet bij persoon, maar in stof zelf. Het zijn de middelen
die gevaarlijk zijn, en deze moeten we zoveel mogelijk verbannen.
1850 – nu
Situeert probleem bij middel
Oplossing: verbod alcohol en drugs!
Kritische blik: Duidelijk samenhang tussen beschikbaarheid van middelen
en aantal mensen die problemen ervaren
o Laatste jaren toename die probleem hebben met bepaald middel =
kan niet losgekoppeld worden met toename beschikbaarheid bepaald
middel.
symptomatisch model
= Ziet verslaving niet als het echte probleem, maar als een symptoom van
een diepliggend probleem bij de persoon
1930-nu
Situeren opnieuw probleem bij persoon
Zijn vorm van coping, om beter om te kunnen gaan met problemen.
Oplossing: Vaak langdurige behandeling in therapeutische gemeenschap,
psychotherapie
Ziektemodel
3
, = ziet verslaving als een chronische ziekte – vergelijkbaar met astma.
1940- 1960
Bekend door AA-groep: die vond dat ‘eens een verslaving altijd een
verslaving’ → hadden veel impact met hun filosofie op manier hoe mensen
naar verslaving keken.
Leidt aan langdurige problematiek
Ene personen gevoeliger aan verslaving ontwikkeling dan andere
Oplossing: zelfhulpgroepen (zoals AA) of medicatie
Leer theoretische model
= Verslaving is aangeleerd gedrag
1960-1970
Beste manier om hiermee om te gaan is gedragstherapie
o Exposure: manier om mensen bloot te stellen aan triggers (bv zien
van pintje) en zo gedrag te veranderen
→ tot jaren 70 : probleem op 1 niveau
Biopsychosociaal model
= Verslaving door zowel biologische, psychische en sociale elementen
ontstaan.
o B: erfelijkheidskarakter
o P: zit in persoonlijkheid van personen (symptomtisch model)
o S : gebrek aan sociale steun, milieu waar iemand in opgroeid (bv
vader dronk)
1970- nu
Integratie van voorgaande theorieën/modellen
In behandeling ook voor al deze elementen!
In een behandeling moet je oog hebben voor al deze componenten (multi-
modale therapie!)
Hersenziekte model
= ziet verslaving als een hersenziekte, chronische aandoening die wordt
gekenmerkt door herval.
1990-nu
Herstel is wel mogelijk!
Oplossing: medicatie en gedragstherapie
Integratieve model
= een moderne visie op verslaving die verschillende invalshoeken
combineert. Het integreert vooral biopsychosociaal model en het
hersenmodel.
2020- …
Herstel niet mogelijk zonder rekening te houden met al deze factoren.
Oplossing: gepersonaliseerde behandeling
2 belangrijke hersensystemen bij verslaving:
4
DRUGHULPVERLENIPNG IN VLAANDEREN:
ORGANISATIE, FEITEN EN TENDENSEN
1. WAT IS VERSLAVING?
TRADITIONELE MODELLEN OM NAAR VERSLAVING TE KIJKEN
3 M’en: mens, middel, milieu (Zinberg)
Als we spreken over mensen met middelenprobleem, moet je niet enkel kijken naar
middel, ook naar mens (sommige mensen zijn gevoeliger) en milieu.
Deze zaken moet je meenemen in de behandeling
Mens: sommige mensen zijn gevoeliger dan de ander
Middel: welk middel is ook belangrijk, want bv cocaine kan ook verslaving alcohol opwekken.
Milieu : In het ene milieu sneller verslaafd geraken dan de ander: tweeling in aparte milieus
opgegroeid: beide verhoogde kans ongeacht milieu, maar milieu kan versterken, weinig
uitweg zien is een verhoogde kans
Fasen van gebruik
Vicieuze cirkels van Van Dijk (1974)
Als je in een verslaving zit, is dit een vicieuze cirkel. Enorm moeilijk om hieruit te geraken.
Verschillende soorten cirkel onderhouden samen verslaving, waardoor iemand verslaafd
blijft.
Lichamelijke cirkel (fysieke afhankelijkheid) → niet elke stof heeft dit!
o Het lichaam went aan de stof (bv nicotine, alcohol, cafeïne)
o Wanneer je stopt krijg je ontwenningsverschillen (trillen, zweten)
o Dit vervelend gevoel wil je vermijden → je blijf gebruiken
Psychische cirkel
o Verslaving beïnvloedt je denken, gevoelens en gedrag → erge craving naar goed
gevoel
o Hierdoor ga je weer gebruiken, want helpt op KT
Sociale cirkel
o Je bevind je in groepen waar gebruik ‘normaal is’ = zelfde vrienden
o Hierdoor blijvende verleiding
Cerebrale cirkel (hersenveranderingen)
o Is ook een hersenziekte: verandert structuur en werking vd hersenen
o Vooral dopaminesystemen (beloningssystemen)
o Zorgt ervoor dat verlang naar de stof sterk blijft.
o Hersenen hebben lange tijd nodig om te herstellen (herval is deel van proces)
1
,DSM CRITERIA
DSM-IV : MIDDELENMISBRUIK
Onaangepast middelengebruik dat in laatste 12 maanden leidt tot:
Problemen met werk, school of thuis
Gebruik in gevaarlijke situaties
Juridische problemen
Sociale of relationele problemen
Zeggen geen ‘afhankelijkheid’ → dit is mildere vorm van verslaving
Misbruik wordt niet meer gebruikt (te stigmatiserend) = nu zegt men
‘personen die middelen gebruiken’
DSM-IV: MIDDELENAFHANKELIJKHEID
Minstens 3 van deze criteria in 12 maanden
1. Tolerantie
2. Ontwenningsverschijnselen
3. Meer of langer gebruiken dan bedoeld
4. Mislukte pogingen om te minderen
5. Veel tijd besteden aan gebruik
6. Belangrijke activiteiten opgeven
7. Doorgaan ondanks lichamelijke of psychische schade
DSM-5: STOORNIS IN HET GEBRUIK VAN MIDDELEN
Onderscheid (van DSM-4) tss afhankelijkheid en misbruik is afgeschaft
Samengevoegd tot één diagnose = stoornis in het gebruik van middelen
Er zijn 11 criteria
Ernst wordt bepaald door hoeveel criteria iemand heeft
o 2-3 = mild
o 4-5 = matig
o 6 of meer = ernstig
MIDDELENGEBONDEN PROBLEMEN
Verslaving als een langdurige, complex en meervoudig probleem
= wanneer je een verslaving hebt, zal je vaak problemen hebben op meerdere
vlakken (bv relatie, werk)
polidruggebruik (combineren van meerdere middelen op verschillende momenten)
relationele problemen
werkloosheid
juridische problemen (problemen met justitie)
Huisvesting: financiële problemen, LT
infectieziekten en andere gezondheidsproblemen (hepatitis, hiv)
comorbiditeit (meerdere psychische aandoeningen bv verslaving + psychotische ervaringen
(depressie bv)
2
, sociale uitsluiting
Gediagnosticeerd als een individueel probleem met impact op omgeving en samenleving, maar ook
een sociaal perspectief op verslaving (en herstel nodig)
EVOLUERENDE VISIES OP VERSLAVING
Industriële revolutie (start verslaving)
heel wat mensen worden tewerkgesteld in fabrieken
en na uitbetaling gaan ze massaal op café (dronken enorm veel toen)
zo zien we geleidelijk aan mensen met alcoholverslaving opduiken
visies op verslaving
moreel model
= mensen met verslaving zijn te zwak om verleiding te weerstaan van
alcohol, te weinig wilskracht.
1750- nu
Situeert probleem bij persoon
Visie nog hedendaags doorleeft bv islamitische staten (doodstraf op
middelengebruik)
Oplossing: gevangenis of heropvoedingskampen (om alternatieve visie
aan te rijken)
Kritische visie moreel model
o ‘war on drugs’ vertrekt vanuit moreel model → campagne tegen
illegale drugs
Farmacologisch model
= probleem ligt niet bij persoon, maar in stof zelf. Het zijn de middelen
die gevaarlijk zijn, en deze moeten we zoveel mogelijk verbannen.
1850 – nu
Situeert probleem bij middel
Oplossing: verbod alcohol en drugs!
Kritische blik: Duidelijk samenhang tussen beschikbaarheid van middelen
en aantal mensen die problemen ervaren
o Laatste jaren toename die probleem hebben met bepaald middel =
kan niet losgekoppeld worden met toename beschikbaarheid bepaald
middel.
symptomatisch model
= Ziet verslaving niet als het echte probleem, maar als een symptoom van
een diepliggend probleem bij de persoon
1930-nu
Situeren opnieuw probleem bij persoon
Zijn vorm van coping, om beter om te kunnen gaan met problemen.
Oplossing: Vaak langdurige behandeling in therapeutische gemeenschap,
psychotherapie
Ziektemodel
3
, = ziet verslaving als een chronische ziekte – vergelijkbaar met astma.
1940- 1960
Bekend door AA-groep: die vond dat ‘eens een verslaving altijd een
verslaving’ → hadden veel impact met hun filosofie op manier hoe mensen
naar verslaving keken.
Leidt aan langdurige problematiek
Ene personen gevoeliger aan verslaving ontwikkeling dan andere
Oplossing: zelfhulpgroepen (zoals AA) of medicatie
Leer theoretische model
= Verslaving is aangeleerd gedrag
1960-1970
Beste manier om hiermee om te gaan is gedragstherapie
o Exposure: manier om mensen bloot te stellen aan triggers (bv zien
van pintje) en zo gedrag te veranderen
→ tot jaren 70 : probleem op 1 niveau
Biopsychosociaal model
= Verslaving door zowel biologische, psychische en sociale elementen
ontstaan.
o B: erfelijkheidskarakter
o P: zit in persoonlijkheid van personen (symptomtisch model)
o S : gebrek aan sociale steun, milieu waar iemand in opgroeid (bv
vader dronk)
1970- nu
Integratie van voorgaande theorieën/modellen
In behandeling ook voor al deze elementen!
In een behandeling moet je oog hebben voor al deze componenten (multi-
modale therapie!)
Hersenziekte model
= ziet verslaving als een hersenziekte, chronische aandoening die wordt
gekenmerkt door herval.
1990-nu
Herstel is wel mogelijk!
Oplossing: medicatie en gedragstherapie
Integratieve model
= een moderne visie op verslaving die verschillende invalshoeken
combineert. Het integreert vooral biopsychosociaal model en het
hersenmodel.
2020- …
Herstel niet mogelijk zonder rekening te houden met al deze factoren.
Oplossing: gepersonaliseerde behandeling
2 belangrijke hersensystemen bij verslaving:
4