Leerstukken:
- Onrechtmatige publicatie
- Botsing tussen vrijheid van meningsuiting (art. 10 EVRM)
- Bescherming van eer en goede naam (art. 6:162 BW).
Centrale vraag: Hoe pas je de criteria van art. 6:162 BW toe op een perspublicatie, en hoe
maak je de afweging tussen vrijheid van meningsuiting en bescherming van reputatie?
Stap 1: Juridische kader
- Art. 6:162 BW
- Art. 6:163 BW
- Art. 8 EVRM
Stap 2: Toepassing
Toets aan art. 6:162 BW (OD-voorwaarden)
Je doorloopt de 5 vereisten en past ze toe op de casus:
1. Onrechtmatigheid
Vormen van onrechtmatigheid:
1. Inbreuk op een recht (bijv. eigendomsrecht, lichamelijke integriteit).
2. Strijd met een wettelijke plicht.
3. Strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm (bijv. gevaarzetting →
Kelderluik).
📌
Toepassing: Benoem welke vorm hier speelt en waarom.
Voorbeeldzin: “Het nalaten van X om het gevaar op te ruimen levert strijd op met de
maatschappelijke zorgvuldigheid, nu eenvoudig te nemen voorzorgsmaatregelen
achterwege zijn gebleven.”
2. Toerekening
Een daad kan worden toegerekend als:
● Zij te wijten is aan schuld (verwijtbaar gedrag), of
● Volgens de wet of
📌
● Volgens verkeersopvattingen voor rekening van de dader komt.
Voorbeeldzin: “Het gedrag van X is aan hem toe te rekenen, omdat hij verwijtbaar heeft
gehandeld door… ”
3. Schade
Zowel vermogensschade (art. 6:95–96 BW) als immateriële schade (art. 6:106 BW).
📌
Benoem concreet de schade (bijv. letsel, kapot horloge, verlies van inkomsten).
Voorbeeldzin: “Y heeft door het handelen van X letselschade en vermogensschade
geleden.”
4. Causaal verband
Toets met condicio sine qua non: zou de schade ook zonder de gedraging zijn ontstaan?
Daarna: art. 6:98 BW → redelijke toerekening (alleen schade die in redelijkheid aan de daad
kan worden toegerekend).
, 📌 Voorbeeldzin: “Zonder het nalaten van X zou Y niet zijn gevallen. De schade is dus het
gevolg van de gedraging en kan in redelijkheid aan X worden toegerekend.”
5. Relativiteit (art. 6:163 BW)
📌
De geschonden norm moet strekken tot bescherming van het getroffen belang.
Voorbeeldzin: “De geschonden zorgvuldigheidsnorm strekt tot bescherming van
bezoekers zoals Y tegen het gevaar van letselschade, zodat aan het relativiteitsvereiste is
voldaan.”
Na elk vereiste kort te hebben getoetst, trek je een duidelijke eindconclusie:
“Nu aan alle vijf vereisten is voldaan, is X aansprakelijk uit onrechtmatige daad jegens Y.”
Botsing met art. 10 EVRM (vrijheid van meningsuiting)
- BOOS kan zich beroepen op hun recht om kritisch te berichten (journalistieke
vrijheid).
- Maar dit recht is niet absoluut → beperkingen zijn toegestaan ter bescherming van
de goede naam en rechten van anderen (art. 10 lid 2 EVRM).