Financial accounting – Hoorcollege 1 – Videoles 1
Belangrijke personen voor boekhouden:
- Luca Paciolo schreef ‘Summa de arithmetica, geometrica, proportioni et proportionalita’, hierin
stond de eerst beschrijving van Venetiaanse manier van boekhouding, het dubbelboekhouden.
Ook introduceerde hij journalen en grootboeken.
- Jan Ympyn Christoffel schreef het eerste gepubliceerde boekhoudboek in het Nederlands,
genaamd ‘Nieuwe instructie ende bewijs der looffelijcker consten des rekenboecks, ende
rekeninghe te houdene nae die italiaensche manier.’.
- Simon Stevin benaderde de oorlog als een reeks meetkundige problemen. Zijn kennis van
wiskunde droeg hij over op prins Maurits, die er grote militaire successen mee haalde.
Financial accounting – Hoorcollege 1 - Bobcast I & II
Om een bedrijf te starten zijn een financiële middelen nodig:
1. Via Stakeholders/Aandeelhouders, een tegenprestatie voor aanhouders is dividend of een hogere
toekomstige aandeelprijzen.
2. Via Creditors/Geldverstrekkers, een tegenprestatie voor geldverstrekkers is rente/interest.
Het accountingsysteem is onder te verdelen in twee categorieën:
1. Managerial Accounting Reports (Intern): gedetailleerde plannen en prestatierapporten.
- Internal Decision Makers, zoals managers, maken hier gebruik van, ze gebruik dit om het
bedrijf te runnen.
2. Financial Accounting Reports (Extern): een periodieke jaarrekening en aanvullende
openbaarmakingen. Onderdelen kunnen zijn: een balans, een winst- en verliesrekening, een
kasstroomoverzicht, een overzicht van de veranderingen in het eigen vermogen en het
totaaloverzicht.
- Op basis van de financial accounting reports maken External Decision Makers, zoals
aandeelhouders en geldverstrekker, beslissingen en evalueren ze het bedrijf.
Drie belangrijke bedrijfsactiviteiten:
1. Operationele activiteiten: bijv. de inkoop, de verkoop, de productie en de dienstverlening.
2. Investering activiteiten: bijv. het aankopen van een nieuw softwaresysteem.
3. Financiering activiteiten: ‘Hoe worden investeringen gefinancierd?’.
Soorten managers:
- Marketingmanagers: kunnen met kosteninformatie beslissen ‘Wat is de ideale/maximale prijs
die voor een bepaalde dienst/product gevraagd kan worden?’.
- Creditmanagers: kunnen op basis van financiële informatie van de klant het krediettermijn
beslissen.
- Supply chain managers
- Humanresourcemanagers
The Four Basic Financial Statements:
1. Balance Sheet – De Balans: de financiële positie van een onderneming op een bepaald
moment/punt in de tijd. Hierin staan: de activa/bezittingen, de schulden en het eigen vermogen.
Een balans is altijd in evenwicht: de bezittingen zijn gelijk aan de schulden en het eigen vermogen
bij elkaar opgeteld.
2. Income Statement – De winst- en verliesrekening: de opbrengsten en de kosten gedurende een
periode. ‘Hoe goed zijn de prestatie van een onderneming?’
3. Statement of Stochholders’s Equity – Het eigen vermogen overzicht: een overzicht van een
periode waarin alle veranderingen van het eigen vermogen te zien zijn. Voorbeelden van
onderdelen van het eigen vermogen overzicht zijn: ingehouden winsten, dividenden en uitgifte van
aandelen.
4. Statement of Cash Flows – Een kasstroomoverzicht: de instroom en uitstroom van geld
gedurende een accounting periode. Dit wordt opgedeeld in drie onderdelen: Operationeel,
investeringen, financieringen. Deze kunnen zowel direct of indirect opgesteld worden.
, 5. Other Comprehensive Income Statement – Het totaaloverzicht: alle veranderingen die
ongerealiseerd zijn in winsten en verliezen gedurende een accounting periode. Hierbij gaat het om
‘papieren’ winsten: ‘De winsten zijn er wel, maar zodra je even niet oplet zijn ze er niet, toch
worden ze graag aangegeven.’.
The financial statement omvat:
- De bedrijfsnaam
- Title of Statement: het soort overzicht.
- De datum van het statement.
- Unit of measure: de geldeenheid waarin wordt gemeten.
Handige samenvattende afbeelding:
Financiële analyse:
- Geldverstrekkers/Aandeelhouders: ‘Hoe ziet een onderneming eruit? – ‘Zijn voldoende
financiële mogelijkheden? - ‘Kunnen de schulden worden terugbetaald op lange/korte
termijn?
Winst- en verliesrekening:
Opbrengsten: de cash en de belofte van goederen en diensten.
Voorbeelden: verkoopopbrengsten, opbrengsten doormiddel van
diensten, huuropbrengsten en interestopbrengsten.
Kosten: de middelen om opbrengsten te realiseren, kosten zijn dus
afhankelijk/samenhangend met de opbrengsten. Voorbeelden:
kostprijs/inkoopkosten, loonkosten, huurkosten, afschrijvingskosten,
afschrijvingskosten van immateriële activa, verzekeringskosten,
reparatiekosten en belastingkosten.
Nettowinst = Opbrengsten – Kosten
- De nettowinst geeft een goed beeld van de toekomstige winsten/kasstromen.
Financiële analyse:
- Investeerder/Geldverstrekkers: ‘Ben je in staat goederen en diensten te produceren voor
meer dan de kostprijs?’ – ‘Is er een positieve toekomstverwachting, die kan leiden tot
dividenden of hogere aandeelprijzen?’ – ‘Kan de onderneming in de toekomst haar schulden
terugbetalen?’
Het eigen vermogen overzicht:
Het eigen vermogen heeft twee componenten:
1. ‘Wat hebben de eigenaren ingebracht?’
2. ‘Wat heb ik aan winst in de onderneming gehouden?’/ ‘Wat heb ik niet aan dividend uitgekeerd?’
,Common Stock – Gewone Aandelen: de bedragen die geïnvesteerd zijn door de aandeelhouders.
Retained Earnings: winsten van de afgelopen periode die niet zijn uitgekeerd aan aandeelhouders.
Let op! Dividenden zijn geen kosten, maar een uitdeling van de nettowinst.
Eigen vermogen = Bezittingen – Schulden/ Eigen vermogen = Common Stock + Retained Earnings
Financiële analyse:
‘Wat gaan ze doen?’
- Reinvestment of earnings, het herinvesteren.
- Retained Earnings - Een belangrijke bron van financiering voor ondernemingen.
‘Hoeveel wordt er uitgekeerd als dividend?’
- Geldverstrekkers maken zich zorgen dat een hoge dividenduitkering het moeilijker maakt voor
de onderneming om haar schulden terug te betalen.
‘Wordt er voldoende winsten geherinvesteerd om toekomstige groei te kunnen ondersteunen?’
- Vooral investeerders kijken naar dit vraagstuk.
Een kasstroomoverzicht:
Er zijn drie soorten kasstromen:
1. Kasstromen uit Operationele activiteiten – Cash Flows from Operating Activities: deze
kasstromen houden direct verband met het inkomsten. Voorbeelden: het geld dat is betaald aan
operationele kosten. Het geeft weer of de onderneming in staat is om genoeg geld uit de verkoop
te generen om aan de huidige cashbehoeften te voldoen.
2. Kasstromen uit investering activiteiten – Cash Flows from Investing Activities: deze kasstromen
houden verband met de investeringen.
3. Kasstromen uit Financiële activiteiten – Cash Flows from Financing Activities: deze kasstromen
houden verband met de financiën van een bedrijf.
De kasstromen kunnen zowel positief als negatief zijn.
Financiële analyse:
- ‘Hoe goed zijn ondernemingen in het terugbetalen van de schulden?’
- ‘Hoe bereiden ze de onderneming uit?’
- ‘Geeft de onderneming dividend aan haar aandeelhouders?’
De Toelichting/Notes bevat:
- ‘Hoe zijn zaken gewaardeerd?’ (Meestal tegen de historische kostprijs).
- ‘Wat kun je nog extra vertellen over deze zaken?’, bijv. ‘Hoe … opgebouwd?’
, Afbeelding waarin alles gesamenvat:
Generally Accepted Accounting Principles – GAAP: de regels die inhouds- en meetregels van de
verklaringen bepaalt.
- Securities and Exchange Commission – SEC: heersen over de beurzen, de ‘beurswaakhond’.
- The Financial Accounting Standards Board – FASB: verantwoordelijk voor het formuleren van
GAAP.
Onderliggende van de financiële regels: ondernemingen moeten informatie verschaffen die waardevol is
voor zowel bestaand als toekomstige investeerders/ geldverstrekkers/ overige gelduitleners.
Kenmerken van waardevolle informatie:
1. Relevant voor gebruikers.
2. Het moet betrouwbaar zijn.
3. Andere belangrijke kenmerken: Timely – Verifable – Comparable – Understandable
Belangrijke personen voor boekhouden:
- Luca Paciolo schreef ‘Summa de arithmetica, geometrica, proportioni et proportionalita’, hierin
stond de eerst beschrijving van Venetiaanse manier van boekhouding, het dubbelboekhouden.
Ook introduceerde hij journalen en grootboeken.
- Jan Ympyn Christoffel schreef het eerste gepubliceerde boekhoudboek in het Nederlands,
genaamd ‘Nieuwe instructie ende bewijs der looffelijcker consten des rekenboecks, ende
rekeninghe te houdene nae die italiaensche manier.’.
- Simon Stevin benaderde de oorlog als een reeks meetkundige problemen. Zijn kennis van
wiskunde droeg hij over op prins Maurits, die er grote militaire successen mee haalde.
Financial accounting – Hoorcollege 1 - Bobcast I & II
Om een bedrijf te starten zijn een financiële middelen nodig:
1. Via Stakeholders/Aandeelhouders, een tegenprestatie voor aanhouders is dividend of een hogere
toekomstige aandeelprijzen.
2. Via Creditors/Geldverstrekkers, een tegenprestatie voor geldverstrekkers is rente/interest.
Het accountingsysteem is onder te verdelen in twee categorieën:
1. Managerial Accounting Reports (Intern): gedetailleerde plannen en prestatierapporten.
- Internal Decision Makers, zoals managers, maken hier gebruik van, ze gebruik dit om het
bedrijf te runnen.
2. Financial Accounting Reports (Extern): een periodieke jaarrekening en aanvullende
openbaarmakingen. Onderdelen kunnen zijn: een balans, een winst- en verliesrekening, een
kasstroomoverzicht, een overzicht van de veranderingen in het eigen vermogen en het
totaaloverzicht.
- Op basis van de financial accounting reports maken External Decision Makers, zoals
aandeelhouders en geldverstrekker, beslissingen en evalueren ze het bedrijf.
Drie belangrijke bedrijfsactiviteiten:
1. Operationele activiteiten: bijv. de inkoop, de verkoop, de productie en de dienstverlening.
2. Investering activiteiten: bijv. het aankopen van een nieuw softwaresysteem.
3. Financiering activiteiten: ‘Hoe worden investeringen gefinancierd?’.
Soorten managers:
- Marketingmanagers: kunnen met kosteninformatie beslissen ‘Wat is de ideale/maximale prijs
die voor een bepaalde dienst/product gevraagd kan worden?’.
- Creditmanagers: kunnen op basis van financiële informatie van de klant het krediettermijn
beslissen.
- Supply chain managers
- Humanresourcemanagers
The Four Basic Financial Statements:
1. Balance Sheet – De Balans: de financiële positie van een onderneming op een bepaald
moment/punt in de tijd. Hierin staan: de activa/bezittingen, de schulden en het eigen vermogen.
Een balans is altijd in evenwicht: de bezittingen zijn gelijk aan de schulden en het eigen vermogen
bij elkaar opgeteld.
2. Income Statement – De winst- en verliesrekening: de opbrengsten en de kosten gedurende een
periode. ‘Hoe goed zijn de prestatie van een onderneming?’
3. Statement of Stochholders’s Equity – Het eigen vermogen overzicht: een overzicht van een
periode waarin alle veranderingen van het eigen vermogen te zien zijn. Voorbeelden van
onderdelen van het eigen vermogen overzicht zijn: ingehouden winsten, dividenden en uitgifte van
aandelen.
4. Statement of Cash Flows – Een kasstroomoverzicht: de instroom en uitstroom van geld
gedurende een accounting periode. Dit wordt opgedeeld in drie onderdelen: Operationeel,
investeringen, financieringen. Deze kunnen zowel direct of indirect opgesteld worden.
, 5. Other Comprehensive Income Statement – Het totaaloverzicht: alle veranderingen die
ongerealiseerd zijn in winsten en verliezen gedurende een accounting periode. Hierbij gaat het om
‘papieren’ winsten: ‘De winsten zijn er wel, maar zodra je even niet oplet zijn ze er niet, toch
worden ze graag aangegeven.’.
The financial statement omvat:
- De bedrijfsnaam
- Title of Statement: het soort overzicht.
- De datum van het statement.
- Unit of measure: de geldeenheid waarin wordt gemeten.
Handige samenvattende afbeelding:
Financiële analyse:
- Geldverstrekkers/Aandeelhouders: ‘Hoe ziet een onderneming eruit? – ‘Zijn voldoende
financiële mogelijkheden? - ‘Kunnen de schulden worden terugbetaald op lange/korte
termijn?
Winst- en verliesrekening:
Opbrengsten: de cash en de belofte van goederen en diensten.
Voorbeelden: verkoopopbrengsten, opbrengsten doormiddel van
diensten, huuropbrengsten en interestopbrengsten.
Kosten: de middelen om opbrengsten te realiseren, kosten zijn dus
afhankelijk/samenhangend met de opbrengsten. Voorbeelden:
kostprijs/inkoopkosten, loonkosten, huurkosten, afschrijvingskosten,
afschrijvingskosten van immateriële activa, verzekeringskosten,
reparatiekosten en belastingkosten.
Nettowinst = Opbrengsten – Kosten
- De nettowinst geeft een goed beeld van de toekomstige winsten/kasstromen.
Financiële analyse:
- Investeerder/Geldverstrekkers: ‘Ben je in staat goederen en diensten te produceren voor
meer dan de kostprijs?’ – ‘Is er een positieve toekomstverwachting, die kan leiden tot
dividenden of hogere aandeelprijzen?’ – ‘Kan de onderneming in de toekomst haar schulden
terugbetalen?’
Het eigen vermogen overzicht:
Het eigen vermogen heeft twee componenten:
1. ‘Wat hebben de eigenaren ingebracht?’
2. ‘Wat heb ik aan winst in de onderneming gehouden?’/ ‘Wat heb ik niet aan dividend uitgekeerd?’
,Common Stock – Gewone Aandelen: de bedragen die geïnvesteerd zijn door de aandeelhouders.
Retained Earnings: winsten van de afgelopen periode die niet zijn uitgekeerd aan aandeelhouders.
Let op! Dividenden zijn geen kosten, maar een uitdeling van de nettowinst.
Eigen vermogen = Bezittingen – Schulden/ Eigen vermogen = Common Stock + Retained Earnings
Financiële analyse:
‘Wat gaan ze doen?’
- Reinvestment of earnings, het herinvesteren.
- Retained Earnings - Een belangrijke bron van financiering voor ondernemingen.
‘Hoeveel wordt er uitgekeerd als dividend?’
- Geldverstrekkers maken zich zorgen dat een hoge dividenduitkering het moeilijker maakt voor
de onderneming om haar schulden terug te betalen.
‘Wordt er voldoende winsten geherinvesteerd om toekomstige groei te kunnen ondersteunen?’
- Vooral investeerders kijken naar dit vraagstuk.
Een kasstroomoverzicht:
Er zijn drie soorten kasstromen:
1. Kasstromen uit Operationele activiteiten – Cash Flows from Operating Activities: deze
kasstromen houden direct verband met het inkomsten. Voorbeelden: het geld dat is betaald aan
operationele kosten. Het geeft weer of de onderneming in staat is om genoeg geld uit de verkoop
te generen om aan de huidige cashbehoeften te voldoen.
2. Kasstromen uit investering activiteiten – Cash Flows from Investing Activities: deze kasstromen
houden verband met de investeringen.
3. Kasstromen uit Financiële activiteiten – Cash Flows from Financing Activities: deze kasstromen
houden verband met de financiën van een bedrijf.
De kasstromen kunnen zowel positief als negatief zijn.
Financiële analyse:
- ‘Hoe goed zijn ondernemingen in het terugbetalen van de schulden?’
- ‘Hoe bereiden ze de onderneming uit?’
- ‘Geeft de onderneming dividend aan haar aandeelhouders?’
De Toelichting/Notes bevat:
- ‘Hoe zijn zaken gewaardeerd?’ (Meestal tegen de historische kostprijs).
- ‘Wat kun je nog extra vertellen over deze zaken?’, bijv. ‘Hoe … opgebouwd?’
, Afbeelding waarin alles gesamenvat:
Generally Accepted Accounting Principles – GAAP: de regels die inhouds- en meetregels van de
verklaringen bepaalt.
- Securities and Exchange Commission – SEC: heersen over de beurzen, de ‘beurswaakhond’.
- The Financial Accounting Standards Board – FASB: verantwoordelijk voor het formuleren van
GAAP.
Onderliggende van de financiële regels: ondernemingen moeten informatie verschaffen die waardevol is
voor zowel bestaand als toekomstige investeerders/ geldverstrekkers/ overige gelduitleners.
Kenmerken van waardevolle informatie:
1. Relevant voor gebruikers.
2. Het moet betrouwbaar zijn.
3. Andere belangrijke kenmerken: Timely – Verifable – Comparable – Understandable