Namenlijst sociologie
E.J. Sieyès (rond 1780- - Qu’est-ce que le tiers état?
1785) - Doel : inrichting van nieuwe samenleving ten
tijde van de Franse Revolutie
- Normatieve wetenschap : hoe kan de
samenleving het beste worden ingericht? Hoe
ziet ‘het goede leven’ eruit in zo’n nieuwe
samenleving?
Auguste Comte - Cours de philosophie positive: sociologie als
(1830) hoogste en meest complexe wetenschap
- Definieert sociologie als empirische
wetenschap
- In navolging van natuurwetenschappen:
beschrijvend, objectief en empirisch
- Op zoek naar wetmatigheden in de samenleving
aan de hand van empirisch onderzoek
Mills Men moet in staat zijn om van perspectief te wisselen
door afstand te nemen van de actuele toestand & een
alternatief standpunt in te nemen
Concreet : men moet de schijnbare
vanzelfsprekendheden van het dagelijkse leven
overstijgen. De dagelijkse werkelijkheid/iemand
individuele ervaring (biografie) moet in haar ruimere
historische (geschiedenis) en sociale context (sociale
structuur) worden geplaatst. En dat kan alleen door
afstand te nemen van vanzelfsprekendheden, zoals
routines.
Dit is niet eenvoudig, want routineus handelen
(gedrag) en denken (common sense) zijn diep ingebed
in het dagelijks leven. Zij lijken de enige geldige
waarheid te zijn !
Bourdieu Sociale strijd = een classificatiestrijd; hij heeft veel
aandacht voor de culturele dimensie (>< Marx).
Centraal staat het begrip ‘distinctie’
SOCIAAL KAPITAAL
= het geheel van bestaande of potentiële hulpbronnen
dat voortvloeit uit het bezit van min of meer
(in)formeel geïnstitutionaliseerde netwerken waarvan
men deel uitmaakt (geïnstitutionaliseerd = werk,
gezin, clubs, scholen, kerken, voedselbanken
(Bourdieu) (sociaal kapitaal als INDIVIDUEEL
, bezit)
Waarvoor staat cultuur (1 vd 2 evoluties)
- Moet het voorwerp van sociologie altijd
immaterieel zijn? Nee, ook materiële zaken
kunnen betekenis dragen (bv nationale vlag,
volkslied)
- Materiele cultuur behoort wel tot het
sociologische cultuurbegrip, doordat voorwerpen
de uitdrukking vormen van een specifieke
zingeving; ze worden met betekenis geladen
vanuit een cultuurpatronen
- Indeling in 3 soorten cultureel kapitaal
Het geobjectiveerde cultureel kapitaal
(bv boeken)
Het belichaamde (geïncorporeerde)
cultureel kapitaal (wijze waarop wordt
omgegaan met het geobjectiveerde
cultureel kapitaal, bv boeken als
studiemateriaal – vereist kennis,
vaardigheden, opvoeding, cfr.
Socialisatie)
Het geïnstitutionaliseerde cultureel
kapitaal (diploma, als eindpunt van een
ver doorgedreven institutionalisering van
het omgaan met boeken als
studiemateriaal)
De Jager en Mok Sociologie = de wetenschap die sociaal handelen van
mensen bestudeert, evenals de daaruit voortgekomen
patronen en structuren, in hun ontstaan, voortbestaan
en veranderen’
Tatcher Eigenlijk hebben we niet te maken met armoede, want
de mensen in armoede hebben gewoon een gebrek
aan karakter
Kunnen niet met geld omgaan
Webber en Rittel Wicked problems zie slide 10 (2, deel 2)
Marx Proletariaat vs burgerij
- Socioloog bij uitstek voor tegengestelde
krachten
- Tegenstelling tussen klassen = klassenstrijd
burgerij grijpt de macht tijdens de industriële
revolutie. Het werkvolk staat eronder & worden
uitgebuit
- Zegt dat het volk dat niet leuk vindt & worden
zich bewust van hoe scheef de samenleving in
E.J. Sieyès (rond 1780- - Qu’est-ce que le tiers état?
1785) - Doel : inrichting van nieuwe samenleving ten
tijde van de Franse Revolutie
- Normatieve wetenschap : hoe kan de
samenleving het beste worden ingericht? Hoe
ziet ‘het goede leven’ eruit in zo’n nieuwe
samenleving?
Auguste Comte - Cours de philosophie positive: sociologie als
(1830) hoogste en meest complexe wetenschap
- Definieert sociologie als empirische
wetenschap
- In navolging van natuurwetenschappen:
beschrijvend, objectief en empirisch
- Op zoek naar wetmatigheden in de samenleving
aan de hand van empirisch onderzoek
Mills Men moet in staat zijn om van perspectief te wisselen
door afstand te nemen van de actuele toestand & een
alternatief standpunt in te nemen
Concreet : men moet de schijnbare
vanzelfsprekendheden van het dagelijkse leven
overstijgen. De dagelijkse werkelijkheid/iemand
individuele ervaring (biografie) moet in haar ruimere
historische (geschiedenis) en sociale context (sociale
structuur) worden geplaatst. En dat kan alleen door
afstand te nemen van vanzelfsprekendheden, zoals
routines.
Dit is niet eenvoudig, want routineus handelen
(gedrag) en denken (common sense) zijn diep ingebed
in het dagelijks leven. Zij lijken de enige geldige
waarheid te zijn !
Bourdieu Sociale strijd = een classificatiestrijd; hij heeft veel
aandacht voor de culturele dimensie (>< Marx).
Centraal staat het begrip ‘distinctie’
SOCIAAL KAPITAAL
= het geheel van bestaande of potentiële hulpbronnen
dat voortvloeit uit het bezit van min of meer
(in)formeel geïnstitutionaliseerde netwerken waarvan
men deel uitmaakt (geïnstitutionaliseerd = werk,
gezin, clubs, scholen, kerken, voedselbanken
(Bourdieu) (sociaal kapitaal als INDIVIDUEEL
, bezit)
Waarvoor staat cultuur (1 vd 2 evoluties)
- Moet het voorwerp van sociologie altijd
immaterieel zijn? Nee, ook materiële zaken
kunnen betekenis dragen (bv nationale vlag,
volkslied)
- Materiele cultuur behoort wel tot het
sociologische cultuurbegrip, doordat voorwerpen
de uitdrukking vormen van een specifieke
zingeving; ze worden met betekenis geladen
vanuit een cultuurpatronen
- Indeling in 3 soorten cultureel kapitaal
Het geobjectiveerde cultureel kapitaal
(bv boeken)
Het belichaamde (geïncorporeerde)
cultureel kapitaal (wijze waarop wordt
omgegaan met het geobjectiveerde
cultureel kapitaal, bv boeken als
studiemateriaal – vereist kennis,
vaardigheden, opvoeding, cfr.
Socialisatie)
Het geïnstitutionaliseerde cultureel
kapitaal (diploma, als eindpunt van een
ver doorgedreven institutionalisering van
het omgaan met boeken als
studiemateriaal)
De Jager en Mok Sociologie = de wetenschap die sociaal handelen van
mensen bestudeert, evenals de daaruit voortgekomen
patronen en structuren, in hun ontstaan, voortbestaan
en veranderen’
Tatcher Eigenlijk hebben we niet te maken met armoede, want
de mensen in armoede hebben gewoon een gebrek
aan karakter
Kunnen niet met geld omgaan
Webber en Rittel Wicked problems zie slide 10 (2, deel 2)
Marx Proletariaat vs burgerij
- Socioloog bij uitstek voor tegengestelde
krachten
- Tegenstelling tussen klassen = klassenstrijd
burgerij grijpt de macht tijdens de industriële
revolutie. Het werkvolk staat eronder & worden
uitgebuit
- Zegt dat het volk dat niet leuk vindt & worden
zich bewust van hoe scheef de samenleving in