H10 Huurrecht
Het huurrecht heeft als doel om de huurder in allerlei situaties te beschermen.
Huurrecht valt onder het privaatrecht.
Deelgebieden huurrecht:
1. Algemeen deel
2. Woonruimte
3. Middenstandsbedrijfsruimte
4. Overige bedrijfsruimte
Huurovereenkomst (artikel 7:201 BW)
Huur is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder, zich verbindt aan de andere partij,
de huurder, een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt
tot de tegenprestatie.
Bedrijfsruimte (artikel 7:290 BW)
Er dient sprake te zijn van gebouwde onroerende zaak die is bedoeld voor het oefenen van een
bedrijf zoals een café.
10.6 VERPLICHTINGEN VAN DE VERHUURDER
1. Ter beschikking stellen van het gehuurde (artikel 7:203 BW)
Wanneer je een zaak, bijvoorbeeld een woning huurt dan wil je uiteraard dat de zaak aan jou ter
beschikking wordt gesteld.
Indien dit niet wordt gedaan is er sprake van -> tekortkoming in de nakoming. Je kunt dan bijv.
schadevergoeding vorderen. (Artikel 6:74 BW jo Artikel 6:83 BW)
2. Verhelpen gebreken (artikel 7:204 lid 1 BW)
De verhuurder is verplicht om verlangen van de huurder gebreken te verhelpen.
Er moet sprake zijn van een gebrek (artikel 7:204 lid 2 BW)
Alle genot beperkende omstandigheden die niet aan de huurder zijn toe te rekenen vormen een gebrek.
Uitzonderingen -> artikel 7:206 lid 1 en lid 2 BW
10.7
Huurprijsvermindering (artikel 7:207 BW)
Indien je als huurder te maken hebt met vermindering van het huurgenot, kun je ervoor kiezen de
huurprijs te laten verminderen.
Vermindering gaat alleen via de rechter.
10.8 VERPLICHTINGEN VAN DE HUURDER
1. Huurprijs betalen (Art. 7:212 BW)
De huurder moet de tegenprestatie voldoen op de wijze zoals de huurder en verhuurder dat hebben
afgesproken. Ook moet hij ervoor zorgen dat de prestatie op tijd wordt voldaan. Het niet betalen leidt naar
een tekortkoming in de nakoming op. Als de huurder herhaaldelijk niet betaalt -> ontbinding van de
huurovereenkomst.
2. Goed huurder
De huurder moet zich gedragen als een goed huurder. (Artikel 7:213 BW)
Het huurrecht heeft als doel om de huurder in allerlei situaties te beschermen.
Huurrecht valt onder het privaatrecht.
Deelgebieden huurrecht:
1. Algemeen deel
2. Woonruimte
3. Middenstandsbedrijfsruimte
4. Overige bedrijfsruimte
Huurovereenkomst (artikel 7:201 BW)
Huur is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder, zich verbindt aan de andere partij,
de huurder, een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt
tot de tegenprestatie.
Bedrijfsruimte (artikel 7:290 BW)
Er dient sprake te zijn van gebouwde onroerende zaak die is bedoeld voor het oefenen van een
bedrijf zoals een café.
10.6 VERPLICHTINGEN VAN DE VERHUURDER
1. Ter beschikking stellen van het gehuurde (artikel 7:203 BW)
Wanneer je een zaak, bijvoorbeeld een woning huurt dan wil je uiteraard dat de zaak aan jou ter
beschikking wordt gesteld.
Indien dit niet wordt gedaan is er sprake van -> tekortkoming in de nakoming. Je kunt dan bijv.
schadevergoeding vorderen. (Artikel 6:74 BW jo Artikel 6:83 BW)
2. Verhelpen gebreken (artikel 7:204 lid 1 BW)
De verhuurder is verplicht om verlangen van de huurder gebreken te verhelpen.
Er moet sprake zijn van een gebrek (artikel 7:204 lid 2 BW)
Alle genot beperkende omstandigheden die niet aan de huurder zijn toe te rekenen vormen een gebrek.
Uitzonderingen -> artikel 7:206 lid 1 en lid 2 BW
10.7
Huurprijsvermindering (artikel 7:207 BW)
Indien je als huurder te maken hebt met vermindering van het huurgenot, kun je ervoor kiezen de
huurprijs te laten verminderen.
Vermindering gaat alleen via de rechter.
10.8 VERPLICHTINGEN VAN DE HUURDER
1. Huurprijs betalen (Art. 7:212 BW)
De huurder moet de tegenprestatie voldoen op de wijze zoals de huurder en verhuurder dat hebben
afgesproken. Ook moet hij ervoor zorgen dat de prestatie op tijd wordt voldaan. Het niet betalen leidt naar
een tekortkoming in de nakoming op. Als de huurder herhaaldelijk niet betaalt -> ontbinding van de
huurovereenkomst.
2. Goed huurder
De huurder moet zich gedragen als een goed huurder. (Artikel 7:213 BW)