Myologie extremiteiten
Spieren van de romb
Eigenschappen:
Dragen bij tot ademhaling
2 groepen:
o Spieren van de thorax
o Spieren van de abdominale wand
Bij ademhaling 2 bewegingen:
o Inspiratie
- M. diafragma
- M. intercostales externi
- (scalenus spieren)
o Expiratie
- M. intercostalis interni
- Spieren abdominale wand
Spieren van de thorax
Musculus Diafragma = het middenrif
Eigenschappen:
Dunne, platte spier + asymmetrisch (rechts is hoger dan links want lever zit rechts onder)
Scheidt de borstholte (bovenste deel = vloer borstholte) van de buikholte (onderste deel
= dak buikholte)
Vezels convergeren op tendum (= top van de diafragma koepel)
Origo:
- processus xiphoideus van het sternum
- binnenzijde/achterzijde van arcus costalus tot tip rib 12
- fascia over de spieren van de posterieure abdominale wand
3 doorgangen:
1. Foramen venai cavai: voor de vena cava inferior
2. Hiatus oesophagus: voor de oesophagus/slokdarm
3. Hiatus Aorticus: voor de aorta descendens
Functies:
Bij contractie -> caudale beweging (naar beneden)
Expansie longen: inademen
Ingewanden naar beneden geduwd
-> de hik = spontane, periodieke samentrekking van het middenrif bij het ademen
gevolgd door een plotse sluiting van de stembanden (gek geluid)
Craniale beweging (naar boven) -> expiratie
Passief: door elastische krachten longen + ingewanden craniaal geduwd door
spieren abdominale wand
,Musculi intercostales externi
= buitenste tussenrib-spieren
Eigenschappen:
Groep van 11 paar spieren die tussen de ribben gelegen zijn
Dunne laag spieren dat elke rib met zijn buur verbindt
van tuberculum costae tot midden cartillago costa
Origo: craniale rib
Spier loopt: caudaal en ventraal (loodrecht op m. intercostales interni)
Insetio: caudale rib
Functies:
Cranio-ventraalwaartse beweging ribben (ribben dichter bij elkaar en borstkas omhoog
trekken)
inademen
Musculi intercostales interni
= binnenste tussenrib-spieren
Eigenschappen:
Groep van 11 paar spieren die tussen de ribben gelegen zijn
Gelegen onder de musculi intercostales externi
van angulus costae tot einde intercostale ruimte
Origo: caudale rib
Spier loopt: ventraal en craniaal (loodrecht op m. intercostales externi)
Insetio: craniale rib
Functies:
Caudo-dorsaalwaartse beweging ribben (ribben dichter bij elkaar en borstkas naar
beneden trekken)
Uitademen
Spieren van de abdomen
Musculus rectus abdominis
Eigenschappen:
Lange spier; breedt craniaal en smal caudaal
Meerbuikige spier met 3 tot 4 tussenpezen
2 parallelle spieren verdeeld door de linea alba (van
processus xiphoideus tot pubis)
Origo: cartillago costa 5, 6, 7
Insertio: ventrale rand pubis
, Functies:
Buigen van de lumbale wervelkolom (flexie ruggengraad)
Geforceerde/krachtige uitademing (bv. bij hoesten en niezen)
Intact houden van de interne organen
Creëren van intra-abdominale druk bij bv. heffen van zware gewichten
Platte spieren (behoren ook tot de abdomen)
Musculus transversus abdominis
Eigenschappen:
platte spier met horizontaal verloop
diepst gelegen spier
Origo:
- Kraakbenige delen van de laatste 6 ribben
- De fascia lumbalis
- De cresta iliaca
- Ligamentum inguinale
Insertio: fascia rondom de m. rectus abdominis (= fascia
aponeurosis transversus)
Musculus obliquus internus abdominis
Eigenschappen:
Platte spier
Boven de m. transversus abdominis en onder de m. obliquus externus abdominis
Origo:
- De fascia lumbalis
- De cresta iliaca
- Ligamentum inguinale
Spier loopt: craniaal (bovenste deel) + transversaal (midden) + caudaal (onderste
deel)
Insertio: onderste 3 ribben + fascia rondom de m. rectus abdominis (= fascia
aponeurosis obliquus internus)