Thema 3 weefsels
Tanja Luttikhold
[Bedrijfsnaam]
[Datum]
,Inhoud
Inleiding..................................................................................................................................................2
Hoofdstuk 7 dekweefsel.........................................................................................................................2
7.1. algemene eigenschappen van dekweefsel...................................................................................2
7.2 Eenlagig dekweefsel.....................................................................................................................2
7.3 meerlagig dekweefsel...................................................................................................................3
7.4 klierepitheel..................................................................................................................................4
Hoofdstuk 8 steunweefsel......................................................................................................................5
8.1 bindweefsel..................................................................................................................................5
8.2 kraakbeenweefsel.........................................................................................................................7
8.3 botweefsel....................................................................................................................................8
8.4 vloeibaar steunweefsel.................................................................................................................9
Hoofdstuk 9 spierweefsel.....................................................................................................................10
9.1 algemene eigenschappen...........................................................................................................10
9.2 dwarsgestreept spierweefsel......................................................................................................10
9.3 gladspierweefsel.........................................................................................................................10
9.4 hartspierweefsel.........................................................................................................................10
Hoofdstuk 10 zenuwweefsel................................................................................................................10
10.1 zenuwcellen..............................................................................................................................11
10.2. steuncellen..............................................................................................................................11
, Inleiding
Weefsel is een verzameling van cellen met dezelfde bouw en gemeenschappelijke functie.
Tussencelstof )matrix): extracellulaire stoffen in een weefsel. Voorbeeld: kraakbeenweefsel, zouten,
vezels in botten.
Hoofdstuk 7 dekweefsel
Dekweefsel (epitheel is een begrendzend weefsel. Bedekt dit weefsel allerlei delen van het lichaam.
7.1. algemene eigenschappen van dekweefsel.
- geen tussencelstof; de cellen liggen in een aaneengesloten rijen dicht egen elkaar aan.
Tussen dekweefselellen zitten geen bloedvaten.
Heeft een slijtagefunctie: cellen sterven af en worden continu nieuw aangemaakt.
Basaalmembraan: dunne bindweefsellaag tussen epitheel en eronderliggend weefsel.
Dekweefsel heeft 3 verschillende functies:
1. Bescherming tegen dreigende beschadiging. Aantating van chemische stoffen en tegen
binnendringende ziekteverwerkers. Voorbeeld: als j jezelf stoot krijg je niet altijd gelijk een
wond.
2. Transport.
ze zorgen ervoor dat stoffen vanuit de omgeving binnenin de organen terecht komen
voorbeeld: in de darmen met voedingstoffen die vanuit de darmholte in het bloed
opgenomen worden. (longblaasjes)
3. Afscheiding van stoffen. (secretiefunctie)
Betekend dat ze bepaalde stoffen afscheiden zoals slijm, waterigestof.
7.2 Eenlagig dekweefsel.
Eenlagig dekweefsel bestaat uit 7 rij cellen. Het is een heel dun vliesje. op de grond van
bouw en functie van de cellen word het eenlagingdekweesel verdeeld in 4 typen.
1. Plaveiselepitheel.
Relatief platte cellen met een groot oppervlak, ook wel plaatepitheel genoemd.
Specifieke functies: bescherming en transsport. Bijvoorbeeld rondom de longblaasjes.
Binnenkleding van hart en de bloedvaten.
2. Kubischepitheel.
Blokvormig een lagigepitheel in wanden nierklierenbuizen. Functie afscheiding stoffen.
3. Cilindrisch epitheel.
Langwerpige kokervormige cellen.
Functie:
Tanja Luttikhold
[Bedrijfsnaam]
[Datum]
,Inhoud
Inleiding..................................................................................................................................................2
Hoofdstuk 7 dekweefsel.........................................................................................................................2
7.1. algemene eigenschappen van dekweefsel...................................................................................2
7.2 Eenlagig dekweefsel.....................................................................................................................2
7.3 meerlagig dekweefsel...................................................................................................................3
7.4 klierepitheel..................................................................................................................................4
Hoofdstuk 8 steunweefsel......................................................................................................................5
8.1 bindweefsel..................................................................................................................................5
8.2 kraakbeenweefsel.........................................................................................................................7
8.3 botweefsel....................................................................................................................................8
8.4 vloeibaar steunweefsel.................................................................................................................9
Hoofdstuk 9 spierweefsel.....................................................................................................................10
9.1 algemene eigenschappen...........................................................................................................10
9.2 dwarsgestreept spierweefsel......................................................................................................10
9.3 gladspierweefsel.........................................................................................................................10
9.4 hartspierweefsel.........................................................................................................................10
Hoofdstuk 10 zenuwweefsel................................................................................................................10
10.1 zenuwcellen..............................................................................................................................11
10.2. steuncellen..............................................................................................................................11
, Inleiding
Weefsel is een verzameling van cellen met dezelfde bouw en gemeenschappelijke functie.
Tussencelstof )matrix): extracellulaire stoffen in een weefsel. Voorbeeld: kraakbeenweefsel, zouten,
vezels in botten.
Hoofdstuk 7 dekweefsel
Dekweefsel (epitheel is een begrendzend weefsel. Bedekt dit weefsel allerlei delen van het lichaam.
7.1. algemene eigenschappen van dekweefsel.
- geen tussencelstof; de cellen liggen in een aaneengesloten rijen dicht egen elkaar aan.
Tussen dekweefselellen zitten geen bloedvaten.
Heeft een slijtagefunctie: cellen sterven af en worden continu nieuw aangemaakt.
Basaalmembraan: dunne bindweefsellaag tussen epitheel en eronderliggend weefsel.
Dekweefsel heeft 3 verschillende functies:
1. Bescherming tegen dreigende beschadiging. Aantating van chemische stoffen en tegen
binnendringende ziekteverwerkers. Voorbeeld: als j jezelf stoot krijg je niet altijd gelijk een
wond.
2. Transport.
ze zorgen ervoor dat stoffen vanuit de omgeving binnenin de organen terecht komen
voorbeeld: in de darmen met voedingstoffen die vanuit de darmholte in het bloed
opgenomen worden. (longblaasjes)
3. Afscheiding van stoffen. (secretiefunctie)
Betekend dat ze bepaalde stoffen afscheiden zoals slijm, waterigestof.
7.2 Eenlagig dekweefsel.
Eenlagig dekweefsel bestaat uit 7 rij cellen. Het is een heel dun vliesje. op de grond van
bouw en functie van de cellen word het eenlagingdekweesel verdeeld in 4 typen.
1. Plaveiselepitheel.
Relatief platte cellen met een groot oppervlak, ook wel plaatepitheel genoemd.
Specifieke functies: bescherming en transsport. Bijvoorbeeld rondom de longblaasjes.
Binnenkleding van hart en de bloedvaten.
2. Kubischepitheel.
Blokvormig een lagigepitheel in wanden nierklierenbuizen. Functie afscheiding stoffen.
3. Cilindrisch epitheel.
Langwerpige kokervormige cellen.
Functie: