100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
College aantekeningen

Psychologische Criminologie HC 1-4

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
22
Geüpload op
03-12-2025
Geschreven in
2025/2026

De eerste 4 hoorcolleges van Psychologische Criminologie samengevat.











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
3 december 2025
Aantal pagina's
22
Geschreven in
2025/2026
Type
College aantekeningen
Docent(en)
Dr. j. van doorn, dr. m. sentse, dr. j. jansen
Bevat
1 t/m 4

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Psychologische Criminologie HC

HC 1: Erfelijkheid
Je hoeft voor het boek niet de details van welke studies en welke auteurs te weten.

Nature vs Nurture
●​ Zijn het genen of opvoeding?
●​ 19e eeuw Lombroso: crimineel gedrag zit in de natuur van de mens, zit volledig in de
biologie. Het maakt niet uit wat de omgeving is. Criminelen hebben een andere schedelvorm
en bepaalde gelaatstrekken. Je hebt de kenmerken dus je bent crimineel.
●​ 20e eeuw Sociaal wetenschappelijke tegenreactie: het doet ertoe in wat voor omgeving
iemand zich bevindt → bepalend voor gedrag wat ze vertonen
●​ Huidige visie: integratie van nature en nurture, het is een samenspel van beide.

Basis concepten genetica
●​ DNA = genetisch materiaal → bepalend voor onze eigenschappen
●​ Gen = klein stukje van DNA dat codeert voor eigenschappen (middels eiwitten)
●​ Chromosoom = bundel DNA
●​ Genoom = totaalpakket van chromosomen
●​ Fenotype = observeerbare kenmerken van een persoon, hoe het genoom tot uiting komt

Erfelijkheidswetten Mendel
1.​ Dominant vs recessief allel (geno- vs fenotype)
○​ Alleen het dominante allel komt tot uiting in het uiterlijk
2.​ Homozygoot vs heterozygoot
○​ Bij het doorgeven van allellen, kan een individu 2 dezelfde allellen (homozygoot)
krijgen, of 2 verschillende (heterozygoot).
3.​ Erfelijke eigenschappen volgen voorspelbare patronen
○​ Elke eigenschap wat een eigen gen heeft wordt onafhankelijk van elkaar over geërfd.
verschillende eigenschappen hebben eigen overdracht die eigen regels volgen → er
kan geen mix komen zodat dat gen verandert
●​ Meeste gedrag is polygenetisch
○​ Het meeste gedrag komt niet voort uit 1 gen.

Wat is erfelijkheid?
●​ Genetische verschillen → gedragsverschillen
○​ De mate waarin mensen gedragsmatig verschillen wordt bepaald door in hoeverre ze
genetisch van elkaar verschillen.
●​ Geen ‘crimineel gen’, maar genetische kwetsbaarheid
○​ Ook omgeving heeft invloed of dat gedrag tot uiting komt. Dat je het verhoogde
risico hebt betekent niet dat je bepaald gedrag gaat vertonen. Veel gedrag loopt via
verschillende routes.
●​ Erfelijkheid = proportie variantie verklaard door genetische verschillen
●​ Genen beïnvloeden o.a. temperament, impulsiviteit, angstgevoeligheid
○​ Verhoogde mate op bepaald gedrag waar erfelijkheid invloed op heeft. Genetische
kwetsbaarheid, maar geen absolute zekerheid dat bepaald gedrag vertoond zal
worden.

,Methodes om erfelijkheid te onderzoeken
●​ Tweelingenonderzoek
○​ Vergelijken eeneiig met twee-eiige tweelingen.
●​ Adoptieonderzoek
○​ Je vergelijkt kinderen met dezelfde ouders biologisch gezien die in verschillende
adoptiegezinnen terechtkomen of je vergelijkt meer het gedrag van biologische vs.
adoptieouders.
●​ Moleculair genetisch onderzoek
○​ Je gaat naar specifieke genen op zoek die verband houden met specifiek gedrag.

Tweelingonderzoek: methode
●​ Eeneiige tweelingen (MZ) delen 100% van hun genen
●​ Twee-eiige tweelingen (DZ) delen 50% van hun genen
●​ Vergelijk gedragsovereenkomsten
○​ Hoeveel verschil is er in het voorkomen van crimineel gedrag in eeneiige tweelingen
en twee-eiige → indien er verschil is kun je dus conclusies trekken afhankelijk van
erfelijkheid/genen.
→ Als gedrag (agressie) in beide tweelingen binnen één gezin voorkomt, kun je dan zeggen of het
aangeleerd of aangeboren is?
●​ Nee, want er spelen meer factoren mee naast genen.Met 1
tweelingpaar kun je geen conclusie trekken, je hebt meerdere paren
nodig die je met elkaar kan vergelijken. Als je dan kan zien dat
eeneiige tweelingen altijd sterk overeenkomen dan moet dat komen
door genetisch component, op die manier kun je het wel vaststellen.
○​ MZ-correlaties 40-60% hoger dan DZ.
○​ Erfelijkheidsschattingen antisociaal gedrag: 30-50%
○​ Rest: gedeelde en unieke omgeving
Kritiek: Tweelingen kunnen meer hetzelfde behandelt worden, maar zelfs binnen het gezin kan
opvoeding anders ervaren worden → opvoedcontext verschilt individueel

Adoptieonderzoek
●​ Vergelijk biologische vs. adoptieve ouders
●​ Bevinding: verhoogd risico als biologische ouder crimineel gedrag vertoont, ondanks dat een
kind daar niet mee opgroeide.
●​ Interactie: kwaliteit adoptieomgeving beïnvloedt uitkomst

Meta Analyses
Een synthese van onderzoek waarbij de resultaten van meerdere, vergelijkbare studies samengenomen
ofwel gepooled worden. → Dit is een soort onderzoek naar onderzoek
●​ Bijvoorbeeld Walters (1992) erfelijkheid criminaliteit
○​ Voor gezinsstudies ca. 4
○​ Voor tweelingonderzoek ca. 35-45
○​ Voor adoptiestudies ca. 15
●​ Conclusie: rol van genen, maar mate waarin varieert per (type) onderzoek.

Variaties in erfelijkheid
●​ Geslacht: onduidelijk antwoord

, ●​ Type delict: vermogensdelict en geweldsdelict ligt erfelijkheidscomponent hoger dan voor
andere delicten.
●​ Leeftijd: voor oudere personen is de erfelijkheidscomponent hoger dan bij kinderen en
crimineel gedrag, hoe ouder je wordt hoe hoger dat component lijkt te worden
●​ Criminele carrière: wanneer je begonnen bent en wanneer je stopt → het verloop van
crimineel gedrag maakt uit in erfelijkheidsschatting

Moleculair genetisch onderzoek
●​ Kijken naar een indirecte relatie tussen genen en gedrag
●​ Het in kaart brengen van (specifieke) genen
○​ DNA afnemen van respondenten en onderzoek doen naar hun gedrag. Kijken naar
neurotransmitters en eiwitten waarvan ze weten dat het invloed kan hebben.
●​ Polymorphismen = variaties in genen
●​ Specifieke genen betrokken bij o.a. dopamine, serotonine, MAOA
○​ Dopamine: reguleren emoties, voelen van stemming en motivatie. Tekort:
risicogedrag opzoeken om dat te boosten. Het gen wat hiermee te maken heeft kan
onderzocht worden.
○​ Serotonine: gelukshormoon. Tekort: minder goed in staat om impulsiviteit in dwang
te houden.
○​ MAOA: eiwit dat ervoor zorgt dat bepaalde reststoffen worden afgebroken. Als dat te
weinig gebeurt dan raakt je brein overprikkeld en kan je dus overgevoelig reageren →
risico voor crimineel gedrag.

Biologische Mechanismen
●​ Neurotransmitters: dopamine serotonine
●​ Hormonen: testosteron, cortisol
●​ Hersenstructuren: prefrontale cortex

Gen-omgevingsinteractie (GxE)
●​ Genen beïnvloeden gevoeligheid voor omgeving
●​ Bijvoorbeeld MAOA-gen + kindermishandeling → verhoogd risico antisociaal gedrag




Alleen bij interactie van gen + ervaring loopt dit zo
€6,09
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
maxinebourez

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
maxinebourez Universiteit Leiden
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
3
Laatst verkocht
12 uur geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen