Bewegingsvaardigheden jaar 1, blok 3 en 4, jaar 1 ALO

Bewegings-
vaardigheden
samenvatting
blok 3 en 4
Dit document bevat een samenvatting over de praktijkvakken van blok 3 & 4 in het
propedeusejaar van de ALO.




Leerjaar; 2012-2013

,Zwemmen;
Hydrodynamica en hydrostatica.

Water van 4 graden is ongeveer 1 kilo per liter. Zeewater is 1.026 kilo per liter door het zout erin. In
het water heeft het lichaam, behalve met zwaartekracht, ook te maken met opwaartse kracht. Dit is
de kracht die wordt uitgeoefend door het water. Het verplaatste water oefent aan de onderkant een
kracht uit op het ondergedompelde lichaam. Deze opwaartse kracht is in tegengestelde richting van
de zwaartekracht. Ook de opwaartse kracht heeft een aangrijpingspunt; het drukpunt, perspunt of
drijfpunt (O). dit aangrijpingspunt ligt ongeveer bij het borstbeen

Weerstand;

- Vormweerstand;
o Golfweerstand; is een onmiddellijk gevolg van de golfvorming. Die ontstaat door de
voortbewegingen.
o Druk- of wervelweerstand; een gevolg van de viscositeit van het water, heeft te
maken met turbulentie van het water. Door de bewegingen van het lichaam tijdens
het wemmen gaan de watermoleculen ongestructureerd door elkaar bewegen.
Hierdoor verminderd de druk in het water waardoor er meer remming ontstaat.
o Frontale weerstand; wordt bepaald door de ligging in het water en is het kleinst in
horizontale ligging.
- Wrijvingsweerstand;
o Is een gevolg van de viscositeit (kleverigheid) en de stromingsverschijnselen van een
vloeistof. De weerstand ontstaat doordat de oppervlakken die elkaar raken niet
helemaal glad zijn. dit ontstaat bijvoorbeeld door beharing bij de huid. Hierdoor
worden de watermoleculen geremd.

Passieve en actieve weerstand.

Passieve weerstand is de weerstand waar een uitwendige kracht passief op het lichaam inwerkt,
bijvoorbeeld zich laten voortslepen zonder zelf te bewegen. Bij actieve weerstand is er sprake als er
een actieve voortstuwing is door het lichaam zelf.




Bewegingsvaardigheden blok 3 &4 Propedeuse 1

,Vlinderslag;

Bewegingsbeschrijving;

Been beweging;
o Benen worden ontspannen opwaarts gebracht; hielen doorbreken net het
wateroppervlak.
o Neerwaartse beweging begint bij de buiging in het heupgewricht. Gevolgd door een
strekking van het been, terwijl de voeten naar binnen zijn gedraaid.
o In het beging van de beweging zijn de knieën lichtjes gespreid, zodat de voeten meer
ruimte hebben om naar binnen te draaien.
Armbeweging;
- Inslaan;
o Handen lichtjes naar buiten gedraaid, duimen
eerst in het water, met bijna gestrekte armen en
op schouderbreedte.
- Steunen;
o De handen bewegen op- en zijwaarts om de
waterweerstand op te zoeken, schouders en hoofd
blijven diep om zo de golf beweging te krijgen.
- Spreiden; eerste deel stuwfase.
o Handen bewegen zij- en neerwaarts, verder dan
schouderbreedte.
o Ellebogen buigen en handen bewegen neer- en
achterwaarts tot bijna onder het
ellenbooggewricht.
- Samenbrengen; tweede deel stuwfase;
o Handen bewegen binnen- en achterwaarts tot onder de navel (schroefprincipe).
- Duwen; derde deel stuwfase;
o Armen worden gestrekt, waarbij de handen versneld bewegen, eerst achterwaarts .
- Uithalen;
o Voorbij het badpak, dicht tegen de heup, met bijna ontspannen handen en bijna
gestrekte armen,
- Overhalen;
o In het eerste deel zijn de armen gestrekt als het gevolg van het versneld uitduwen. In
het tweede deel zijn de armen licht gebogen en worden de armen naar voren
gezwaaid.




Bewegingsvaardigheden blok 3 &4 Propedeuse 2

, Foutenanalyse vlinderslag;


- Onvoldoende samenbrengen
o Gevolg; snelheidsvermindering door minder lange stuwbaan.
o Oorzaak; cognitief en lichaamsbesef
o Correctie; duimen elkaar laten raken t.h.v de borstkas.
- Te kort duwen;
o Gevolg
 Snelheidsvermindering.
o Oorzaak;
 Krachttekort
 Te lateraal duwen waardoor meer kracht vereist wordt om volledig door te
duwen.
 De been beweging valt te vroeg.
o Correctie;
 Met duimen langs de dijen gaan voor het uit het water halen van de armen.
 Armen- haper drill.
- Insteken i.p.v. inslaan.
o Gevolg;
 Evenwichtsverstoring rond de breedte-as.
 Snelheidsverstoring.
o Oorzaak;
 Men steekt in zoals bij de borstcrawl.
o Correctie;
 Overcorrectie inslaan met gestrekte armen.
- Te grote kniebuiging;
o Gevolg;
 Snelheidsvermindering
 Evenwichtsstoring rond de breedte-as.
o Oorzaak;
 Voeten te weinig kunnen strekken
 Krachttekort in de armen, waardoor men het wil compenseren met de
benen.
 Armen niet ver genoeg duwen/ te lateraal duwen door onvoldoende
samenbrengen.
o Correctie;
 Met zwemvliezen laten zwemmen
- Hoofd te veel oprichten bij het ademen.
o Gevolg;
 Evenwichtsstoring in breedte-as
 Snelheidsvermindering
o Oorzaak;
 Cognitief
 Lichaamsbesef


Bewegingsvaardigheden blok 3 &4 Propedeuse 3

, o Correctie;
 Arm- haper drill
 Één-arm drill
- Eerste beenslag komt te vroeg;
o Gevolg;
 Snelheidsvermindering
 Evenwichtsstoornis
o Oorzaak;
 Te lange steunfase
o Correctie;
 Ademhalingsoefeningen.
- Hoofd is niet voor de armen in het water;
o Gevolg;
 Snelheidsverstoring
 Evenwichtsverstoring.
o Oorzaak;
 Te laat het hoofd opgericht en uitgeblazen.
o Correctie;
 Vanuit stand in het water oefenen.
 Zichtbaar; je mag de armen niet zien inslaan.
 Overcorrectie; om de 2 of 3 slagen komen ademen.



Techniekdrills;

- Man van atlantis;
o Onder het wateroppervlak met de handen aan de heup de beenbeweging uitvoeren.
- Pijl drill;
o Aan het wateroppervlak met armen voorwaarts gestrekt de beenbeweging
uitvoeren. Hoofd en armen moeten meebewegen in de golvende beweging.
- Dolphin kick.
o Verticale beenbeweging.
- Staande drill;
o In heupdiepwater, romp voorover gebogen de armbeweging correct uitvoeren.
- Arm- haper drill;
o De armbeweging onder water uitvoeren met een duidelijk accent op het versnellend
duwen. Daarbij moet er even een rustmoment zitten tussen het inslaan en het
trekken van de beweging.
- Stretch drill;
o Vlinderslag met na elke armbeweging enkele dolfijnbeenbewegingen onder water.
- Één- arm drill;
o Vlinderslag zwemmen met 1 arm, de rustende arm blijft voorwaarts gestrekt.




Bewegingsvaardigheden blok 3 &4 Propedeuse 4