De oergonocyten =
- 2e week = stamcellen v epiblast = migrergen nr
wand v dooierzak ---> ontwikkelen zich tot
pulipotente oergonocyten = oer-kiemcellen
---> pluripotent = cellen kunnen tot alle
mogelijke cellen v lichaam evolueren
- 3e + 4e week = oergonocyten v uit dooierzak --->
door oer-darmkanaal nr gonadale plooien = naar
coelomisch epitheel
---> = oergonade in ontwikkeling
- 4e + 5e week = coelomisch epitheel ---> ontstaan vanuit adrenogonodaal primordium =
gemeenschappelijke oorsprong van:
• Bijnier
• Geslachtsklier
---> cellen migreren naar 1 vd 2 polen = heel gestuurd proces
Ontwikkeling geslachtklier = 4e + 5e week =
Adrenogonodaal primordium = ontstaat mediaal v mesonefros ---> = dr proliferatie v:
- Coelomisch epitheel
- Onderliggend mesenchym
---> Mesonefros =
• Doorheen mesonefros = kanaal van Wolf lopen =
mesonefrische kanaal
• Lateraal v mesonefrische kanaal = buis v Müller =
paramesonefrisch kanaal ---> zal helemaal caudaal nr
embryo uitgroeien
---> = naar sinus urogenitalis
---> = ontstaan uit mesoderm ---> = v coeloomholte nr sinus urogenitalis
---> adrenogenitaal primordium = geleidelijk splitsen in:
- Primitieve gonade
- Primitieve bijnier
1
,5e + 6e week =
In primitieve bipotentiële gonaden = multipotente progenitor cellen = aankomende kiemcellen
omringen ---> early supporting gonadel cells = ESGC
- Indefferente gonade = identiek bij XX en XY individu
- In stand houden dr expressie beperkt aantal genen
- Strekt zich cranio-caudaal minder ver uit dan mesonefros
---> Stel genen werken niet goed = geslachtklier kan zich minder goed ontwikkelen
Uitwendige geslachtsontwikkeling =
Cloacale membraan = helemaal caudaal v embryo ---> = zullen vooraan versmelten tot
tuberculum genitalum
---> = later zullen hier genitale structuren uit ontstaan
---> 6e + 7e week =
Ontwikkeling septum uro-rectale =
- Membrana urogenitalis
- Urogenitale plooien
- Membrana analis
- Anale plooien
---> = uitmondingen v urogenitaal
kanaal + darmsysteem vormen
---> lateraal v urethrale plooien = 2 verdikte huidplooien vormen = labioscrotale wallen
= Voorloperstructuren ---> helemaal in begin = hetzelfde bij XX + XY
Ontwikkeling testis =
In 6e zwangerschapsweek = vroegste differentiatie v geslachten ---> = aanwezigheid v SRY gen =
seks determining region on Y
- = op korte arm v Y-chromosoom
- = heel dicht bij SOX9 = net boven SRY = pseudo-autosomale regio v X + Y ---> = par-regio
---> = regio waar wel uitwisseling van genetisch materiaal was tussen X en Y
---> normale uitwisseling genetisch materiaal X-Y =
X-Y = minder evident om tijdens meiose materiaal uit te wisselen ---> lijken niet op elkaar =
behalve bij:
- Proximale uiteinde
- Distale uiteinde
---> = daar wel crossing-over = gebieden die gemeenschappelijk zijn in X en Y = 2 kopieën v
die genen in lichaam hebben
SRY genen komen tot expressie in ESGC ---> = niet in de kiemcellen!! 2
, SRY werking =
Zal downsteam gen activeren = SOX9 ---> = zal hele geslachtsontwikkeling in mannelijke zin
gaat starten
---> = zorgt dus voor start van cascade =
▪ Mannelijke pathway stimuleren
▪ Vrouwelijke pathway blokkeren
---> In begin = niet veel expressie v SRY ---> door:
- Autofeedback
- Paracriene feedback
---> = meer en meer ESGC cellen worden actief + differentiëren tot vroege sertoli cellen =
organiseren zich in buisjes + omringen kiemcellen = 1e cellen vd teelbal
---> = vroege voorlopers v tubuli seminiferi
---> rond die tubuli = dikke laag bindweefsel = houdt all buisjes samen ---> = zal
ontwikkelen tot tunica albuginea
---> = alle buisjes zijn als apart orgaan afgezonderd v coelomisch epitheel = teelbal is
afzonderlijk orgaan
= moet op juiste moment gebeuren ---> 1 dag te laat = teelbal ontwikkeling zal niet goed doorgaan
Celtypes testis rond 9e zwangerschapsweek =
1. Kiemcellen = stamcellen afkomstig v epiblast
2. Mesodermale cellen = stammen af v coelomisch epitheel =
• Sertoli cellen = in tubuli seminiferi ---> functie =
▪ Moeten kiemcellen voeden
▪ Moeten AMH produceren = anti-mullers-hormoon
• Mesenchymale cellen = tussen buisjes liggen ---> oiv AMH = differentiëren tot
foetale leydige cellen = produceren:
▪ Testosteron
▪ Insuline like factor 3
3. Cellen die uit mesonefros gaan migreren nr teelbal ---> = differentiëren tot:
• Endotheelcel
• Adulte Leydig cellen
• Peritubulaire myoide cellen = cellen die teelbalbuisjes omringen ---> = moeten
zorgen dat buisjes contractiliteit krijgen ---> moeten zorgen voor:
▪ Zaadcellen doorheen buisjes nr buiten duwen
▪ Goede bloed-testis barrière
▪ Communicatie + samenhouden + voeden v sertoni cellen
---> peritubulaire cellen =
- Wel in testis 3
- Niet in ovarium