Vragen per onderwerp op basis van voorgaande
tentamens
College 1
Onderwerpen:
- Doelstelling van financial accounting theory (FAT)
- Informatie-economie en informatieasymetrie
o Adverse selection
o Moral hazard
- Het fundamentele probleem van FAT
- De afweging tussen kwalitatieve kenmerken
o Relevantie
o Betrouwbaarheid
- Regulering en accounting standards
o Rule-based standards
o Principle-based standards
Vragen:
1. Wat is volgens Scott en O’Brien het fundamentele probleem Financial accounting
theory? (7x)
a. Antwoord: De beste maatstaf om adverse selectie te voorkomen leidt niet
perse tot het voorkomen van moral hazard. Centraal staat de afweging
tussen betrouwbaarheid en relevatie ideaal bestaat niet
2. Typen informatieasymmetrie
3. Welke type informatieasymmetrie onderscheidt Scott, en geef van beide een
korte omschrijving/definitie? (6x)
a. Antwoord
i. Adverse selection: Bepaalde personen weten meer over de
huidige en toekomstige condities dan anderen. Alvorens een
transactie is aangegaan (zoals investering of aanschaf aandeel)
ii. Moral Hazard: Type informatieasymmetrie waarbij een partij bij
een contract hun acties bij de uitvoering van het contract wel
kunnen waarnemen maar de andere partijen niet (Hidden action).
Ontstaat door scheiding eigendom & leiding. Hier is de transactie
dus al aangegaan en we willen hier weten of het management wel
in het belang van investeerders handelt
4. Waar staat het begrip moral hazard voor, of leg uit waarom een specifieke casus
een moral hazard probleem is
a. Antwoord: Moral Hazard treedt op wanneer managers acties ondernemen
(of nalaten, zoals shirking—lijntrekken) die de belangen van de principaal
(aandeelhouders/investeerders) schaden, maar deze acties zijn voor de
principaal niet waarneembaar (hidden action). Het probleem draait om het
motiveren van de inspanning van het management
5. Met welk type informatieasymmetrie heeft een belegger te maken wanneer deze
overweegt aandelen te kopen of wanneer een onderneming nieuwe aandelen
aanbiedt?
a. Antwoord: Adverse Selection. De belegger heeft te maken met adverse
selection omdat managers en andere insiders betere informatie hebben
over de huidige toestand en toekomstige vooruitzichten van de
onderneming dan de buitenstaande investeerders
6. Doelstelling FAT
7. Wat is het doel van financial accounting theory (3x)
a. Antwoord: Financial accounting theory (FAT) provides a critical awareness
of the current financial accounting and reporting environment, taking into
consideration the divers interests of both external users (investors and
banks) and management
8. Rule-based & Principle based accounting standards
, 9. Leg uit wat de begrippen rules-based en principles-based accounting standards
betekenen
a. Rules-based: Een kookboek met gedetailleerde voorschriften voor alle
boekhoudproblemen, Rules-based accounting is een benadering van
financiële verslaggeving en boekhouding die sterk afhankelijk is van
specifieke regels, voorschriften en standaarden. In tegenstelling tot een
principles-based benadering, die meer nadruk legt op algemene principes
en professionele oordelen, richt rules-based accounting zich op
gedetailleerde richtlijnen die precies beschrijven hoe transacties en
gebeurtenissen moeten worden vastgelegd en gerapporteerd.
b. Earningsmanagement is lastig hierbij.
c. GAAP
d. Principles-based standards: Op principes gebaseerd algemeen
aanvaardbare boekhoudprincipes die worden gebruikt als een conceptueel
kader
e. Nadeel = lastige vergelijkbaar
f. IFRS
g. In het algemeen biedt principle-based accounting een raamwerk dat meer
ruimte laat voor professionele oordelen en aanpassingen aan de specifieke
omstandigheden van een onderneming, wat kan leiden tot een meer
relevante en betrouwbare financiële verslaggeving.
10. Reacties voor het fundamentele probleem
a. Welke twee reacties onderscheiden Scott en O’Brien op het funadementele
probleem van FAT
i. Market forces: Marktkrachten kunnen controle uitoefenen op de
problemen van adverse selection en moral harard, waardoor
investeerders beschermd zijn en markten redelijk functioneren
ii. Regulation: Overlaten aan de regelgever. Inzetten van regels om
investeerders te beschermen.
11. Geef voorbeelden van beide typen informatieasymmetrie een voorbeeld in de
context van FAT, waarbij duidelijk de koppeling tussen het type
informatieasymmetrie en het voorbeeld blijkt
a. Adverse selection: Het management is bezig met een significante opdracht
die een grote invloed heeft op toekomstige kasstromen, maar de
investeerders weten nog niet dat dit plaats gaat vinden. (pre-contract)
(Hidden information)
b. Moral hazard: Het management weet precies wat zij doen. Maar de
aandeelhouders weten niet wat de intenties zijn van het management. (na-
contract) (Hidden Action)
tentamens
College 1
Onderwerpen:
- Doelstelling van financial accounting theory (FAT)
- Informatie-economie en informatieasymetrie
o Adverse selection
o Moral hazard
- Het fundamentele probleem van FAT
- De afweging tussen kwalitatieve kenmerken
o Relevantie
o Betrouwbaarheid
- Regulering en accounting standards
o Rule-based standards
o Principle-based standards
Vragen:
1. Wat is volgens Scott en O’Brien het fundamentele probleem Financial accounting
theory? (7x)
a. Antwoord: De beste maatstaf om adverse selectie te voorkomen leidt niet
perse tot het voorkomen van moral hazard. Centraal staat de afweging
tussen betrouwbaarheid en relevatie ideaal bestaat niet
2. Typen informatieasymmetrie
3. Welke type informatieasymmetrie onderscheidt Scott, en geef van beide een
korte omschrijving/definitie? (6x)
a. Antwoord
i. Adverse selection: Bepaalde personen weten meer over de
huidige en toekomstige condities dan anderen. Alvorens een
transactie is aangegaan (zoals investering of aanschaf aandeel)
ii. Moral Hazard: Type informatieasymmetrie waarbij een partij bij
een contract hun acties bij de uitvoering van het contract wel
kunnen waarnemen maar de andere partijen niet (Hidden action).
Ontstaat door scheiding eigendom & leiding. Hier is de transactie
dus al aangegaan en we willen hier weten of het management wel
in het belang van investeerders handelt
4. Waar staat het begrip moral hazard voor, of leg uit waarom een specifieke casus
een moral hazard probleem is
a. Antwoord: Moral Hazard treedt op wanneer managers acties ondernemen
(of nalaten, zoals shirking—lijntrekken) die de belangen van de principaal
(aandeelhouders/investeerders) schaden, maar deze acties zijn voor de
principaal niet waarneembaar (hidden action). Het probleem draait om het
motiveren van de inspanning van het management
5. Met welk type informatieasymmetrie heeft een belegger te maken wanneer deze
overweegt aandelen te kopen of wanneer een onderneming nieuwe aandelen
aanbiedt?
a. Antwoord: Adverse Selection. De belegger heeft te maken met adverse
selection omdat managers en andere insiders betere informatie hebben
over de huidige toestand en toekomstige vooruitzichten van de
onderneming dan de buitenstaande investeerders
6. Doelstelling FAT
7. Wat is het doel van financial accounting theory (3x)
a. Antwoord: Financial accounting theory (FAT) provides a critical awareness
of the current financial accounting and reporting environment, taking into
consideration the divers interests of both external users (investors and
banks) and management
8. Rule-based & Principle based accounting standards
, 9. Leg uit wat de begrippen rules-based en principles-based accounting standards
betekenen
a. Rules-based: Een kookboek met gedetailleerde voorschriften voor alle
boekhoudproblemen, Rules-based accounting is een benadering van
financiële verslaggeving en boekhouding die sterk afhankelijk is van
specifieke regels, voorschriften en standaarden. In tegenstelling tot een
principles-based benadering, die meer nadruk legt op algemene principes
en professionele oordelen, richt rules-based accounting zich op
gedetailleerde richtlijnen die precies beschrijven hoe transacties en
gebeurtenissen moeten worden vastgelegd en gerapporteerd.
b. Earningsmanagement is lastig hierbij.
c. GAAP
d. Principles-based standards: Op principes gebaseerd algemeen
aanvaardbare boekhoudprincipes die worden gebruikt als een conceptueel
kader
e. Nadeel = lastige vergelijkbaar
f. IFRS
g. In het algemeen biedt principle-based accounting een raamwerk dat meer
ruimte laat voor professionele oordelen en aanpassingen aan de specifieke
omstandigheden van een onderneming, wat kan leiden tot een meer
relevante en betrouwbare financiële verslaggeving.
10. Reacties voor het fundamentele probleem
a. Welke twee reacties onderscheiden Scott en O’Brien op het funadementele
probleem van FAT
i. Market forces: Marktkrachten kunnen controle uitoefenen op de
problemen van adverse selection en moral harard, waardoor
investeerders beschermd zijn en markten redelijk functioneren
ii. Regulation: Overlaten aan de regelgever. Inzetten van regels om
investeerders te beschermen.
11. Geef voorbeelden van beide typen informatieasymmetrie een voorbeeld in de
context van FAT, waarbij duidelijk de koppeling tussen het type
informatieasymmetrie en het voorbeeld blijkt
a. Adverse selection: Het management is bezig met een significante opdracht
die een grote invloed heeft op toekomstige kasstromen, maar de
investeerders weten nog niet dat dit plaats gaat vinden. (pre-contract)
(Hidden information)
b. Moral hazard: Het management weet precies wat zij doen. Maar de
aandeelhouders weten niet wat de intenties zijn van het management. (na-
contract) (Hidden Action)