HC1 – Kostengedrag en CVP analyse
Accounting = Het systematisch identificeren, registreren, analyseren en communiceren van
financiële en niet-financiële informatie binnen een organisatie, met als doel het ondersteunen
van zowel interne als externe besluitvorming.
“The language of business”
Accounting is “tweetalig”:
Financial Accounting =
- Externe rapportage (investeerders, schuldeisers, AFM, ...)
- Volgt bepaalde accountingstandaarden (GAAP/IFRS)
- Focus op financiële prestatie, op basis van geaggregeerde/globale informatie
Management Accounting =
- Interne rapportage (prijs en productiebeslissingen, performance measurement &
management, strategische besluitvorming)
- Gedefinieerd door management
- Focus op financiële en niet-financiële prestatie, op basis van gedetailleerde informatie
- Doel: ondersteunen van interne besluitvorming
“management accounting is the language of decision-making”
Management accounting:
• Cost accounting HC1 t/m 3
- Kosten en kostprijsberekening staan centraal
- Draagt bij aan externe financiële verslaggeving COGS is vaak de grootste uitgave!
- Kostprijsinformatie als driver van strategische besluitvorming
• (Strategic) management accounting HC3 t/m 6
- Strategische besluitvorming
- Planning en controle
- Performance management en evaluatie
- Incentive systems
Het belang van data en accounting information systems:
Winst = Totale opbrengsten – Totale kosten (Profit = Revenues – Costs)
Winstmarge (net profit margin) = Winst / Opbrengsten x 100%
Brutowinstmarge (gross profit margin) = Gross income / Revenues → efficiënt in productie
Kosten = Middelen opgeofferd om een bepaald doel te bereiken
Opportuniteitkost = “The road not taken”. Ontstaat wanneer je moet kiezen tussen alternatieven.
= De waarde van het beste mogelijke alternatief dat je opgeeft wanneer je een beslissing maakt.
→ Niet alleen economische, maar ook andere aspecten, zoals persoonlijke voorkeuren, kunnen
de opportuniteitskost beïnvloeden.
,Aanbod accepteren als: Winst > Opportuniteitskost
Cost accounting:
→ Inzicht in de kostenstructuur van een organisatie is van fundamenteel belang voor
strategische besluitvorming!
→ We verwijzen vaak naar “het gedrag van kosten”
Een eerste onderscheid:
• Variabele kosten = kosten die wijzigen in verhouding tot de mate van activiteit
- Als de activiteit toeneemt, stijgt de totale variabele kost. Neemt de productie af, daalt de
totale variabele kost
- Dit vertaalt zich in een constante variabele kost per eenheid
- vb. directe arbeid: constante kost per arbeidsuur, stijgend in het aantal benodigde arbeidsuren
• Vaste kosten = wijzigen niet in verhouding tot de mate van activiteit
- Vaste kosten zijn onafhankelijk van de totale mate van activiteit
- Dit vertaalt zich in een dalende vaste kost per eenheid
- vb. huur van gebouwen: huur is vooraf bepaald, onafhankelijk van productie
Totale kosten:
Kostfunctie. Vb: $500 + $5Q . 500 is hier de vaste kosten, 5 de variabelen.
TK = totale kost
Q = productiehoeveelheid
Aandachtspunten:
1. Het onderscheid tussen vaste en variabele kosten kan veranderen over tijd
. “In the long run, all costs are variable”
2. Afhankelijk van hoe je betaalt:
• Materiaal: Aankoop (F) vs huur (V)
• Arbeid: Vaste werknemers (F) versus tijdelijke werknemers (V)
Belang van het recupereren van vaste kosten:
Je moet produceren om die vaste kosten te gaan dekken. Dit is risicovol bij een slechte
economie.
, Cost-Volume-Profit (CVP) analyse = capteert de relatie tussen volume
(verkoophoeveelheid), kosten, en de resulterende (korte termijn) winst.
Het is een tool die gebruikt wordt voor sensitiviteitsanalyse, om de winstgevendheid
te bepalen onder verschillende alternatieve scenario’s → “Wat als..?”
“The fundamental accounting equation”
Twee manieren om tot winst te komen:
1. Financial accounting: zie plaatje:
2. Managerial accounting:
Revenues (Opbrengsten)
- Variable costs (Variabele kosten)
- Fixed costs (Vaste kosten)
= Net income (Winst)
Break-even analyse = hoeveel porties moeten verkocht worden om break-even te draaien?
Break-even = kosten gelijk aan opbrengt:
= (P*Q) – (Var. Kost/eenheid*Q) – Vaste kosten
= (P- Var. Kost/eenheid)*Q – Vaste kosten
= CM/eenheid*Q – Vaste kosten
Break-even: Winst = 0 ; Q = Vaste kosten / (CM/eenheid)
Break-even punt (eenheden) = Vaste kosten / Contributiemarge per eenheid
Contributiemarge = wat overblijft om de vaste kosten te dekken nadat alle variabele kosten in
rekening zijn gebracht.
De contributiemarge per eenheid reflecteert in welke mate elke eenheid verkocht product
bijdraagt aan het dekken van de vaste kosten en het genereren van winst.
Dit is waarom het zo belangrijk is om een goed begrip te vormen van hoe kosten zich gedragen!
Ideale scenario: lage vaste kosten, hoge contributiemarge per eenheid → vaste kosten kunnen
gedekt worden door een lage verkoophoeveelheid
In de realiteit is dit vaak anders! Vb. luchtvaartmaatschappijen hebben enorm hoge vaste kosten
→ streven naar een zo hoog mogelijke bezettingsgraad (wat kan leiden tot overboeking)
Ratio die dit capteert: operating leverage = totale vaste kosten/totale kosten
- Wat is het aandeel van vaste kosten in het totaal aan kosten?
- Belangrijke risico indicator!
- Hoog: > 60% ; matig: 60% ≥ X ≥ 30% ; laag: < 30%
Break-even analyse is dus een speciaal geval van CVP waarbij TOI = 0!
Kiezen tussen verschillende strategische alternatieven
Indifferentiepunt = verwijst naar het niveau van activiteit (zoals productie- of
verkoophoeveelheid) waarbij de kosten of winsten van twee of meer alternatieve opties gelijk
zijn. Het is dat punt waar twee alternatieve opties economisch gelijkwaardig zijn.
Accounting = Het systematisch identificeren, registreren, analyseren en communiceren van
financiële en niet-financiële informatie binnen een organisatie, met als doel het ondersteunen
van zowel interne als externe besluitvorming.
“The language of business”
Accounting is “tweetalig”:
Financial Accounting =
- Externe rapportage (investeerders, schuldeisers, AFM, ...)
- Volgt bepaalde accountingstandaarden (GAAP/IFRS)
- Focus op financiële prestatie, op basis van geaggregeerde/globale informatie
Management Accounting =
- Interne rapportage (prijs en productiebeslissingen, performance measurement &
management, strategische besluitvorming)
- Gedefinieerd door management
- Focus op financiële en niet-financiële prestatie, op basis van gedetailleerde informatie
- Doel: ondersteunen van interne besluitvorming
“management accounting is the language of decision-making”
Management accounting:
• Cost accounting HC1 t/m 3
- Kosten en kostprijsberekening staan centraal
- Draagt bij aan externe financiële verslaggeving COGS is vaak de grootste uitgave!
- Kostprijsinformatie als driver van strategische besluitvorming
• (Strategic) management accounting HC3 t/m 6
- Strategische besluitvorming
- Planning en controle
- Performance management en evaluatie
- Incentive systems
Het belang van data en accounting information systems:
Winst = Totale opbrengsten – Totale kosten (Profit = Revenues – Costs)
Winstmarge (net profit margin) = Winst / Opbrengsten x 100%
Brutowinstmarge (gross profit margin) = Gross income / Revenues → efficiënt in productie
Kosten = Middelen opgeofferd om een bepaald doel te bereiken
Opportuniteitkost = “The road not taken”. Ontstaat wanneer je moet kiezen tussen alternatieven.
= De waarde van het beste mogelijke alternatief dat je opgeeft wanneer je een beslissing maakt.
→ Niet alleen economische, maar ook andere aspecten, zoals persoonlijke voorkeuren, kunnen
de opportuniteitskost beïnvloeden.
,Aanbod accepteren als: Winst > Opportuniteitskost
Cost accounting:
→ Inzicht in de kostenstructuur van een organisatie is van fundamenteel belang voor
strategische besluitvorming!
→ We verwijzen vaak naar “het gedrag van kosten”
Een eerste onderscheid:
• Variabele kosten = kosten die wijzigen in verhouding tot de mate van activiteit
- Als de activiteit toeneemt, stijgt de totale variabele kost. Neemt de productie af, daalt de
totale variabele kost
- Dit vertaalt zich in een constante variabele kost per eenheid
- vb. directe arbeid: constante kost per arbeidsuur, stijgend in het aantal benodigde arbeidsuren
• Vaste kosten = wijzigen niet in verhouding tot de mate van activiteit
- Vaste kosten zijn onafhankelijk van de totale mate van activiteit
- Dit vertaalt zich in een dalende vaste kost per eenheid
- vb. huur van gebouwen: huur is vooraf bepaald, onafhankelijk van productie
Totale kosten:
Kostfunctie. Vb: $500 + $5Q . 500 is hier de vaste kosten, 5 de variabelen.
TK = totale kost
Q = productiehoeveelheid
Aandachtspunten:
1. Het onderscheid tussen vaste en variabele kosten kan veranderen over tijd
. “In the long run, all costs are variable”
2. Afhankelijk van hoe je betaalt:
• Materiaal: Aankoop (F) vs huur (V)
• Arbeid: Vaste werknemers (F) versus tijdelijke werknemers (V)
Belang van het recupereren van vaste kosten:
Je moet produceren om die vaste kosten te gaan dekken. Dit is risicovol bij een slechte
economie.
, Cost-Volume-Profit (CVP) analyse = capteert de relatie tussen volume
(verkoophoeveelheid), kosten, en de resulterende (korte termijn) winst.
Het is een tool die gebruikt wordt voor sensitiviteitsanalyse, om de winstgevendheid
te bepalen onder verschillende alternatieve scenario’s → “Wat als..?”
“The fundamental accounting equation”
Twee manieren om tot winst te komen:
1. Financial accounting: zie plaatje:
2. Managerial accounting:
Revenues (Opbrengsten)
- Variable costs (Variabele kosten)
- Fixed costs (Vaste kosten)
= Net income (Winst)
Break-even analyse = hoeveel porties moeten verkocht worden om break-even te draaien?
Break-even = kosten gelijk aan opbrengt:
= (P*Q) – (Var. Kost/eenheid*Q) – Vaste kosten
= (P- Var. Kost/eenheid)*Q – Vaste kosten
= CM/eenheid*Q – Vaste kosten
Break-even: Winst = 0 ; Q = Vaste kosten / (CM/eenheid)
Break-even punt (eenheden) = Vaste kosten / Contributiemarge per eenheid
Contributiemarge = wat overblijft om de vaste kosten te dekken nadat alle variabele kosten in
rekening zijn gebracht.
De contributiemarge per eenheid reflecteert in welke mate elke eenheid verkocht product
bijdraagt aan het dekken van de vaste kosten en het genereren van winst.
Dit is waarom het zo belangrijk is om een goed begrip te vormen van hoe kosten zich gedragen!
Ideale scenario: lage vaste kosten, hoge contributiemarge per eenheid → vaste kosten kunnen
gedekt worden door een lage verkoophoeveelheid
In de realiteit is dit vaak anders! Vb. luchtvaartmaatschappijen hebben enorm hoge vaste kosten
→ streven naar een zo hoog mogelijke bezettingsgraad (wat kan leiden tot overboeking)
Ratio die dit capteert: operating leverage = totale vaste kosten/totale kosten
- Wat is het aandeel van vaste kosten in het totaal aan kosten?
- Belangrijke risico indicator!
- Hoog: > 60% ; matig: 60% ≥ X ≥ 30% ; laag: < 30%
Break-even analyse is dus een speciaal geval van CVP waarbij TOI = 0!
Kiezen tussen verschillende strategische alternatieven
Indifferentiepunt = verwijst naar het niveau van activiteit (zoals productie- of
verkoophoeveelheid) waarbij de kosten of winsten van twee of meer alternatieve opties gelijk
zijn. Het is dat punt waar twee alternatieve opties economisch gelijkwaardig zijn.