Week 1
Neem de algemene informatie door op brightspace.
Week 2
1. Schrijf op hoe je denkt om te gaan met de twee vormen van agressie.
Frustratie agressie: dit ontstaat uit onvrede, ergernis of irritatie in het verleden. Deze
frustratie uit zich in agressief gedrag. Bij frustratie agressie staat de emotie centraal.
Als iemand deze agressie laat zien is het niet zinvol om je zegje te gaan doen. Als er
frustratie agressie wordt vertoont wil ik rustig blijven, zodat de situatie niet nog meer
escaleert. Ik wil meeveren met de emotie en empathie tonen, want ik denk dat dit het
beste is in zo’n situatie. De agressie kan daardoor afnemen waardoor het gesprek
daarna weer vervolgd kan worden.
Instrumentele agressie: deze agressie is vaak wel bewust en doelgericht. De
persoon die deze agressie vertoont wil een doel bereiken. Als er instrumentele
agressie wordt vertoont wil ik rustig blijven en duidelijk maken dat dit gedrag niet
normaal is. Ik zal aangeven dat het doel niet wordt bereikt op deze manier. Ik denk
dat ik wel wat geïrriteerd raakt als er instrumentele agressie wordt gehanteerd, maar
dat ik wel rustig kan blijven. Ik ben wel bang dat ik bij instrumentele agressie dicht zal
klappen, omdat ik niet weet hoe ik hierop moet reageren.
2. Bestudeer uit boek ‘Agressiebeheersing’, hoofdstuk 1 t/m 7. omschrijf wat je
als medewerker kunt doen als de zaak is geëscaleerd. Neem mee.
Rustig blijven en meeveren met de emotie.
3. Kijk waarin jouw aanpak verschilt met de aanpak zoals omschreven in het boek
en formuleer op basis van deze vergelijking je leerpunt/blinde vlek.
Frustratie agressie: Ik denk dat ik te snel kan reageren op het schelden met
bijvoorbeeld: op deze manier ga ik een gesprek voeren. De kans dat de situatie dan
escaleert is groot dus het boek zegt ook dat je beter even kan wachten als er
agressie vertoont wordt.
Instrumentele agressie: Ik denk dat ik niet ongevoelig kan reageren als ik
dreigementen naar mijn hoofd krijg. Het boek zegt dat je gevoelig moet zijn voor de
uitvoering van dreigementen. Ik ben een vrij gevoelig persoon dus ik denk dat als ik
dreigementen naar mijn hoofd krijg dat dit mij wel beïnvloed.
Nb. Train je leerpunt met de acteur bij de derde training en reflecteer hierop in je
eindverslag.
4. Bestudeer Stegge H., Thomaes S., ‘Korte lontjes en opgeblazen ego’s: over
schaamte, zelfbeeld en agressie’, Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 34,
nummer 2, 2007 (Brightspace).
Gedaan
, 5. Ter herinnering: paragraaf 11.4.1 over de Roos van Leary uit het boek
'Gespreksvoering in de juridische praktijk' en het document 'de Roos van
Leary' (zie hieronder).
Gedaan
6. Bereid casus “Marcus” voor.
Gedaan
Beantwoord de volgende vragen ter voorbereiding op het gesprek:
● Wat doet een re-integratiebureau?
Een re-integratiebedrijf helpt bij het vinden van passend werk. Dat kan een
werkervaringsplek zijn of een nieuwe baan. Jobcoaches van deze bedrijven
kunnen verschillende middelen inzetten om je in deze zoektocht te ondersteunen.
Denk aan een beroepskeuzetest, scholing, training of een persoonlijk
begeleidingstraject.
● Wat is een re-integratietraject?
Dit is een traject waarbij iemand die werkloos is wordt begeleid naar een baan.
Het doel is dat die persoon weer aan het werk gaat.
● Hoe ziet een Work first-traject eruit?
Bij een work first traject wordt er verplicht gewerkt met intensieve begeleiding. Je
gaat direct nadat je een bijstandsuitkering hebt aangevraagd aan het werk. Zo
maak je meer kans op ‘gewoon’ werk. Meestal behoudt u tijdens een Work
First-project uw uitkering.
● Wat is het doel van dit gesprek?
Marcus informeren over de procedures en sancties. Eventueel Marcus jook
motiveren, zodat hij deel blijft nemen aan het re-integratietraject. Ook de
● Welke feiten in de casus zijn relevant?
- Marcus Petri is 40 jaar
- Hij was schilder bij Wolkers huisschilders in Amsterdam
- Hij had een relatie met Angela, al ongeveer 15 jaar samen, toen uit elkaar. Ze
hebben drie kinderen.
- Marcus gaat zwart werken, Wolkers ontslaat hem en hij kan nu gene nieuwe
baan vinden, ze raken in de schulden. Angela verwijt Marcus. Marcus krijgt
alcoholproblemen. Angela gaat weg. Marcus raakt in depressie, drinkt meer,
ziet kinderen minder. Ultimatum: stoppen met drinken = kinderen zien
- Marcus ontmoet nieuwe vrouw, wil samen met haar er weer bovenop komen.
- Marcus komt in re-integratietraject. Normaal ritme. Eventueel scholing. Nu 35
jaar oud.
- Michelle is consulent. Ze legt uit: 8:30 aanwezig met simpele werkzaamheden
(dozen inpakken).Gaat dat goed? Dan sollicitatietraject.
Neem de algemene informatie door op brightspace.
Week 2
1. Schrijf op hoe je denkt om te gaan met de twee vormen van agressie.
Frustratie agressie: dit ontstaat uit onvrede, ergernis of irritatie in het verleden. Deze
frustratie uit zich in agressief gedrag. Bij frustratie agressie staat de emotie centraal.
Als iemand deze agressie laat zien is het niet zinvol om je zegje te gaan doen. Als er
frustratie agressie wordt vertoont wil ik rustig blijven, zodat de situatie niet nog meer
escaleert. Ik wil meeveren met de emotie en empathie tonen, want ik denk dat dit het
beste is in zo’n situatie. De agressie kan daardoor afnemen waardoor het gesprek
daarna weer vervolgd kan worden.
Instrumentele agressie: deze agressie is vaak wel bewust en doelgericht. De
persoon die deze agressie vertoont wil een doel bereiken. Als er instrumentele
agressie wordt vertoont wil ik rustig blijven en duidelijk maken dat dit gedrag niet
normaal is. Ik zal aangeven dat het doel niet wordt bereikt op deze manier. Ik denk
dat ik wel wat geïrriteerd raakt als er instrumentele agressie wordt gehanteerd, maar
dat ik wel rustig kan blijven. Ik ben wel bang dat ik bij instrumentele agressie dicht zal
klappen, omdat ik niet weet hoe ik hierop moet reageren.
2. Bestudeer uit boek ‘Agressiebeheersing’, hoofdstuk 1 t/m 7. omschrijf wat je
als medewerker kunt doen als de zaak is geëscaleerd. Neem mee.
Rustig blijven en meeveren met de emotie.
3. Kijk waarin jouw aanpak verschilt met de aanpak zoals omschreven in het boek
en formuleer op basis van deze vergelijking je leerpunt/blinde vlek.
Frustratie agressie: Ik denk dat ik te snel kan reageren op het schelden met
bijvoorbeeld: op deze manier ga ik een gesprek voeren. De kans dat de situatie dan
escaleert is groot dus het boek zegt ook dat je beter even kan wachten als er
agressie vertoont wordt.
Instrumentele agressie: Ik denk dat ik niet ongevoelig kan reageren als ik
dreigementen naar mijn hoofd krijg. Het boek zegt dat je gevoelig moet zijn voor de
uitvoering van dreigementen. Ik ben een vrij gevoelig persoon dus ik denk dat als ik
dreigementen naar mijn hoofd krijg dat dit mij wel beïnvloed.
Nb. Train je leerpunt met de acteur bij de derde training en reflecteer hierop in je
eindverslag.
4. Bestudeer Stegge H., Thomaes S., ‘Korte lontjes en opgeblazen ego’s: over
schaamte, zelfbeeld en agressie’, Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 34,
nummer 2, 2007 (Brightspace).
Gedaan
, 5. Ter herinnering: paragraaf 11.4.1 over de Roos van Leary uit het boek
'Gespreksvoering in de juridische praktijk' en het document 'de Roos van
Leary' (zie hieronder).
Gedaan
6. Bereid casus “Marcus” voor.
Gedaan
Beantwoord de volgende vragen ter voorbereiding op het gesprek:
● Wat doet een re-integratiebureau?
Een re-integratiebedrijf helpt bij het vinden van passend werk. Dat kan een
werkervaringsplek zijn of een nieuwe baan. Jobcoaches van deze bedrijven
kunnen verschillende middelen inzetten om je in deze zoektocht te ondersteunen.
Denk aan een beroepskeuzetest, scholing, training of een persoonlijk
begeleidingstraject.
● Wat is een re-integratietraject?
Dit is een traject waarbij iemand die werkloos is wordt begeleid naar een baan.
Het doel is dat die persoon weer aan het werk gaat.
● Hoe ziet een Work first-traject eruit?
Bij een work first traject wordt er verplicht gewerkt met intensieve begeleiding. Je
gaat direct nadat je een bijstandsuitkering hebt aangevraagd aan het werk. Zo
maak je meer kans op ‘gewoon’ werk. Meestal behoudt u tijdens een Work
First-project uw uitkering.
● Wat is het doel van dit gesprek?
Marcus informeren over de procedures en sancties. Eventueel Marcus jook
motiveren, zodat hij deel blijft nemen aan het re-integratietraject. Ook de
● Welke feiten in de casus zijn relevant?
- Marcus Petri is 40 jaar
- Hij was schilder bij Wolkers huisschilders in Amsterdam
- Hij had een relatie met Angela, al ongeveer 15 jaar samen, toen uit elkaar. Ze
hebben drie kinderen.
- Marcus gaat zwart werken, Wolkers ontslaat hem en hij kan nu gene nieuwe
baan vinden, ze raken in de schulden. Angela verwijt Marcus. Marcus krijgt
alcoholproblemen. Angela gaat weg. Marcus raakt in depressie, drinkt meer,
ziet kinderen minder. Ultimatum: stoppen met drinken = kinderen zien
- Marcus ontmoet nieuwe vrouw, wil samen met haar er weer bovenop komen.
- Marcus komt in re-integratietraject. Normaal ritme. Eventueel scholing. Nu 35
jaar oud.
- Michelle is consulent. Ze legt uit: 8:30 aanwezig met simpele werkzaamheden
(dozen inpakken).Gaat dat goed? Dan sollicitatietraject.
