week 1: samenvatting methode voor sociaal-pedagogische hulpverlening
eerst zeiden sociaal werkers heel erg wat ze zelf vonden (ik weet wat goed voor u is), nu is
het juist client gericht en is de client actief betrokken.
evidence werken : maatschappij betrokken
value based werken: is op waarden
client bases: is clientgericht
Eerst was de professionele hulpverlening heel erg gericht op ‘’wij weten wat het beste voor u
is’’ , persoonlijke kwaliteiten en op waarden. nu is dat drastisch veranderd, de client is ook
actief in het proces. Oftewel de client is niet meer object maar nu subject. Nu moet de
methode niet alleen theoretisch en wetenschappelijk onderbouwd zijn maar ook moet de
effectiviteit bewezen zijn oftewel de methode moet doen wat die belooft te doen (evidence
based werken)
,een methode is een middel om dichterbij een doel te komen, het is geen doel op zichzelf
Met methodisch handelen wordt bedoeld dat je systematisch, doelgericht , planmatig
en bewust handelt. De hulpverlening hierbij is een wederkerig proces , als sociaal agoog
moet je blijven reflecteren op je handelen en de situatie. een goede hulpverlener weet niet
alleen veel van cliënten en hun problemen, maar je bent steeds bezig een situatie op je te
laten inweken, persoonlijk betrokken zijn bij de client.
Op welke wijzen je handelt hangt af van de doelen die je hebt:
een methodiek is een samenhang van allerlei methodes en werkwijzen die gebaseerd is op
wetenschappelijke inzichten en praktijkervaring. En op de visie van mensen. soms is een
methodiek expliciet, erg aanwezig of impliciet hier is die juist vaag omschreven is.
methodiek geeft een richting aan het handelen
een methodiek:
1. stelt hulpverleners in staat op een verantwoorde manier een methoden/werkwijze te
kiezen
2. geeft in grote lijnen aan hoe hulp verleend moet worden en binnen welke grenzen de
hulpverlener moet handelen
3. geeft aanwijzingen en ondersteuning bij het handelen, niet een gedetailleerd
voorschrift
4. is open en dynamisch (methodiek is continu in verandering omdat er nieuwe
ontwikkelingen uit de wetenschap en prakrijk zijn)
5. Methodiek moet gedragen worden voor iedereen (iedereen staat eracht) methodiek
is dus ook niet persoongebonden
methodiek heeft 4 basiselementen:
1. methodiek maakt verantwoord kiezen mogelijk. Soms is de methodiek te onduidelijk
dit komt omdat de methodiek dan te impliciet is, geen duidelijke aanwijzingen voor
het kiezen van methode en werkwijze. of juist te expliciet, dan geeft die precieze
voorschriften (protocollen ) weer (de methodiek wordt dan eerder theoretisch dan ook
een deel praktijk)
2. methodiek steunt praktijktheoretische inzichten. het zorgt namelijk voor een
verbinding tussen theorie en praktijk. De methodiek komt vanuit praktijkervaring
(inductief) en uit wetenschappelijke kennis (deductief), de verhouding hier tussen kan
wisselen
3. methodiek kent ethische en normatieve stellingnames. oftewel normen en waarden
waarmee je methodisch handelt moeten duidelijk worden in de methodiek en
4. methodiek ontwikkelt zich in wisselwerking tussen praktijk en theorie
er is telkens een wisselwerking tussen methodiek (hoe het moet) en methodisch handelen
(hoe het daadwerkelijk gaat)
In de hulpverlening, en specifiek in de jeugdhulp en geestelijke gezondheidszorg, wordt
steeds vaker gewerkt met zorg- of hulpverleningsprogramma's. Zo’n programma bestaat uit
gestructureerde en afgestemde activiteiten gericht op een specifieke doelgroep met
, vergelijkbare problemen of zorgbehoeften. Het doel is om het hulpaanbod beter af te
stemmen, zodat cliënten precies de hulp krijgen die ze nodig hebben, niet meer en niet
minder.
Programma’s koppelen de vraag van cliënten aan concrete hulpactiviteiten, waardoor het
aanbod transparanter en effectiever wordt. Cliënten krijgen een duidelijk pakket waarvan de
doelen, effectiviteit en controleerbaarheid bekend zijn. Echter, het betrekken van cliënten in
de ontwikkeling van deze programma’s blijft een uitdaging. Het is vooral gericht op wat de
hulpverlening te bieden heeft, niet wat de cliënt vraagt
een methode is een omschreven en doelgerichte werkwijze om met een client of clientgroep,
een bepaald vraagstuk op te lossen. Een methode geeft richting aan het handelen van een
hulpverlener door middel van aanwijzingen voor het gebruiken van instrumenten en
technieken.
kenmerken:
1. methoden zijn gericht op een doelgroep, dit moet een specifieke groep zijn denk aan
jongens van 6 tot 12 met ADHD, jongeren is bijvoorbeeld niet goed
2. methoden zijn doelgericht, kennen specifieke doelen
3. methoden vragen een wijze van handelen die passen bij het bereiken van de doelen
4. methoden kennen een vaste structuur, soms weinig handelingsruimte omdat de
methode helemaal beschreven is of juist veel vrijheid etc
5. methoden kennen specifieke instrumenten en technieken
6. methoden zijn niet persoonsgebonden
7. methoden zijn effectief
8. methoden worden toegepast in organisatorische context
methode worden gebruikt om:
1. onder controle brengen: als er ongewenst, gevaarlijk gedrag is probeer je een
gevaarlijke situatie te verwerpen (client help je er niet mee verder maar wel
omgeving). Dit zie je terugkomen in detentie of onvrijwillige hulpverlening
2. probleem oplossen/genezen. methoden die kortdurig zijn om problemen op te
lossen, is het opgelost dan stopt de hulpverlening daar ook. Dit worden
reductionistische methoden genoemd
3. behouden/stabliseren , cliënten die een aandoening hebben die niet te genezen is
moet je zorgen dat de kwaliteit van leven niet verslechterd
4. herstellen: ook wel rehabilitatie genoemd. Het houdt zich niet bezig met genezen
van mensen maar met het herstellen. Oftewel het bijkomen van iets zwaar en weer
deelnemen in de maatschappij. denk aan de psychatrie en begeleid wonen etc
5. ontwikkelen en groeien: je wilt dat je cliënt ontwikkelt en groeit, kom je veel tegen
in de pedagogie, jeugdhulp. ze letten niet alleen op het individu maar ook de
omgeving zoals school en het gezin
eerst zeiden sociaal werkers heel erg wat ze zelf vonden (ik weet wat goed voor u is), nu is
het juist client gericht en is de client actief betrokken.
evidence werken : maatschappij betrokken
value based werken: is op waarden
client bases: is clientgericht
Eerst was de professionele hulpverlening heel erg gericht op ‘’wij weten wat het beste voor u
is’’ , persoonlijke kwaliteiten en op waarden. nu is dat drastisch veranderd, de client is ook
actief in het proces. Oftewel de client is niet meer object maar nu subject. Nu moet de
methode niet alleen theoretisch en wetenschappelijk onderbouwd zijn maar ook moet de
effectiviteit bewezen zijn oftewel de methode moet doen wat die belooft te doen (evidence
based werken)
,een methode is een middel om dichterbij een doel te komen, het is geen doel op zichzelf
Met methodisch handelen wordt bedoeld dat je systematisch, doelgericht , planmatig
en bewust handelt. De hulpverlening hierbij is een wederkerig proces , als sociaal agoog
moet je blijven reflecteren op je handelen en de situatie. een goede hulpverlener weet niet
alleen veel van cliënten en hun problemen, maar je bent steeds bezig een situatie op je te
laten inweken, persoonlijk betrokken zijn bij de client.
Op welke wijzen je handelt hangt af van de doelen die je hebt:
een methodiek is een samenhang van allerlei methodes en werkwijzen die gebaseerd is op
wetenschappelijke inzichten en praktijkervaring. En op de visie van mensen. soms is een
methodiek expliciet, erg aanwezig of impliciet hier is die juist vaag omschreven is.
methodiek geeft een richting aan het handelen
een methodiek:
1. stelt hulpverleners in staat op een verantwoorde manier een methoden/werkwijze te
kiezen
2. geeft in grote lijnen aan hoe hulp verleend moet worden en binnen welke grenzen de
hulpverlener moet handelen
3. geeft aanwijzingen en ondersteuning bij het handelen, niet een gedetailleerd
voorschrift
4. is open en dynamisch (methodiek is continu in verandering omdat er nieuwe
ontwikkelingen uit de wetenschap en prakrijk zijn)
5. Methodiek moet gedragen worden voor iedereen (iedereen staat eracht) methodiek
is dus ook niet persoongebonden
methodiek heeft 4 basiselementen:
1. methodiek maakt verantwoord kiezen mogelijk. Soms is de methodiek te onduidelijk
dit komt omdat de methodiek dan te impliciet is, geen duidelijke aanwijzingen voor
het kiezen van methode en werkwijze. of juist te expliciet, dan geeft die precieze
voorschriften (protocollen ) weer (de methodiek wordt dan eerder theoretisch dan ook
een deel praktijk)
2. methodiek steunt praktijktheoretische inzichten. het zorgt namelijk voor een
verbinding tussen theorie en praktijk. De methodiek komt vanuit praktijkervaring
(inductief) en uit wetenschappelijke kennis (deductief), de verhouding hier tussen kan
wisselen
3. methodiek kent ethische en normatieve stellingnames. oftewel normen en waarden
waarmee je methodisch handelt moeten duidelijk worden in de methodiek en
4. methodiek ontwikkelt zich in wisselwerking tussen praktijk en theorie
er is telkens een wisselwerking tussen methodiek (hoe het moet) en methodisch handelen
(hoe het daadwerkelijk gaat)
In de hulpverlening, en specifiek in de jeugdhulp en geestelijke gezondheidszorg, wordt
steeds vaker gewerkt met zorg- of hulpverleningsprogramma's. Zo’n programma bestaat uit
gestructureerde en afgestemde activiteiten gericht op een specifieke doelgroep met
, vergelijkbare problemen of zorgbehoeften. Het doel is om het hulpaanbod beter af te
stemmen, zodat cliënten precies de hulp krijgen die ze nodig hebben, niet meer en niet
minder.
Programma’s koppelen de vraag van cliënten aan concrete hulpactiviteiten, waardoor het
aanbod transparanter en effectiever wordt. Cliënten krijgen een duidelijk pakket waarvan de
doelen, effectiviteit en controleerbaarheid bekend zijn. Echter, het betrekken van cliënten in
de ontwikkeling van deze programma’s blijft een uitdaging. Het is vooral gericht op wat de
hulpverlening te bieden heeft, niet wat de cliënt vraagt
een methode is een omschreven en doelgerichte werkwijze om met een client of clientgroep,
een bepaald vraagstuk op te lossen. Een methode geeft richting aan het handelen van een
hulpverlener door middel van aanwijzingen voor het gebruiken van instrumenten en
technieken.
kenmerken:
1. methoden zijn gericht op een doelgroep, dit moet een specifieke groep zijn denk aan
jongens van 6 tot 12 met ADHD, jongeren is bijvoorbeeld niet goed
2. methoden zijn doelgericht, kennen specifieke doelen
3. methoden vragen een wijze van handelen die passen bij het bereiken van de doelen
4. methoden kennen een vaste structuur, soms weinig handelingsruimte omdat de
methode helemaal beschreven is of juist veel vrijheid etc
5. methoden kennen specifieke instrumenten en technieken
6. methoden zijn niet persoonsgebonden
7. methoden zijn effectief
8. methoden worden toegepast in organisatorische context
methode worden gebruikt om:
1. onder controle brengen: als er ongewenst, gevaarlijk gedrag is probeer je een
gevaarlijke situatie te verwerpen (client help je er niet mee verder maar wel
omgeving). Dit zie je terugkomen in detentie of onvrijwillige hulpverlening
2. probleem oplossen/genezen. methoden die kortdurig zijn om problemen op te
lossen, is het opgelost dan stopt de hulpverlening daar ook. Dit worden
reductionistische methoden genoemd
3. behouden/stabliseren , cliënten die een aandoening hebben die niet te genezen is
moet je zorgen dat de kwaliteit van leven niet verslechterd
4. herstellen: ook wel rehabilitatie genoemd. Het houdt zich niet bezig met genezen
van mensen maar met het herstellen. Oftewel het bijkomen van iets zwaar en weer
deelnemen in de maatschappij. denk aan de psychatrie en begeleid wonen etc
5. ontwikkelen en groeien: je wilt dat je cliënt ontwikkelt en groeit, kom je veel tegen
in de pedagogie, jeugdhulp. ze letten niet alleen op het individu maar ook de
omgeving zoals school en het gezin