WAT IS MOTIVATIE?
Motivatie situationeel, externe of interne factoren, specifieke doelen
(Waardoor)
1. Voelen van behoefte of verlangen
2. Activeren, sturen, selecteren, volhouden van activiteiten ter bevrediging
hiervan
3. Reduceren van die behoefte/dat verlangen
Overrechtvaardiging: wanneer een beloning (die los staat van de kwaliteit van
het ‘geleverde/prestatie’) de intrinsieke motivatie ondermijnt en daardoor dus
extrinsiek wordt.
Ook gevolgen beloningen voor motivatie:
Beloningen kunnen motivatie geven; mensen dingen laten doen die ze
anders niet zouden doen (chores)
Beloningen kunnen motivatie vergroten
Flow: een psychologische staat waarin je je bevindt wanneer intens
geconcentreerd bent op iets waar je zwaar geïnteresseerd in bent en het besef
van bijv. tijd kwijtraakt. (intrinsieke motivatie)
Verwachtingstheorie: mensen willen aan taken zitten als ze verwachten daarin
te slagen en succesvol te zijn.
PRESTATIE
Prestatiedrang: het verlangen naar het behalen van een moeilijk doel maar dat
wel aantrekkelijk is. Velen met deze drang komen ver in hun carrière en hebben
meer doorzettingsvermogen.
- De Prestatiemotivatietest (PMT) is een tool om de prestatiemotivatie
te meten. Wat er wordt gemeten;
Prestatiemotief – stabiele persoonlijkheidseigenschap
Positieve/negatieve faalangst -bepalend voor productiviteit
Individualisme ; persoonlijke prestaties worden hier gewaardeerd (het Westen)
Collectivisme : loyaliteit (aan familie/vrienden) wordt hier gewaardeerd (Azië,
Afrika)
INTRINSIEKE EN EXTRINSIEKE MOTIVATIE
Extrinsieke motivatie
Afhankelijk van externe prikkels
Om externe belonging te krijgen
, Om externe straf te voorkomen
Intrinsieke motivatie
Gemotiveerd vanuit jezelf
Ongeacht straf of beloning van buiten’
je wilt het echt voor jezelf doen, ongeacht de consequenties
VAN EXTRINSIEK NAAR INTRINSIEK(ER)
(1) amotivatie geen waarde hechten, onbekwaam voelen, niet relevant
vinden voor jezelf
(2) Etrinsieke motivatie - 0
1. externe regulatie : (externe beloningen/straffen vermijden,
meegaandheid) alleen doen van salaris bijv. (0% voor jezelf)
2. introjectie: (nogsteeds voor buitenaf redenen, maar je wilt het zelf ook.
Belangrijk en gewaardeerd voelen, focus op goedkeuring van zelf en
anderen). (25% voor jezelf)
3. identificatie: (eigenwaarde en betekenis verleend aan iets, persoonlijk
belang bij voelen. Je vindt hetgene wat je doet ook belangrijk, betrokken
zijn) (50% voor jezelf)
4. integratie : (iets doen uit complete vrije wil, hetgene wat je doet voel je
je helemaal betrokken bij, helemaal geïntegreerd) met jou als persoon
voorbeeld (75%-100% voor jezelf)
(3) Intrinsieke motivatie – 100
= internalisering ; steeds meer intrinsiek
gemotiveerd zijn
MOTIVATION CROWDING THEORY (MCT)
Toevoegen van externe beloning kan intrinsieke motivatie beïnvloeden
Verlaging; crowding out, overrechtvaardiging
1. Perceptie van controle
Onze autonomie wordt ondermijnd
Beloning kan als dwingend worden ervaren
2. Verandering van focus
Veel plezier naar beloning
Plezier neemt na verloop van tijd af
3. Gebrek van vertrouwen
Vorm van controle minder intrinsieke motivatie
, Verhoging: crowding in
Vorm van erkenning voor inspanning/werk meer intrinsieke motivatie
Versterking van waarden/persoonlijke doelen meer intrinsieke motivatie
Positieve feedback over capaciteiten meer intrinsieke motivatie
Beloning die je krijgt is de erkenning van je capaciteiten
ZELFDETERMINATIETHEORIE (ZDT)
Theorie die stekt dat mensen van nature hun omgeving vormgeven.
Deze activiteit is gericht op groei en integratie.
1. Autonomie
- Zelfstandigheid (de mate van controle om zelf dingen te kunnen
bepalen)
- Keuzeruimte
- Samenwerken/rolverdelingen
- Ruimte voor creativiteit
2. Competentie
- Toewijding- PW: ontwikkelingsgericht bewuste ontwikkeling is
vooruitgang voelen
- Feedback
- Je hebt de kennis, vaardigheden en de ervaring voor hetgene waar je
intrinsiek gemotiveerd voor bent
- Haalbare uitdagingen, heldere verwachtingen
3. Verbondenheid
- Samenhorigheid (Sociaal verbonden met de mensen om je heen)
- Groepsactiviteiten
- Feedback onderling
- Aanwezigheid stimuleren
- Samenwerking stimuleren
Alle 3 moeten aanwezig zijn, maar de samenstelling tussen de 3 verschilt per
persoon naar wat zij meer behoefte voor hebben.
Deze 3 beïnvloeden elkaar ; geen ervaring (competentie) minder autonomie
PERSPECTIEVEN MOTIVATIE
Instincttheorie: Verouderd idee dat er ingebouwde gedragspatronen zijn die regelmatig
gedrag goed kunnen verklaren (zoals bij dieren bijv.).
(i.p.v. instinct nieuwe term) Gefixeerde actiepatronen : genetisch bepaald
gedragspatronen die te herkennen zijn binnen 1 soort zonder aangeleerd te zijn.
(i.p.v. instinct nieuwe term) Biologische drijfveertheorie : een theorie dat
verklaard dat er biologische behoeften zijn die een drijfveer produceert die de behoefte
kan voorzien.
Biologische drijfveer een motief dat primair biologisch is (zoals dorst)