Samenvatting leerpad neurofysiologie

BIOLOGISCHE BASIS VAN HET
GEDRAG
NEUROFYSIOLOGIE

INLEIDING: WELKE INVLOED HEEFT BEWEGING

Bewegen verhoogt de doorbloeding en de zuurstofopname wat essentieel is voor het in
stand houden van de fysiologie van onze neuronen.

Waarom wandelen goed is voor je brein: 3 redenen:

 wandelen bevordert je creativiteit: als je wandelt dat ben je even cognitief niet zo
belast, even tot rust komt => default mode netwerk komt tot rust & dan komt de
creativiteit
 wandelen verlaagt je stressgevoel: activeert het frontale lob, de prefrontale cortex
=> die zorgt ervoor als die actief wordt dat die beter gaat remmen van het nare
gevoel (negativiteit en stress)
 wandelen verhoogt je productiviteit: prefrontaal => als je gaat wandelen dan
wordt die actief en dan kunt perfect werk uitvoeren, bereikt een optioneel
functioneren van dat brein.

Zitten heeft negatieve effecten op de gezondheid => overgewicht, kans op suikerziekte
toeneemt, insuline neemt af & en dat is belangrijk voor je bloedvaten en je brein

Wandelen in de natuur => optimale vorm van verrijking voor uw brein en je lichaam

 zien van de natuur
 genieten van de natuur => activiteit in de hersenen
 voelen


1.1 MAAK KENNIS MET NEURONEN

Het zenuwstelsel in opgebouwd uit 2 soorten cellen:

 Neuronen (of zenuwcellen) => prikkelbare cellen die signalen ontvangen en
versturen naar de rest van het lichaam => impulsgeleidende cellen: impuls =
elektrisch signaal dat loopt van de ene kant naar de andere
o Sensorische neuronen: vervoer van impulsen van sensoren naar centrale
zenuwstelsel
o Schakelneuronen: vervoer van impulsen van neuron naar neuron binnen
het czs
o Motorische neuronen: vervoeren van impulsen van czs naar spieren en
klieren

, Myelineschede = verschillende cellen, voornamelijk gevuld met vet => zorgen ervoor dat
het snelheid veel groter ligt. => niet alle neuronen hebben die

 Neuroganglia (of steuncellen) => niet-prikkelbare cellen die zelf geen signalen
ontvangen en versturen, maar neuronen ondersteunen in hun functie, neuronen
beschermen en ondersteunen.
o Astrocyten: aan en afvoer van voedingsstoffen en afvalstoffen
(ondersteuning) (czs)
o Oligodendrocyten: vormen een myelineschede (bij de schakelcellen) (czs)
o Microglyocyten: fagocyten, verglijkbaar met macrofagen (witte bloedcellen
in je lichaam) (czs)
o Cellen van Schwann: vormen een myelineschede (perifere zenuwstelsel)

Neuronen:

 Elk gedrag begint met de acties van een neuron, deze verzamelt eerst de
informatie die binnenkomt bij de receptoren die verspreid zit op de vertakte vezels
=> de dendrieten
 Dan worden de gegevens naar het cellichaam van het neuron (het soma)
gestuurd, waar ze gecombineerd worden met andere binnenkomende informatie.
 Alle informatie wordt langs de uitgestrekte vezel van het neuron (de axon) geleidt
in de vorm van een elektrische ontlading ook wel de zenuwimpuls genoemd. Die
impuls eindigt bij de eindknoppen van een neuron => deze eindknoppen bevatten
chemicaliën die ze afgeven naar de aangrensde neuronen doorsturen
o Tussen de neuronen zit er een vochtig gevulde opening => de synaps
o De boodschappen worden neurotransmitters genoemd
o De neurotransmitters hechten zich aan specifieke receptoren op het
membraam van de dendrieten van een aangrenzende neuronen
o Sommige synapsen zijn exciterend => neurotransmitters zorgen ervoor dat
de neuron aan de overkant van synaps een zenuwimpuls afgeeft in de
vorm van een elektrische ontlading
o Andere synapsen hebben een inhiberende werking => zij zorgen ervoor
dat er geen zenuwimpuls wordt gegeven.
o Receptorkanalen in de dendrieten bepalen welk effect een
neurotransmitter zal hebben
o Constante stroom van zenuwimpulsen en transmitterchemicaliën =
oorzaak dat het menselijk gedrag zo ongelofelijk complex is
 Regelt onze stofwisseling
 Lichaamstemperatuur en ademhaling
 Stelt ons in staat om te leren, onthouden en beslissingen te nemen.

1.2 COMMUNICATIE BINNEN HET NEURON


DE MEMBRAANPOTENTIAAL