100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting week 4 tm 6 blok 1.1 Pigmentafwijkingen

Beoordeling
4,3
(3)
Verkocht
7
Pagina's
51
Geüpload op
02-02-2021
Geschreven in
2019/2020

Alle leerstof voor week 4 tm 6 blok 1.1 Pigmentafwijkingen Huidtherapie leerjaar 1












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
2 februari 2021
Aantal pagina's
51
Geschreven in
2019/2020
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Blok 1 week 4

Anatomie en fysiologie van de mens

H2 cellen
Cel = kleinste eenheid waaruit het lichaam is opgebouwd
Menselijk lichaam = 60 biljard cellen

Cytoplasma = geleiachtig vocht  water met daarin
eiwitten, koolhydraten, vetten en zouten
Organellen bevinden zich ook in het cytoplasma
Vloeistof waarin alle cel onderdelen liggen.

Organellen = verschillende structuren die
gespecialiseerd zijn in het uitoefenen van een
bepaalde functie
Celmembraan = Het beschermend omhulsel van de
cel
Membraanporiën  steken aan beide kanten uit (aan de
buitenkant = extracellulair en aan de binnenkant =
cytoplasma )  transport van stoffen van en naar het
cytoplasma = receptoreiwit
Glycocalix = complex koolhydraatmoleculen die zich
hecht aan de eiwitten en vetten van de membraan

Basisbouwstenen  anatomisch
Fundamentele stofwisselingseenheden  fysiologisch




Organellen
Organellen = structuren die gespecialiseerd zijn in het uitoefenen van een bepaalde functie
Biochemische activiteiten vinden plaats in de organellen
Organellen zijn de ‘’organen van de cel’’
1. Nucleus
2. Ribosomen
3. Endoplasmatisch reticulum
4. Golgi-complex
5. Mitochondriën
6. Lysosomen
7. Centrosomen


Nucleus = celkern  grootste organel
Het regelcentrum van de cel waarin DNA, de drager van erfelijk
materiaal, ligt opgeslagen.

Stuurt alle stofwisselingsactiviteiten in de cel aan
Bevat de erfelijke eigenschappen van het individu  DNA
Erfelijk materiaal  genetische informatie
Gen = stukje DNA dat de code bevat om een eiwit te maken

Bestaat uit nucleoplasma (kernplasma) omgeven door kernmembraan
Nucleoplasma  dradige structuren = chromatinedraden
Chromatinedraden  bestaan uit eiwitten en nucleïnezuur (desoxyribonucleïnezuur)= DNA
Bij celdeling  chromatinedraden delen  chromosonen  46 chormosonen, 23 paar
Geslachtscellen hebben 23 chromosonen
Nucleoplasma  nucleoli = kernlichaampjes  bevatten nucleïnezuur (ribonucleïnezuur) = RNA

,Ribosomen = kleine bolvormige structuren
Eiwitfabriekjes van de cel.

Een ribosoom hecht zich aan een kopie van een stukje DNA  RNA
Op het RNA staat een recept voor een eiwit  wordt afgelezen door het
ribosoom
Het recept schrijft voor in welke volgorde het ribosoom de bouwstenen
van een eiwit aan elkaar moet koppelen.
Belangrijk voor eiwitsynthese

Zweven rond in het cytoplasma of zitten vast aan membraansysteem 
endoplasmatisch reticulum
Losse ribosomen  synthetiseren eiwitten voor de cel
Vastzittende ribosomen  synthetiseren eiwitten voor gebruik buiten de cel  via exocytose naar de
extracellulaire ruimte




Endoplasmatisch reticulum (ER) = membranenstysteem
Netwerk voor de aanmaak en het transport van eiwitten.

Bestaat uit een netwerk van platte holten en verbindingsbuisjes 
hier worden nieuwe eiwitten, vetten, koolhydraten aangemaakt /
omgezet
Deze worden vervolgens via het netwerk verder getransporteerd en
behandeld zodat zij hun werk kunnen doen.

2 soorten: ruw ER en glad ER
Ruw ER  veel ribosomen aan de buitenkant geplakt, hierin zitten
eiwitten die via kanalen worden vervoerd en via het golgi-complex
door de cel naar buiten kunnen
Glad ER  lipidenaanmaak celmembranen (vorming koolhydraten, ontgifting)




Golgi-complex = membraanstructuur dat bestaat uit op
elkaar gestapelde, afgeplatte blaasjes
Plek in de cel waar aangemaakte eiwitten worden
omgevormd tot werkzame eindproducten.


De eiwitten uit het ER worden in blaasjes vervoerd naar
het Golgi-complex

Golgi-complex  eiwitten worden verder verwerkt, en
verder afgevoerd  naar ander organel of de cel uit
Golgi-complex bevat vele soorten enzymen
Golgi-complex = voorraadcentrum
Golgi-complex = distributiecentrum

,Mitochondriën = Langwerpige vorm, gladde buitenmembraan, sterk geplooide binnenmembraan
Energieleveranciers van de cel.

Haalt energie uit koolhydraten en vetzuren door ze af te breken
 vrijgekomen energie is overal inzetbaar
De afbraak van koolhydraten en vetzuren levert daarnaast ook nuttige bouwstenen op voor
onderdelen van de cel.

Bestaat voornamelijk uit enzymen  zorgen voor glucoseverbranding (aerobe dissimilatie) 
citroenzuurcyclus  ATP = adenosinetrifosfaat
Adenosinetrifosfaat = energierijke fosfaatverbinding met hoeveelheid energie die ontstaat uit
verbranding
ATP = overal in de cel inzetbaar
ATP wordt daar afgebroken, waar energie nodig is  bijvoorbeeld actief transport
ADP + P + energie uit de verbranding = ATP
In het cytoplasma
ATP  ADP + P + energie beschikbaar voor celactiviteit

Mitochondrien hebben eigen nucleinzuren  mitochondriaal DNA en mitochondriaal RNA
Hierdoor zijn ze instaat een aantal enzymen zelf te maken en zichzelf te vermeerderen


Lysosomen = kleine bolle blaasjes
Blaasjes waarin celafval wordt afgebroken.

Bevatten diverse soorten enzymen  afbraak moleculen
(eiwitten, koolhydraten)
Enzymen werken het best in een zuur milieu 
lysosoommembraan schermt de lysosomen af van het
cytoplasma
Lysosomen kunnen gaan lekken  aggressieve enzymen
breken cytoplasma af  cel gaat dood
Lysosomen:
Belangrijke rol bij intracellulaire vertering van
voedseldeeltjes  via endocytose in de cel
Rol bij opruiming ongerechtigheden  oude organellen, fagocytose
Dienen als vuilnisvat  slaan onbruikbare, schadelijke stoffen op




Centrosoom = in elke cel aanwezig
Onderdeel van de cel dat betrokken is bij de celdeling.

Bestaat uit twee identieke cilindervormige structuren  centriolen
Functioneel wanneer de cel gaat delen  centrosoom verdubbelt
zich  verplaatst naar een van twee pollen van de cel


Vanuit het centrosoom ontstaat in de celkern tijdens de celdeling
een netwerk van vezels. Hieraan voorafgaand is het DNA in de
celkern verdubbeld. Tijdens het delen van de cel trekken de vezels
de twee DNA-kopieën uit elkaar. Op deze manier komt in iedere
nieuwe cel één kopie terecht.



Celmembraan

, Celmembraan  schermt de intracellulaire ruimte af  er kunnen geen ‘’zomaar’’ stoffen naar binnen
of ‘’belangrijke’’ stoffen naar buiten Het beschermend
omhulsel van de cel

Celmembraan = cytoplasma + organellen omgeven door een dun vliesje = celmembraan /
plasmamembraan

Celmembraan  bestaat uit dubbele laag fosfolipiden = vetmolecuul met daarin meer of minder
cholesterol moleculen
Fosfolipiden  heeft een kop- en staartgedeelte
Kop: fosfor  fosfaatgroep  hydrofiel = wateraantrekkend
Staart: vetverbinding  hydrofoob = waterafstotend
In de celmembraan liggen de hydrofobe delen naar elkaar toe en de hydrofiele delen naar elkaar toe
Hydrofiele fosfaatgroepen  contactlaag met het cytoplasma
Er ontstaat een bijna vloeibare, vervormbare en waterafstotende celmembraan
Fosfolipidenlaag  hierin dobbelen eiwitmoleculen = membraaneiwitten  membraanporiën




Cel metabolisme

Stofwisseling = metabolisme = alle biochemische reacties in het lichaam
Cel = kleinste stofwisselingseenheid van organisme
Biochemische reacties:
Anabole reacties  kleine moleculen worden grotere  kost energie  groei, onderhoud, reparatie
Anabole reacties = assimilatie / opbouwstofwisseling
Katabole reacties  grotere moleculen worden afgebroken tot kleinere  komt energie vrij
Katabole reacties = dissimilatie / afbraakstofwisseling

Chemische reacties  hoge concentraties / hoge temperaturen  stoffen trekken elkaar aan
Katalysator = hulpmiddel die reacties sneller laat verlopen zonder hierbij zelf verloren te gaan
In de cellen bevindt zich een biologische katalysator = enzymen  eiwitten
Enzymen:
1. Zorgen voor snelle verloop van katabole en anabole reacties
2. Zijn reactiespecifiek  elk soort reactie heeft een eigen enzym
3. Zijn temperatuurspecifiek  elke temperatuur heeft eigen enzym  optimumtemperatuur
4. Zijn zuurgraadspecifiek  hebben beste werking bij bepaalde zuurgraag pH waarde
5. Enzymen worden zelf niet verbruikt of chemisch veranderd  onuitputtelijk
Veel enzymen hebben een hulpstof nodig  co-enzym (zink, koper, magnesium)
Enzymen worden vernoemd naar de stof die ze splitsen of de reactie die ze beïnvloeden




Cel transport

Cel wisselt continu stofwisseling uit
€4,89
Krijg toegang tot het volledige document:
Gekocht door 7 studenten

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle 3 reviews worden weergegeven
3 jaar geleden

3 jaar geleden

Goed

4 jaar geleden

4,3

3 beoordelingen

5
1
4
2
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
delore Haagse Hogeschool
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
167
Lid sinds
5 jaar
Aantal volgers
88
Documenten
24
Laatst verkocht
3 weken geleden

4,3

51 beoordelingen

5
20
4
28
3
2
2
0
1
1

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen