Samenvatting
Algemene economie
, Eerste boek van Adam Smith = Weath of nations.
Wat is economie?
PP : “Economie gaat over het keuzegedrag van mensen om behoeften te bevredigen
met schaarse middelen ".
Boek : “economie houdt zich bezig met de ultieme vraag over het leven, universum
en alles, of met de wereld.”
Economie is een studie van rationele keuzes -> keuzes op basis van weloverwogen,
systematische calculatie van de best mogelijke manier waarop een doel bereikt kan
worden met behulp van de onvermijdelijke schaarse middelen.
Waar gaat economie over?
Geld staat symbool voor wat andere in de samenleving jou schuldig zijn. Om aan
geld te komen moet je betaald werk hebben. Je kunt ook geld krijgen door
overdrachten, je krijgt dan gewoon geld.
- Vorm van geld
- In natura (goederen of diensten)
We hebben goederen nodig om in onze basisbehoeften te kunnen voorzien.
Daarnaast kopen we ook diensten om in onze behoefte te voorzien. Dit noem je de
consumptie. Goederen en diensten moeten worden geproduceerd, de productie.
Productie is erg belangrijk voor de economie & de basis.
Productiefactoren (KANO):
Kapitaal -> machines en gereedschap.
Arbeid -> werk van mensen
Natuur -> waar de grondstoffen vandaan komen.
Ondernemerschap -> Hoe maak je er een mooi geheel van, hoe verkoop je het
In Europa hebben we verschillende verzorgingsstaten, deze zijn gebaseerd op een
progressief belastingstelsel -> degene die meer verdienen, betalen een groter deel
van hun inkomen aan belasting.
Algemene uitkeringen -> waarbij iedereen, en niet alleen de armste of invaliden,
recht heeft op een minimuminkomen en op basisvoorzieningen zoals
gezondheidszorg en onderwijs.
- Arbeidsverdeling is de bron van welvaart dankzij stijgende
arbeidsproductiviteit (speldenfabriek)
- Ieders economisch handelen bepaald door eigenbelang
- Talrijke marktpartijen, vele kleine aanbieders en vragers
- Transparante prijsvorming via geld als algemeen ruilmiddel • Bij vrije
concurrentie bereikt marktprijs vanzelf het ‘natuurlijk’ evenwichtsniveau: via
‘the invisible hand’
- In theorie convergentie van zowel lonen als winsten dankzij mobiliteit van
arbeiden kapitaal (alleen bij vrije migratie)
- Vrije toetreding tot elke markt, geen kartelafspraken
- Liberale visie, dus tegen staatsbemoeienis, voor ‘volmaakte vrijheid’ (staat Is
slechts nachtwaker)
Algemene economie
, Eerste boek van Adam Smith = Weath of nations.
Wat is economie?
PP : “Economie gaat over het keuzegedrag van mensen om behoeften te bevredigen
met schaarse middelen ".
Boek : “economie houdt zich bezig met de ultieme vraag over het leven, universum
en alles, of met de wereld.”
Economie is een studie van rationele keuzes -> keuzes op basis van weloverwogen,
systematische calculatie van de best mogelijke manier waarop een doel bereikt kan
worden met behulp van de onvermijdelijke schaarse middelen.
Waar gaat economie over?
Geld staat symbool voor wat andere in de samenleving jou schuldig zijn. Om aan
geld te komen moet je betaald werk hebben. Je kunt ook geld krijgen door
overdrachten, je krijgt dan gewoon geld.
- Vorm van geld
- In natura (goederen of diensten)
We hebben goederen nodig om in onze basisbehoeften te kunnen voorzien.
Daarnaast kopen we ook diensten om in onze behoefte te voorzien. Dit noem je de
consumptie. Goederen en diensten moeten worden geproduceerd, de productie.
Productie is erg belangrijk voor de economie & de basis.
Productiefactoren (KANO):
Kapitaal -> machines en gereedschap.
Arbeid -> werk van mensen
Natuur -> waar de grondstoffen vandaan komen.
Ondernemerschap -> Hoe maak je er een mooi geheel van, hoe verkoop je het
In Europa hebben we verschillende verzorgingsstaten, deze zijn gebaseerd op een
progressief belastingstelsel -> degene die meer verdienen, betalen een groter deel
van hun inkomen aan belasting.
Algemene uitkeringen -> waarbij iedereen, en niet alleen de armste of invaliden,
recht heeft op een minimuminkomen en op basisvoorzieningen zoals
gezondheidszorg en onderwijs.
- Arbeidsverdeling is de bron van welvaart dankzij stijgende
arbeidsproductiviteit (speldenfabriek)
- Ieders economisch handelen bepaald door eigenbelang
- Talrijke marktpartijen, vele kleine aanbieders en vragers
- Transparante prijsvorming via geld als algemeen ruilmiddel • Bij vrije
concurrentie bereikt marktprijs vanzelf het ‘natuurlijk’ evenwichtsniveau: via
‘the invisible hand’
- In theorie convergentie van zowel lonen als winsten dankzij mobiliteit van
arbeiden kapitaal (alleen bij vrije migratie)
- Vrije toetreding tot elke markt, geen kartelafspraken
- Liberale visie, dus tegen staatsbemoeienis, voor ‘volmaakte vrijheid’ (staat Is
slechts nachtwaker)