Assignment week 2
Assignment 1: De gevolgen van industrialisatie
De industrialisatie heeft naast economische ook sociale, culturele en politieke gevolgen
gehad. Een sociaal gevolg van de industrialisatie is de zogenoemde ‘Sociale Kwestie’, wat
gaat over de werk- en leefomstandigheden van de arbeidersklasse. De arbeidersklasse kreeg
zeer weinig loon en maakte hele lange werkdagen zonder rechten en met een hoge kans op
ontslag. Door de armoede was er niet altijd voldoende eten en was kinderarbeid in veel
gezinnen nodig, net als de bijdrage van de vrouw die voor minder loon aan het werk ging.
Ook leefden deze families in krappe kamers dicht bij fabrieken in een slecht leefbare
omgeving.
Een cultureel gevolg is net al kort genoemd, namelijk de toenemende participatie van
de vrouw, maar ook urbanisatie en een veranderend dagelijks ritme is een cultureel verschil
ten opzichte van vóór de industrialisatie. Arbeiders waren zich namelijk bewuster van de tijd
en tijd werd een belangrijker begrip dat nauwkeuriger bijgehouden werd. Ook
arbeidsverrichtingen werden eentoniger en seizoenen waren minder van belang. Het dagelijks
leven was voor velen veranderd.
Een politiek gevolg is dat liberalisme populair werd, met name onder de vermogende
klasse van de bevolking, waaronder zich bijvoorbeeld de fabriekseigenaren bevonden. Zij
hadden baat bij een liberaal politiek beleid zodat er weinig overheidsbemoeienis zou zijn en
de economie de vrije loop zou krijgen, in het voordeel van de werkgevers en in het nadeel
van de werknemers.
In het heden heeft de industrialisatie voor maatschappelijk debat gezorgd. De
gevolgen van industrialisatie zijn namelijk verstrekkend en verschillend, men heeft er
wellicht gemengde gevoelens over. Fabrieken waren destijds al vervuilend, maar dat is in het
heden nog niet veranderd. Volgens velen brengt de vervuiling van grote bedrijven en hun
fabrieken een klimaatverandering op gang en verwoest het de aarde. Industrialisatie van
steeds meer gebieden ligt ten grondslag aan dit grote, wereldwijde debat.
Assignment 2: Europese politiek na 1815
In 1815 heerste er een grote angst voor revolutie in Europa. De radicaliteiten in Frankrijk
hadden voor post-revolutionaire trauma’s gezorgd in omringende landen; dit trauma zorgde
ervoor dat politiek leiders zich conservatief opstelden en streefden naar ‘restauratie’.
Restauratie hield in dat er bepaalde hervormingen werden teruggedraaid naar
pre-revolutionaire toestand. In het Congres van Wenen in 1815 werd er een constitutionele
monarchie ingesteld in Frankrijk en werden er bufferstaten gecreëerd. Ook werd er gestreefd
naar normalisatie van Frankrijks positie in Europa.
Oostenrijk was nu de machtigste grootmacht in Europa en nam het voortouw in de
restauratie. Klemens Von Metternich speelde hier een grote rol in. Metternich bekleedde een
hoge positie in de Oostenrijkse politiek en wilde koste wat het kost de vrede en harmonie in