Modestudies 1
Productie- Tournure jurk les 1, Sander Schellens
Tournure (bustle) dress, 1879 (Wordt gebruikt om het begin van de massaproductie in de
mode-industrie uit te leggen)
Flapper dress (1920)
Vivien Westwood & Malcolm McLaren Seditionaires shirt, 1976
Context-
De dialoog tussen modeproductie en sociale wetenschappen
De jurk is (voor 95%) zeker industrieel gemaakt —> gebaseerd op gebruikte stof en
constructie van de jurk.
Haute Couture = atelier made (Chanel): Voor Industriële Revolutie
- Pre-Franse Revolutie, 1700’s
- Mannen/vrouwen verschilden weinig qua modebeeld, beide veel en veel kleuren
- Werkers werkten in het veld van de rijken om katoen te verbouwen
- Kleermakers (Tailors en Dress makers)
LATER
Confectie/ready to wear = factory made, gevolg industriële revolutie
Ontstond in industriële revolutie, rond 1780 in Groot-Brittanië (gemechaniseerd
textielspinnen, Textile mills of England, allereerste)
Stoffen konden sneller en goedkoper worden gemaakt met machines (water, stoom en kolen)
De eerste fabrieken ontstonden er werd meer gemaakt kleding en voedsel werd
goedkoper ontstaan van lokomotieven en stoomboten goederen konden de hele
wereld over worden verzonden mensen gingen van het land naar industriële steden
verhuizen om te werken
Nadelen:
- Luchtvervuiling
- Huizentekort
- Meer vraag naar producten uitbuiting van werkers/kinderarbeid vanaf 5 jaar
het publiek was boos en protesteerden tegen kinderarbeid er kwamen wetten die
deze kinderen beschermde.
FRANSE REVOLUTIE (1789-1799)
Post-Franse revolutie (19e eeuw, ‘pieren’ stijl, een pure, simpele stijl, denk wit, iets met
Romeinen of grieken. Zo leken de vrouwen ‘puur’.)
Was je kleding nog erg wit dan werkte je weinig rijk
Wat mannen droegen had veel weg van leger kleding; ontstond verschil in mannen en
vrouwen qua modebeeld.
, - Democratisering van de mode, je bent vrij om te kiezen wat je draagt, want mensen
verdienden meer geld.
- Begin van periode dat gender wordt gekoppeld aan kleding.
- Confectie rond 1850 ontstaan eerste warenhuizen
Actor-network theorie
Joanne Entwistle, 2014- “We moeten geen onderscheid maken tussen ‘natuur’ en
‘cultuur’, maar we moeten alle onderdelen samen onderzoeken die mode maken.”
Franse theoreticus Bruno Latour (1993)- daagt vooroordelen uit over wat het is om
‘modern’ te zijn, visie:
1. ‘Cultuur’ als superieur en actief
2. ‘Natuur’ Inferieur en passief
ANT (Actor-network theorie): Onderzoeksmethode wat zich richt op verbindingen tussen
menselijke en niet-menselijke entiteiten (actoren, (denk aan stoffen) of octanten genoemd,
deze vormen weer groepen)
In de ANT worden de groepen/netwerken gedeconstrueerd om te zien hoe het van binnen
werkt.
ANT = eens met mainstream sociologie; actoren hebben macht om andere actoren te
veranderen = noemen we agency (denk aan probleem/oplossing); Wanneer we handelen,
hebben we altijd interactie met anderen.
Actoren: Network: Agency (probleem/oplossing:
Agency bevat altijd:
1. Flexibility; open, oa. Verschillende ontwikkelingen spin- weefmachines laten zien
2. Sociale groepen; wevers, spinners. Fabriekseigenaren
3. Afsluiting en stabilisatie;
4. Bredere context; koloniale macht, Industriële revolutie, maatschappij; nieuwe
modestijlen
Ontwikkeling machines: Domestic system (thuissysteem)—> Factory System
Spinners: Spinwiel Jenny Water Frame Spinning Mule
Wevers: Houten Weefgetouw Breed Weefgetouw Schietspoel Power loom
Schering /inslag (manier waarop stof geweven wordt)
Actor-Network theorie toegepast op de tournure jurk (netwerk van verschillende actoren die
samen een geheel vormen):
Fabrikanten/producenten (Groen): (groep die bestaat uit verschillende actoren, hierbinnen
heerst probleem/oplossing dynamiek)
⁃ Textile mills
⁃ Garment Factories
Probleem van groep producenten: te veel stoffen door machines niet kwijt kunnen aan
kleermakers —> oplossing; er ontstaan warenhuizen = volgende groep
, Detailhandelaren en ambachtslieden (Blauw):
⁃ Dress makers
⁃ Couturiers
⁃ Department stores.
Probleem binnen deze groep: levensonderhoud van kledingmakers, ze moesten zich
onderscheiden en dus ontstonden er couturiers —> oplossing: haute couture (bedacht door
Charles Frederick Worth 1825-1895, House of Worth)
Maar er ontstond een nieuw probleem; kledingmakers gingen elkaar kopiëren —> oplossing
seizoens collecties = revolutionair! ; het mechanisme van modernisme in de mode; streven
naar steeds iets nieuws.
Consumenten (Oranje):
⁃ Consumers
Geen probleem, omdat de nieuwe ontwikkelingen ontstonden door de producenten. Wel
nieuwe wijze van consumeren; Meer keuze/Streven naar ‘in de mode zijn’
Waarom lezing interessant:
Verstrekte kennis over begin van systeem mode-industrie kennen we vandaag de dag nog. De
ANT geeft belangrijke inzichten rondom het hele proces achter een object en hoe deze
stappen samenhangen, zoals de Tournure jurk.
Productie- Tournure jurk les 1, Sander Schellens
Tournure (bustle) dress, 1879 (Wordt gebruikt om het begin van de massaproductie in de
mode-industrie uit te leggen)
Flapper dress (1920)
Vivien Westwood & Malcolm McLaren Seditionaires shirt, 1976
Context-
De dialoog tussen modeproductie en sociale wetenschappen
De jurk is (voor 95%) zeker industrieel gemaakt —> gebaseerd op gebruikte stof en
constructie van de jurk.
Haute Couture = atelier made (Chanel): Voor Industriële Revolutie
- Pre-Franse Revolutie, 1700’s
- Mannen/vrouwen verschilden weinig qua modebeeld, beide veel en veel kleuren
- Werkers werkten in het veld van de rijken om katoen te verbouwen
- Kleermakers (Tailors en Dress makers)
LATER
Confectie/ready to wear = factory made, gevolg industriële revolutie
Ontstond in industriële revolutie, rond 1780 in Groot-Brittanië (gemechaniseerd
textielspinnen, Textile mills of England, allereerste)
Stoffen konden sneller en goedkoper worden gemaakt met machines (water, stoom en kolen)
De eerste fabrieken ontstonden er werd meer gemaakt kleding en voedsel werd
goedkoper ontstaan van lokomotieven en stoomboten goederen konden de hele
wereld over worden verzonden mensen gingen van het land naar industriële steden
verhuizen om te werken
Nadelen:
- Luchtvervuiling
- Huizentekort
- Meer vraag naar producten uitbuiting van werkers/kinderarbeid vanaf 5 jaar
het publiek was boos en protesteerden tegen kinderarbeid er kwamen wetten die
deze kinderen beschermde.
FRANSE REVOLUTIE (1789-1799)
Post-Franse revolutie (19e eeuw, ‘pieren’ stijl, een pure, simpele stijl, denk wit, iets met
Romeinen of grieken. Zo leken de vrouwen ‘puur’.)
Was je kleding nog erg wit dan werkte je weinig rijk
Wat mannen droegen had veel weg van leger kleding; ontstond verschil in mannen en
vrouwen qua modebeeld.
, - Democratisering van de mode, je bent vrij om te kiezen wat je draagt, want mensen
verdienden meer geld.
- Begin van periode dat gender wordt gekoppeld aan kleding.
- Confectie rond 1850 ontstaan eerste warenhuizen
Actor-network theorie
Joanne Entwistle, 2014- “We moeten geen onderscheid maken tussen ‘natuur’ en
‘cultuur’, maar we moeten alle onderdelen samen onderzoeken die mode maken.”
Franse theoreticus Bruno Latour (1993)- daagt vooroordelen uit over wat het is om
‘modern’ te zijn, visie:
1. ‘Cultuur’ als superieur en actief
2. ‘Natuur’ Inferieur en passief
ANT (Actor-network theorie): Onderzoeksmethode wat zich richt op verbindingen tussen
menselijke en niet-menselijke entiteiten (actoren, (denk aan stoffen) of octanten genoemd,
deze vormen weer groepen)
In de ANT worden de groepen/netwerken gedeconstrueerd om te zien hoe het van binnen
werkt.
ANT = eens met mainstream sociologie; actoren hebben macht om andere actoren te
veranderen = noemen we agency (denk aan probleem/oplossing); Wanneer we handelen,
hebben we altijd interactie met anderen.
Actoren: Network: Agency (probleem/oplossing:
Agency bevat altijd:
1. Flexibility; open, oa. Verschillende ontwikkelingen spin- weefmachines laten zien
2. Sociale groepen; wevers, spinners. Fabriekseigenaren
3. Afsluiting en stabilisatie;
4. Bredere context; koloniale macht, Industriële revolutie, maatschappij; nieuwe
modestijlen
Ontwikkeling machines: Domestic system (thuissysteem)—> Factory System
Spinners: Spinwiel Jenny Water Frame Spinning Mule
Wevers: Houten Weefgetouw Breed Weefgetouw Schietspoel Power loom
Schering /inslag (manier waarop stof geweven wordt)
Actor-Network theorie toegepast op de tournure jurk (netwerk van verschillende actoren die
samen een geheel vormen):
Fabrikanten/producenten (Groen): (groep die bestaat uit verschillende actoren, hierbinnen
heerst probleem/oplossing dynamiek)
⁃ Textile mills
⁃ Garment Factories
Probleem van groep producenten: te veel stoffen door machines niet kwijt kunnen aan
kleermakers —> oplossing; er ontstaan warenhuizen = volgende groep
, Detailhandelaren en ambachtslieden (Blauw):
⁃ Dress makers
⁃ Couturiers
⁃ Department stores.
Probleem binnen deze groep: levensonderhoud van kledingmakers, ze moesten zich
onderscheiden en dus ontstonden er couturiers —> oplossing: haute couture (bedacht door
Charles Frederick Worth 1825-1895, House of Worth)
Maar er ontstond een nieuw probleem; kledingmakers gingen elkaar kopiëren —> oplossing
seizoens collecties = revolutionair! ; het mechanisme van modernisme in de mode; streven
naar steeds iets nieuws.
Consumenten (Oranje):
⁃ Consumers
Geen probleem, omdat de nieuwe ontwikkelingen ontstonden door de producenten. Wel
nieuwe wijze van consumeren; Meer keuze/Streven naar ‘in de mode zijn’
Waarom lezing interessant:
Verstrekte kennis over begin van systeem mode-industrie kennen we vandaag de dag nog. De
ANT geeft belangrijke inzichten rondom het hele proces achter een object en hoe deze
stappen samenhangen, zoals de Tournure jurk.