Natuurkunde samenvatting H4
Grafieken:
Ruwedatagrafiek: Voor een verzameling van meetpunten:
- titel en astitels
- plusjes voor meetpunten
- nooit een lijn
- op de x-as wat je weet en op de y-as wat je meet
Rechtevenredig verband: Als de x-as twee keer zo groot wordt wordt de y-as ook twee keer zo groot.
Verwerkingsgrafiek: Om metingen te verwerken.
- titel en astitels
- plusjes voor meetpunten
- wel een lijn
- op de x-as wat onderaan staat en op de y-as wat bovenaan staat
- werk met basiseenheden
- Rico is het antwoord
§1 Verwarmen:
In een cv-ketel wordt de chemische energie uit aardgas
omgezet in warmte. Zo’n energie-omzetting kun je chemische warmte
weergeven in een energie-stroom diagram. energie
De wet van behoud van energie geeft aan dat de totale
hoeveelheid energie niet verandert. Er gaat dus geen
energie verloren bij een energie-omzetting.
De kwaliteit van een energiesoort geeft aan hoe bruikbaar een energie soort is. Bij een energie-
omzetting gaat de kwaliteit van de energie wel omlaag. Met warmte kun je minder dan met
chemische energie.
Bij verwarming van water gaat de snelheid van de deeltjes omhoog en daar is energie voor nodig. De
warmte die het water opneemt wordt dus gebruikt om de deeltjes sneller te laten bewegen. Bij 100
graden kookt het water en stijgt de temperatuur niet meer. De warmte wordt dan gebruikt om de
afstand tussen de deeltjes sterk te vergroten.
Als de temperatuur van het water daalt neemt de snelheid van de moleculen af. Een stof kan zo koud
zijn dat alle deeltjes stilliggen. Dat is bij -273 oC. Daar is de temperatuurschaal van Kelvin gebaseerd.
0oC = 273 K.
Soortelijke warmte: De hoeveelheid warmte die nodig is om 1,0 g van een stof 1,0 oC in temperatuur
te laten stijgen (symbool = c, eenheid = (J/kg x K)). Soortelijke warmte is een stofeigenschap.
Formule: Q = c x m x ΔT.
- c is de soortelijke warmte (J/kg x K)
- m is de massa (kg)
- ΔT is het verschil is temperatuur (K)
- Q is de hoeveelheid warmte die nodig is om een bepaalde stof te verwarmen tot een
bepaalde temperatuur (J)
Je kunt met deze formule ook berekenen hoeveel warmte er vrijkomt bij temperatuurdaling.
Grafieken:
Ruwedatagrafiek: Voor een verzameling van meetpunten:
- titel en astitels
- plusjes voor meetpunten
- nooit een lijn
- op de x-as wat je weet en op de y-as wat je meet
Rechtevenredig verband: Als de x-as twee keer zo groot wordt wordt de y-as ook twee keer zo groot.
Verwerkingsgrafiek: Om metingen te verwerken.
- titel en astitels
- plusjes voor meetpunten
- wel een lijn
- op de x-as wat onderaan staat en op de y-as wat bovenaan staat
- werk met basiseenheden
- Rico is het antwoord
§1 Verwarmen:
In een cv-ketel wordt de chemische energie uit aardgas
omgezet in warmte. Zo’n energie-omzetting kun je chemische warmte
weergeven in een energie-stroom diagram. energie
De wet van behoud van energie geeft aan dat de totale
hoeveelheid energie niet verandert. Er gaat dus geen
energie verloren bij een energie-omzetting.
De kwaliteit van een energiesoort geeft aan hoe bruikbaar een energie soort is. Bij een energie-
omzetting gaat de kwaliteit van de energie wel omlaag. Met warmte kun je minder dan met
chemische energie.
Bij verwarming van water gaat de snelheid van de deeltjes omhoog en daar is energie voor nodig. De
warmte die het water opneemt wordt dus gebruikt om de deeltjes sneller te laten bewegen. Bij 100
graden kookt het water en stijgt de temperatuur niet meer. De warmte wordt dan gebruikt om de
afstand tussen de deeltjes sterk te vergroten.
Als de temperatuur van het water daalt neemt de snelheid van de moleculen af. Een stof kan zo koud
zijn dat alle deeltjes stilliggen. Dat is bij -273 oC. Daar is de temperatuurschaal van Kelvin gebaseerd.
0oC = 273 K.
Soortelijke warmte: De hoeveelheid warmte die nodig is om 1,0 g van een stof 1,0 oC in temperatuur
te laten stijgen (symbool = c, eenheid = (J/kg x K)). Soortelijke warmte is een stofeigenschap.
Formule: Q = c x m x ΔT.
- c is de soortelijke warmte (J/kg x K)
- m is de massa (kg)
- ΔT is het verschil is temperatuur (K)
- Q is de hoeveelheid warmte die nodig is om een bepaalde stof te verwarmen tot een
bepaalde temperatuur (J)
Je kunt met deze formule ook berekenen hoeveel warmte er vrijkomt bij temperatuurdaling.