Hoorcollege aantekeningen grondrechten
Hoorcollege 1
Grondrechten: fundamentele normen die als doel hebben individu persoonlijke
vrijheid te geven en te zorgen voor een menswaardig bestaan. Ook beperken ze
de handelingsvrijheid van de overheid
De rechtsstaat berust op vier pijlers, waarvan grondrechten er één is:
- De overheid mag slechts ingrijpen op grond van algemene regels
- De machtenscheiding
- Rechtsbescherming door een onafhankelijke rechter
- Het bestaan van grondrechten
Toenemend belang van grondrechten:
- De werkingssfeer van grondrechten neemt toe
- De rechtsstaat en veiligheidsstaat komen steeds meer tegenover elkaar te
staan
- Steeds meer horizontale werking van grondrechten
- Het internationale stelsel van grondrechtenbescherming heeft meer
invloed binnen de Nederlandse rechtsorde
De elementen van alle grondrechten:
- ‘A’ heeft: Het komt iets of iemand toe. Diegene is drager van het
grondrecht.
o ‘A’ heeft: de dragers van grondrechten
Bijvoorbeeld:
Art. 1 GW: ‘Allen die zich in Nederland bevinden’
Art. 3 GW: ‘Alle Nederlanders’
Art. 5 lid 3 EVRM: ‘Een ieder die is gearresteerd of
gedetineerd’
o In principe is individu de drager, maar:
Niet altijd ieder individu
Bepaalde categorieën personen uitgezonderd
Andere grondrechtendragers dan individuen
Groepen personen
Privaatrechtelijke rechtspersonen (bijvoorbeeld bedrijven)
- Een aanspraak (recht) op ‘X’: Diegene heeft een aanspraak op iets.
o Aanspraak op: grondrechten
Grondrechten: verzamelterm voor alle rechten in de grondwet
en verdragen
o De nadruk ligt op klassieke en sociale rechten
- Jegens ‘B’: Iemand of iets moet jouw grondrecht respecteren.
o Verticaal (traditionele functie): ‘ten opzichte van de overheid’
o Horizontaal (moderne functie): ‘ten opzichte van derden’
(derdenwerking: burger tegen burger)
- Berustend op ‘Y’: het grondrecht moet een bron hebben, zoals juridische
bronnen (fundering) van grondrechten.
o Bronnen van grondrechten:
Nationale juridische bronnen
, Europese Unie juridische bronnen
Internationale juridische bronnen
- Af te dwingen voor ‘C’: de drager moet het grondrecht kunnen
afdwingen.
o Veelal is het de rechter die grondrechten kan
afdwingen/beschermen.
Rechter vormt de spil van rechtsbescherming binnen de
rechtsstaat. Hij controleert de andere machten.
Rechterlijke controle - van de uitvoerende macht/bestuur en
de wetgevende macht - is een kernbeginsel van de
democratische rechtsstaat.
In welke gevallen kan de rechter een grondrecht beschermen?:
- Vragen over interpretatie van de reikwijdte van een grondrecht
(toepasselijkheid)
- Vraag of er een inmenging (beperking) was in de reikwijdte in bepaalde
gevallen
o Opgelet!: een beperking is niet vanzelf een inbreuk/schending van
een grondrecht. Onder bepaalde omstandigheden is een inmenging
in de reikwijdte toegestaan en het is dus niet altijd een schending
(HR Zusters van Sint Walburga)
Welke rechters kunnen grondrechten beschermen?
- De nationale (Nederlandse) rechter
o Nationaal recht: Grondwet, wetgeving (let op toetsingsverbod in art.
120 GW)
o Internationaal recht: bijv. het EVRM en het IVBPR (art. 93 en 94 GW)
o EU-recht: nationale rechter die het HvJEU een prejudiciële uitspraak
kan/moet vragen (art. 267 Werkingsverdrag EU)
- De internationale rechter
o EHRM die het EVRM toepast
- De EU rechter
o HvJEU die het EU-grondrechtenhandvest toepast
Welke niet-rechterlijke instanties kunnen grondrechten beschermen? (opgelet:
niet-bindende uitspraken)
- Nationale beklagmogelijkheden:
o College voor de rechten van de mens
‘Het College beschermt, bewaakt, belicht en bevordert de
mensenrechten in Nederland door onderzoek, advies,
voorlichting en het individueel oordelen in het geval van
discriminatie.’
- Internationale beklagmogelijkheden:
o Het Europees Comité voor Sociale Rechten met betrekking tot het
Europees Sociaal Handvest (dit is een Raad van Europa verdrag)
We hebben drie soorten grondrechten:
- Klassieke rechten: vrijheidsrechten, afweerrechten of burgerrechten
genoemd. De burger kan deze rechten inroepen tegen de overheid
, (negatieve verplichting: de overheid moet van deze rechten afblijven).
Deze rechten zijn afdwingbaar bij de rechter
- Sociale rechten: de overheid moet optreden en iets doen voor de burger
(positieve verplichting: de overheid moet presteren). Sociale grondrechten
zijn vaak niet een ieder verbindend
Klassieke grondrechten zijn veelal EIV, terwijl sociale grondrechten dit
veelal niet zijn
- ‘Solidarity rights’: veelal gericht op groepen en de toekomst. Bijvoorbeeld
het zelfbeschikkingsrecht van volkeren, het recht op ontwikkeling, cultuur
en identiteit.
Grondrechten zijn als volgt van aard:
- Principieel: fundamentele kenmerken van de hele rechtsorde
- Constitutioneel: condities voor rechtmatige uitoefening van publiek gezag
- Normatief: subjectieve rechten jegens de overheid, instructienormen voor
de
overheid en rechtsbeginselen die doorwerken in de uitleg en toepassing
van andere rechtsnormen
Grondrechten bescherming binnen de Nederlandse rechtsorde
Nederlandse rechter vormt de spil van de grondrechtenbescherming in de
gelaagde rechtsorde
- Strafrechter
- Bestuursrechter
- Civiele rechter
Welke nationale rechtsbronnen zijn er?
- Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
- Grondwet
- Fundamentele rechtsbeginselen (ongeschreven)
o Verbod op willekeur
o Proportionaliteit/evenredigheid
- Wet- en regelgeving (bijv. Algemene wet gelijke behandeling)
- Jurisprudentie van de nationale rechter
Toetsingsverbod in artikel 120 Grondwet geldt ook voor het Statuut en
fundamentele rechtsbeginselen
- Strikte machtenscheiding tussen rechter en wetgever
- Nadruk op de democratische legitimiteit van de formele wetgever
Nationale rechter mag:
- Een wet in formele zin niet toetsen aan grondrechten in het Statuut, de
Grondwet of aan fundamentele rechtsbeginselen
- Lagere regelgeving wel toetsen aan grondrechten in de Grondwet, mits dit
geen indirecte toetsing van een wet in formele zin is
Nationale rechter past wetgeving toe die de grondrechten beschermt
(bijvoorbeeld Algemene wet gelijke behandeling)
Jurisprudentie
Hoorcollege 1
Grondrechten: fundamentele normen die als doel hebben individu persoonlijke
vrijheid te geven en te zorgen voor een menswaardig bestaan. Ook beperken ze
de handelingsvrijheid van de overheid
De rechtsstaat berust op vier pijlers, waarvan grondrechten er één is:
- De overheid mag slechts ingrijpen op grond van algemene regels
- De machtenscheiding
- Rechtsbescherming door een onafhankelijke rechter
- Het bestaan van grondrechten
Toenemend belang van grondrechten:
- De werkingssfeer van grondrechten neemt toe
- De rechtsstaat en veiligheidsstaat komen steeds meer tegenover elkaar te
staan
- Steeds meer horizontale werking van grondrechten
- Het internationale stelsel van grondrechtenbescherming heeft meer
invloed binnen de Nederlandse rechtsorde
De elementen van alle grondrechten:
- ‘A’ heeft: Het komt iets of iemand toe. Diegene is drager van het
grondrecht.
o ‘A’ heeft: de dragers van grondrechten
Bijvoorbeeld:
Art. 1 GW: ‘Allen die zich in Nederland bevinden’
Art. 3 GW: ‘Alle Nederlanders’
Art. 5 lid 3 EVRM: ‘Een ieder die is gearresteerd of
gedetineerd’
o In principe is individu de drager, maar:
Niet altijd ieder individu
Bepaalde categorieën personen uitgezonderd
Andere grondrechtendragers dan individuen
Groepen personen
Privaatrechtelijke rechtspersonen (bijvoorbeeld bedrijven)
- Een aanspraak (recht) op ‘X’: Diegene heeft een aanspraak op iets.
o Aanspraak op: grondrechten
Grondrechten: verzamelterm voor alle rechten in de grondwet
en verdragen
o De nadruk ligt op klassieke en sociale rechten
- Jegens ‘B’: Iemand of iets moet jouw grondrecht respecteren.
o Verticaal (traditionele functie): ‘ten opzichte van de overheid’
o Horizontaal (moderne functie): ‘ten opzichte van derden’
(derdenwerking: burger tegen burger)
- Berustend op ‘Y’: het grondrecht moet een bron hebben, zoals juridische
bronnen (fundering) van grondrechten.
o Bronnen van grondrechten:
Nationale juridische bronnen
, Europese Unie juridische bronnen
Internationale juridische bronnen
- Af te dwingen voor ‘C’: de drager moet het grondrecht kunnen
afdwingen.
o Veelal is het de rechter die grondrechten kan
afdwingen/beschermen.
Rechter vormt de spil van rechtsbescherming binnen de
rechtsstaat. Hij controleert de andere machten.
Rechterlijke controle - van de uitvoerende macht/bestuur en
de wetgevende macht - is een kernbeginsel van de
democratische rechtsstaat.
In welke gevallen kan de rechter een grondrecht beschermen?:
- Vragen over interpretatie van de reikwijdte van een grondrecht
(toepasselijkheid)
- Vraag of er een inmenging (beperking) was in de reikwijdte in bepaalde
gevallen
o Opgelet!: een beperking is niet vanzelf een inbreuk/schending van
een grondrecht. Onder bepaalde omstandigheden is een inmenging
in de reikwijdte toegestaan en het is dus niet altijd een schending
(HR Zusters van Sint Walburga)
Welke rechters kunnen grondrechten beschermen?
- De nationale (Nederlandse) rechter
o Nationaal recht: Grondwet, wetgeving (let op toetsingsverbod in art.
120 GW)
o Internationaal recht: bijv. het EVRM en het IVBPR (art. 93 en 94 GW)
o EU-recht: nationale rechter die het HvJEU een prejudiciële uitspraak
kan/moet vragen (art. 267 Werkingsverdrag EU)
- De internationale rechter
o EHRM die het EVRM toepast
- De EU rechter
o HvJEU die het EU-grondrechtenhandvest toepast
Welke niet-rechterlijke instanties kunnen grondrechten beschermen? (opgelet:
niet-bindende uitspraken)
- Nationale beklagmogelijkheden:
o College voor de rechten van de mens
‘Het College beschermt, bewaakt, belicht en bevordert de
mensenrechten in Nederland door onderzoek, advies,
voorlichting en het individueel oordelen in het geval van
discriminatie.’
- Internationale beklagmogelijkheden:
o Het Europees Comité voor Sociale Rechten met betrekking tot het
Europees Sociaal Handvest (dit is een Raad van Europa verdrag)
We hebben drie soorten grondrechten:
- Klassieke rechten: vrijheidsrechten, afweerrechten of burgerrechten
genoemd. De burger kan deze rechten inroepen tegen de overheid
, (negatieve verplichting: de overheid moet van deze rechten afblijven).
Deze rechten zijn afdwingbaar bij de rechter
- Sociale rechten: de overheid moet optreden en iets doen voor de burger
(positieve verplichting: de overheid moet presteren). Sociale grondrechten
zijn vaak niet een ieder verbindend
Klassieke grondrechten zijn veelal EIV, terwijl sociale grondrechten dit
veelal niet zijn
- ‘Solidarity rights’: veelal gericht op groepen en de toekomst. Bijvoorbeeld
het zelfbeschikkingsrecht van volkeren, het recht op ontwikkeling, cultuur
en identiteit.
Grondrechten zijn als volgt van aard:
- Principieel: fundamentele kenmerken van de hele rechtsorde
- Constitutioneel: condities voor rechtmatige uitoefening van publiek gezag
- Normatief: subjectieve rechten jegens de overheid, instructienormen voor
de
overheid en rechtsbeginselen die doorwerken in de uitleg en toepassing
van andere rechtsnormen
Grondrechten bescherming binnen de Nederlandse rechtsorde
Nederlandse rechter vormt de spil van de grondrechtenbescherming in de
gelaagde rechtsorde
- Strafrechter
- Bestuursrechter
- Civiele rechter
Welke nationale rechtsbronnen zijn er?
- Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
- Grondwet
- Fundamentele rechtsbeginselen (ongeschreven)
o Verbod op willekeur
o Proportionaliteit/evenredigheid
- Wet- en regelgeving (bijv. Algemene wet gelijke behandeling)
- Jurisprudentie van de nationale rechter
Toetsingsverbod in artikel 120 Grondwet geldt ook voor het Statuut en
fundamentele rechtsbeginselen
- Strikte machtenscheiding tussen rechter en wetgever
- Nadruk op de democratische legitimiteit van de formele wetgever
Nationale rechter mag:
- Een wet in formele zin niet toetsen aan grondrechten in het Statuut, de
Grondwet of aan fundamentele rechtsbeginselen
- Lagere regelgeving wel toetsen aan grondrechten in de Grondwet, mits dit
geen indirecte toetsing van een wet in formele zin is
Nationale rechter past wetgeving toe die de grondrechten beschermt
(bijvoorbeeld Algemene wet gelijke behandeling)
Jurisprudentie