K4 Samenvatting Bestuursprocesrecht (7,3)

https://www.studeersnel.nl/nl/document/hogeschool-leiden/bestuursrecht/samenvattingen/
samenvatting-bestuursrecht-begrepen-mr-dr-clgfh-albers/111697/view

Bestuursprocesrecht

Week 1 Rechtsbescherming tegen de overheid: inleiding
Aan bod komen onder meer: de functies en kenmerken van het bestuursprocesrecht, de voorlopige
voorziening en het bewijsrecht.


Leerdoelen
De student kan:
 de betekenis van het Benthem-arrest voor het stelsel van bestuursrechtspraak uitleggen;

 de functies en kenmerken van het bestuursprocesrecht uitleggen;
zie aantekeningen.

 in een geschil gemotiveerd aangeven welke voorprocedure en
rechtsbeschermingsprocedure van toepassing is;
Bezwaar of administratief beroep.
- Bezwaar ga je bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen, dit is de
hoofdregel. Art. 1:5 lid 1 Awb. Dit is in samenhang met het in beroep mogen gaan bij
een bestuursrechter, art. 7:1 Awb. Als je beroep in kan stellen art. 8:1 Awb, dan moet
je eerst de bezwaarprocedure volgen. De uitzonderingen hierop staan in art. 7:1 lid 1
sub a t/m g Awb.

- Bij administratief beroep ga je bij een ander bestuursorgaan dan het besluit heeft
noemen, dit speelt alleen een rol in bijzondere wetten, art. 1:5 lid 2 Awb. De Awb
geeft niet weer wanneer administratief beroep mogelijk is. Het is mogelijk als een
bijzondere wet dit voorschrijft.
o Administratief beroep bij een (ander) orgaan van hetzelfde openbaar
lichaam
o Administratief bij een orgaan van een ander openbaar lichaam. In bijzondere
wetten kijken welke voorprocedure gevolgd moet worden. Wordt een
administratief beroep voorgeschreven, dan is de bezwaarprocedure niet
mogelijk.

 aangeven welke rechter in een geschil in eerste aanleg absoluut en relatief competent is;

 aan de hand van de vereisten voor een voorlopige voorziening uitleggen in welke gevallen
er een voorlopige voorziening kan worden gevraagd;

 in een bestuursrechtelijke casus de relevante feiten en bestuurshandelingen juridisch
kwalificeren en in verband brengen met de relevante wettelijke bepaling(en).




Bestuursprocesrecht

,Het geheel van regels die de rechtsbescherming tegen de overheid regelen, op het moment dat er
een besluit wordt genomen.

Geschiedenis rechtsbescherming tegen de overheid
 Rechtsbescherming tegen de overheid is altijd sterk verbrokkeld geweest
 Ontwikkeling naar onafhankelijke bestuursrechtspraak

Benthem-arrest (EHRM 1985): gaat over de Kroon. Gaat over een man Benthem en die wilde een
vergunning aanvragen voor een LPG-Tankstation. De vergunning werd toegewezen, maar de
inspecteur was hier niet blij mee. De inspecteur ging in beroep. Uiteindelijk kwam het aan bij de Raad
van State. De Raad van State keek zowel naar het bezwaar als dat hij moest rechtspreken samen met
de Kroon ( de koning en ministers). RvS vernietigde de beschikking en de heer Benthem had geen
vergunning meer. Het arrest was doorslaggevend m.b.t. het inluiden van het einde van het
Kroonberoep. Het Kroon beroep voldeed niet aan de eisen die art. 6 EVRM stelt aan een juridische
procedure. Aanvragers van beschikkingen hebben recht op toegang tot een onafhankelijke rechter.
Maakt dus een einde aan het Kroonberoep als eindinstantie.


Rechtsvraag: Is dit nou een vorm van onpartijdige en onafhankelijke rechtspraak art.6 EVRM?
Rechtsregel: De Kroon en de rol van de Rvs werd niet gezien als onafhankelijke rechter in de zin van
art. 6 EVRM. Door dit arrest is uiteindelijk heel het Kroon Beroep afgeschaft. Er is plek gemaakt voor
de afdeling Bestuursrechtspraak van de Rvs.


Functies en kenmerken van het huidige bestuursprocesrecht
Twee functies van bestuursprocesrecht
 Rechtsbeschermingsfunctie=individuele rechtsbescherming staat voorop
o Je mag een burger niet in een slechtere functie brengen dan hoe hij erin kwam
(reformatio in peius)
o Je mag als rechter niet buiten het geschil optreden (ultra petitia).
 Toezichtfunctie (stond voorheen voorop!) = handhaven objectief bestuursrecht
o Of de regels goed worden toegepast
o Rechter kwam hiermee in de problemen
o Rechter ging snel buiten de grenzen van zijn geschil, omdat hij de toezichthoudende
functie heeft. Kon zo zijn dat de rechter tot de conclusie kwam dat de vergunning
helemaal niet verleend had mogen worden  nadeel burger.

 Individuele rechtsbescherming staat sinds de Awb centraal
 Huidig leidend principe: streven naar finale (definitieve) geschilbeslechting
o Rechter moet zoveel mogelijk definitief beslechten.




Enige centrale beginselen

,  Het verdedigingsbeginsel (beginsel van hoor en wederhoor)
art. 8:69 lid 1 Awb
 Aanvullen van rechtsgronden door rechter (rechter vertaald naar juridische gronden art.
8:69 lid 2 Awb)
Lus curio novit: de rechter kent het recht.
o Tinus die zegt tegen de rechter dit is er aan de hand en de rechter vertaald dat van
feitelijke gronden naar juridische gronden. Dit is een verplichting voor de rechter! Dit
wordt ook wel ambtshalve genoemd.
 Niet-lijdelijkheid van de bestuursrechter (ambtshalve feiten aanvullen): de rechter is niet
verplicht feiten aan te vullen, maar mag dit wel (denk aan: feiten onderzoek, inschakelen
deskundige, etc.), artikel 8:69 lid 3 Awb. De rechter is op papier niet-lijdelijk maar in de
praktijk is hij wel lijdelijk op basis van de stukken van partijen.
 Vrijebewijsleer
o Rechter kent helemaal geen regels met betrekking tot het bewijs
o In beginsel zal het bestuursorgaan bewijs moeten leveren  rechtsbescherming voor
de burger.
 Aannemelijkheidsbeginsel
In het bestuursrecht is aannemelijkheid voldoende

Voorprocedure en rechtsbeschermingsprocedure
Bezwaar of administratief beroep?
 Bezwaar ga je bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen, dit is de hoofdregel. Art.
1:5 lid 1 Awb. Dit is in samenhang met het in beroep mogen gaan bij een bestuursrechter,
art. 7:1 Awb. Als je beroep in kan stellen art. 8:1 Awb, dan moet je eerst de
bezwaarprocedure volgen. De uitzonderingen hierop staan in art. 7:1 lid 1 sub a t/m g Awb.
 Bij administratief beroep ga je bij een ander bestuursorgaan dan het besluit heeft genomen,
dit speelt alleen een rol in bijzondere wetten, art. 1:5 lid 2 Awb. De Awb geeft niet weer
wanneer administratief beroep mogelijk is. Het is mogelijk als een bijzondere wet dit
voorschrijft.
o Administratief beroep bij een (ander) orgaan van hetzelfde openbaar
lichaam
o Administratief bij een orgaan van een ander openbaar lichaam. In bijzondere
wetten kijken welke voorprocedure gevolgd moet worden. Wordt een
administratief beroep voorgeschreven, dan is de bezwaarprocedure niet
mogelijk.




Procedure op hoofdlijnen
Indiening beroeps- en verweerschrift à bevoegdheid bestuursrechter à ontvankelijkheid van het
beroep à vooronderzoek: verzamelen, selecteren, structureren en interpreteren van informatie en –
indien nodig - aanvullen van informatie (Afd. 8.2.2. Awb).

Er zijn twee verschillende procedures die vooraf het beroep moeten worden doorlopen. Ze volgen
hieronder:

Primair besluitbezwaarbeslissing op bezwaarberoep bij de bestuursrechter.
Primair besluitadministratief beroepbeslissing in administratief beroep beroep bij de
bestuursrechter