Vier belangrijke scheidingsmethoden: Bezinken, Centrifugeren,
Filtreren, Extraheren.
Bezinken
o Met: Emulsie/Suspensie
o Hoe: grootste dichtheid zakt naar bodem, je maakt gebruik
van verschil in dichtheid.
Centrifugeren
o Met: Emulsie/Suspensie
o Hoe: grootste dichtheid zakt naar bodem, je maakt gebruik
van verschil in dichtheid. Maar het mengsel doe je in
centrifuge waardoor sneller is als bezinken.
Stof met grootste dichtheid gaat naar onderkant buisje.
Met afgieten kan je stoffen uiteindelijk scheiden.
Filtreren
o Met: Suspensie
o Hoe: deeltjes giet je door een filter, de deeltjes die groter zijn
blijven achter. Je maakt gebruik van verschil in
deeltjesgroten van stoffen.
Stof die achterblijft in filter: residu
Stof die door filter gaat: filtraat
Extraheren
o Met: Suspensie/mengsels van vaste stoffen
o Hoe: Je voegt aan mengsel een oplosmiddel (extractiemiddel)
toe, waarin ene stof wel oplost maar de andere niet,
vervolgens met bezinken/filtreren haal je ene stof eruit. Je
maakt gebruik van verschil in oplosbaarheid van stoffen.
Indampen
o Met: Oplossingen
o Hoe: stoffen in een kom doen en bij een brander houden
totdat een verdampt. Je maakt gebruik van verschillen in
kookpunt.
Rendement, vaak lukt het bij scheiden niet om alles van een stof uit
mengsel te halen.
o Percentage stof dat succesvol wordt gescheiden: rendement
van de scheiding.
o Rendement = praktische opbrengst / theoretische opbrengst
* 100%