100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting levensloop 4 vwo - H4 en H5 - Economie

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
12
Geüpload op
12-11-2025
Geschreven in
2025/2026

Zeer uitgebreide Economie samenvatting H4-5 met focus op vermogen en pensioen. Behandelt vermogensbegrip (sparen vs. beleggen), kapitaalinkomen (aandelen, obligaties, rente, huur), rendementberekening, risico-rendementrelatie, inflatie & koopkrachterosie, nominale vs reële waarde, prijsindex/CPI-berekeningen, vermogenswinstbelasting (Box 1/2/3, fictiefrendementheffing), vermogensongelijkheid (ratio's, Lorenzcurve, Gini-coëfficiënt), áók de drie pijlers pensioen (AOW, bedrijfspensioen, eigen middelen), AOW-uitkeringen, waardevast vs welvaartsvast, omslagstelsel vs kapitaaldekking, dekkingsgraad, contante waardeberekening, netto profijt, en vergrijzingproblematiek met oplossingen. Exceptie uitgebreid (~1.880 woorden) en examen-gereed VWO niveau.

Meer zien Lees minder









Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Middelbare school
School jaar
4

Documentinformatie

Geüpload op
12 november 2025
Aantal pagina's
12
Geschreven in
2025/2026
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

ECO Samenvatting H4-5
Hoofdstuk 4: Vermogen
Goederen en vermogen:
Basisbegrippen vermogen:

 Vermogen: Totaal van bezittingen minus schulden op een bepaald
moment (voorraadgrootheid)
o Berekening: Vermogen = Bezittingen - Schulden
o Voorbeeld: Huis €300k + spaargeld €20k - hypotheek €250k =
vermogen €70k
 Sparen: Geld opzij zetten zonder risico, meestal op spaarrekening
met vaste rente
o Langzame maar zekere vermogensgroei
o Lage tijdsvoorkeur (consumptie uitstellen)
 Beleggen: Investeren in waardepapieren met als doel hoger
rendement maar met meer risico
o Voorbeelden: aandelen, obligaties, vastgoed


Inkomen uit vermogen (kapitaalinkomen):
Aandelen:

 Aandeel: Eigendomsbewijs van een bedrijf
o Als aandeelhouder ben je mede-eigenaar
o Stemrecht op aandeelhoudersvergadering
 Dividend: Winstuitkering aan aandeelhouders
o Berekening per aandeel: Dividend = winst / aantal aandelen
o Bedrijf bepaalt zelf hoeveel winst wordt uitgekeerd
 Koerswinst: Winst door verkopen tegen hogere prijs dan
aankoopprijs
o Voorbeeld: Aandeel gekocht voor €50, verkocht voor €70 =
€20 koerswinst

Obligaties:

 Obligatie: Schuldbekentenis waarbij je geld uitleent aan bedrijf of
overheid
o Vaste looptijd (bijv. 10 jaar)
o Vaste rente over hele periode
o Lager risico dan aandelen
o Aan einde looptijd krijg je hoofdsom terug

, Andere vormen kapitaalinkomen:

 Rente: Vergoeding voor uitlenen geld (spaarrekening, deposito)
 Huur: Vergoeding voor verhuur gebouwen/woningen
 Pacht: Vergoeding voor verhuur grond

Rendement berekenen:

 Rendement: Totale resultaat van beleggen uitgedrukt in
percentage
o Formule: Rendement = ((Eindwaarde - Beginwaarde + Ontvangen
inkomen) / Beginwaarde) × 100%
o Voorbeeld aandeel: Begin €100, eind €110, dividend €5 =
((110-100+5)/100) × 100% = 15%
o Voorbeeld obligatie: €1000 uitgeleend, €40 rente per jaar =
(40/1000) × 100% = 4%

Risico-rendement relatie:

 Hogere verwachte rendementen = hoger risico
o Aandelen: Hoog potentieel rendement, grote
koersschommelingen mogelijk
o Obligaties: Lager maar stabieler rendement, kleinere
schommelingen
o Spaarrekening: Laagste rendement, geen risico op verlies
 Spreiding verlaagt risico: Niet alles in één aandeel/sector
investeren
 Beleggingshorizon: Langere termijn = meer risico acceptabel
(schommelingen middelen uit)

Inflatie en koopkracht:
Prijsontwikkeling:

 Inflatie: Algemene prijsstijging waardoor geld minder waard wordt
o Voorbeeld: Bij 3% inflatie kost boodschappen van €100
volgend jaar €103
o Oorzaken: Geldcreatie, vraag > aanbod, kostenstijgingen
 Deflatie: Algemene prijsdaling waardoor geld meer waard wordt
o Komt minder voor, vaak teken van economische problemen
o Mensen stellen aankopen uit (wachten op lagere prijzen)


Nominale vs reële waarde:

 Nominale waarde: Bedrag dat op papier staat (in euro's)
o Voorbeeld: Salaris van €3000 per maand
 Reële waarde (koopkracht): Wat je er daadwerkelijk voor kunt
kopen
€3,48
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
jaspervdw

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
jaspervdw
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
29
Laatst verkocht
4 weken geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen