Kennismaking onderzoeksmethoden en statistiek – hoorcollege 1 kwal
Kenmerken wetenschappelijk onderzoek
Empirisch → gebaseerd op systematische waarnemingen
Controleerbaar → peer review
Probabilistisch → op kans gebaseerd
Theorie → een theorie is een geheel van denkbeelden, hypothesen en
verklaringen die in onderlinge samenhang worden beschreven. In de wetenschap
is een theorie en getoetst model ter verklaring van waarnemingen van de
werkelijkheid.
Kenmerken van een goede wetenschappelijke theorie
Ondersteund door data → data uit wetenschappelijk onderzoek
Falsifieerbaar → een theorie moet weerlegd kunnen worden aan de hand van
verzamelde gegevens.
Spaarzaam → Als een eenvoudige theorie volstaat, is het niet nodig om deze
complexer te maken.
Waarom kwalitatief onderzoek
Doel → sociale fenomenen te begrijpen vanuit hun natuurlijke context. Wordt
gebruikt om een nieuwe theorie te ontwikkelen of bestaande theorieën
aanpassen of uit te breiden.
Kenmerken kwalitatief onderzoek
- de onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de respondent
- de onderzoeker heeft een contextuele benadering
- het perspectief van de respondenten staat centraal
- via specifieke observaties probeert de onderzoeker :
- de sociale werkelijkheid te omschrijven in al haar diversiteit
- naar algemeenheden te zoeken die nieuwe theorieën vormen of
bestaande theorieën ` aanpassen
, Goede kwalitatief onderzoeksvraag bevat: SPI(C)E
S → setting: waar, in welke context?
P → perspectieve/ populatie, wie?
I → Interest, wat?
C → comparison, vergeleken met wie/wat?
E → evaluation, met welk resultaat?
Kennismaking onderzoeksmethoden en statistiek – hoorcollege 2 kwal
Hoe wordt data verzameld?
- kwalitatief interview
gesprek waarin de interviewer vragen stelt aan de geïnterviewde met
betrekking tot een sociaal fenomeen. De geïnterviewde is een respondent. Er zijn
3 soorten interviews: ongestructureerd, semigestructureerd en gestructureerd.
- focusgroep
interacties tussen deelnemers. Anonimiteit en vertrouwelijkheid
waarborgen is lastig. Het onderwerp is vaak meer specifiek. De interviewer is de
moderator die de vragen formuleert en het gesprek in goede banen leidt.
Het vraag- en antwoordproces
de vraag → het begrijpen van de vraag → informatie zoeken → gedachten en
ideeën ophalen → dit omzetten naar woorden → het antwoord
Soorten steekproeven
Doelgerichte steekproef → de onderzoeker gaat op zoek naar participanten die
voldoen aan hele specifieke voorwaarden.
Gemaks steekproef → onderzoeker gebruikt participanten die gemakkelijk te
bereiken zijn.
Qouta steekproef → een doelgerichte of gemaks steekproef met een voorwaarde
voor aantallen binnen groepen.
Sneeuwbal steekproef → de onderzoeker vraagt een participant andere aan te
bevelen.
Sequentiële steekproef → met een gemak of doelgerichte steekproef worden er
participanten geworven. Als er blijkt dat er gefocust moet worden op specifiekere
kenmerken wordt er een nieuwe doelgerichte steekproef gekozen.
Saturatie → moment dat er geen nieuwe data binnenkomt en je dus klaar bent
met data verzamelen.
Soorten observatieonderzoek
1. Participerend vs. niet-participerend: bestudeerd de onderzoeker de mensen
van binnen of buitenaf.
2. Verhuld vs. onverhuld: weten de mensen dat ze geobserveerd worden?
(Hawthorne effect → mensen gaan zich anders gedragen als ze weten dat ze
worden bestudeerd)
3. Systematisch vs. niet-systematisch: is er van te voren vastgelegd waar naar
gekeken wordt.
Verzamelen bestaande gegevens
Voor onderzoek kunnen mensen ook gebruik maken van bestaande data die niet
specifiek voor de huidige studie is verzameld (secundaire data). Hierbij voeren we
een inhoudsanalyse uit an bestaand materiaal zoals: brieven, video’s,
Kenmerken wetenschappelijk onderzoek
Empirisch → gebaseerd op systematische waarnemingen
Controleerbaar → peer review
Probabilistisch → op kans gebaseerd
Theorie → een theorie is een geheel van denkbeelden, hypothesen en
verklaringen die in onderlinge samenhang worden beschreven. In de wetenschap
is een theorie en getoetst model ter verklaring van waarnemingen van de
werkelijkheid.
Kenmerken van een goede wetenschappelijke theorie
Ondersteund door data → data uit wetenschappelijk onderzoek
Falsifieerbaar → een theorie moet weerlegd kunnen worden aan de hand van
verzamelde gegevens.
Spaarzaam → Als een eenvoudige theorie volstaat, is het niet nodig om deze
complexer te maken.
Waarom kwalitatief onderzoek
Doel → sociale fenomenen te begrijpen vanuit hun natuurlijke context. Wordt
gebruikt om een nieuwe theorie te ontwikkelen of bestaande theorieën
aanpassen of uit te breiden.
Kenmerken kwalitatief onderzoek
- de onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de respondent
- de onderzoeker heeft een contextuele benadering
- het perspectief van de respondenten staat centraal
- via specifieke observaties probeert de onderzoeker :
- de sociale werkelijkheid te omschrijven in al haar diversiteit
- naar algemeenheden te zoeken die nieuwe theorieën vormen of
bestaande theorieën ` aanpassen
, Goede kwalitatief onderzoeksvraag bevat: SPI(C)E
S → setting: waar, in welke context?
P → perspectieve/ populatie, wie?
I → Interest, wat?
C → comparison, vergeleken met wie/wat?
E → evaluation, met welk resultaat?
Kennismaking onderzoeksmethoden en statistiek – hoorcollege 2 kwal
Hoe wordt data verzameld?
- kwalitatief interview
gesprek waarin de interviewer vragen stelt aan de geïnterviewde met
betrekking tot een sociaal fenomeen. De geïnterviewde is een respondent. Er zijn
3 soorten interviews: ongestructureerd, semigestructureerd en gestructureerd.
- focusgroep
interacties tussen deelnemers. Anonimiteit en vertrouwelijkheid
waarborgen is lastig. Het onderwerp is vaak meer specifiek. De interviewer is de
moderator die de vragen formuleert en het gesprek in goede banen leidt.
Het vraag- en antwoordproces
de vraag → het begrijpen van de vraag → informatie zoeken → gedachten en
ideeën ophalen → dit omzetten naar woorden → het antwoord
Soorten steekproeven
Doelgerichte steekproef → de onderzoeker gaat op zoek naar participanten die
voldoen aan hele specifieke voorwaarden.
Gemaks steekproef → onderzoeker gebruikt participanten die gemakkelijk te
bereiken zijn.
Qouta steekproef → een doelgerichte of gemaks steekproef met een voorwaarde
voor aantallen binnen groepen.
Sneeuwbal steekproef → de onderzoeker vraagt een participant andere aan te
bevelen.
Sequentiële steekproef → met een gemak of doelgerichte steekproef worden er
participanten geworven. Als er blijkt dat er gefocust moet worden op specifiekere
kenmerken wordt er een nieuwe doelgerichte steekproef gekozen.
Saturatie → moment dat er geen nieuwe data binnenkomt en je dus klaar bent
met data verzamelen.
Soorten observatieonderzoek
1. Participerend vs. niet-participerend: bestudeerd de onderzoeker de mensen
van binnen of buitenaf.
2. Verhuld vs. onverhuld: weten de mensen dat ze geobserveerd worden?
(Hawthorne effect → mensen gaan zich anders gedragen als ze weten dat ze
worden bestudeerd)
3. Systematisch vs. niet-systematisch: is er van te voren vastgelegd waar naar
gekeken wordt.
Verzamelen bestaande gegevens
Voor onderzoek kunnen mensen ook gebruik maken van bestaande data die niet
specifiek voor de huidige studie is verzameld (secundaire data). Hierbij voeren we
een inhoudsanalyse uit an bestaand materiaal zoals: brieven, video’s,