Leerdoelen tutor thema 1.11
Cariësdiagnostiek
Benoemt het doel van het ICDAS cariësscoresysteem en weet de afkorting voor staat.
Het doel van het ICDAS score is deze in de praktijk toe te passen om een diagnose te stellen of het
actieve cariës is of niet. Door dit te weten kun je het ook herkennen tijdens het lezen van vakliteratuur.
ICDAS staat voor
I= international
C= cariës
D= detection
A= assesment
S= system
Het ICDAS cariësscoresysteem.
Het ICDAS score is een hulpmiddel om zo te zien in welke stadium het element zit. Door de scores kun je
makkelijker de verkleuringen beoordelen waardoor je wel een beeld hebt aan de hand van de plaatjes of
het een inactieve of actieve cariës is. Hieronder scores van interdentale en occlusale detectie. Als het
actief is zet je A naast de score en als het inactief is de letter i. Met plaque noteer je nog een + en als er
geen plaque aanwezig is dan zet je er een – achter.
Het doel van de risicoanalyse
Op basis van een risicoanalyse kan een voorspelling of verwachting (prognose) van het ontstaan of het
verloop van een ziekte worden ingeschat.
De inschatting kan betrekking hebben op:
v Het ontstaan/verloop van parodontale aandoeningen
, v Het ontstaan/verloop van cariës processen
v Het ontstaan/verloop van orthodontische afwijkingen
Een risicoanalyse kan worden uitgevoerd zowel bij personen die nog geen (cariës, parodontale)
aandoening hebben, als bij personen die de aandoening al wel hebben (gehad).
Beschrijft de verschillende onderdelen van de risicoanalyse:
Voeding, dus wat eet de patient dagelijks het meest?
Waar je uit kan kiezen is:
Ø Weinig tot geen cariës inducerende koolhydraten wil zeggen dat de patiënt geen of hoogst zelden
geraffineerde suiker of suikerhoudende producten tot zich neemt.
Ø Een normale hoeveelheid wil zeggen dat de patiënt geen zoete tussendoortjes en zelden zoet
broodbeleg tot inch neemt.
Ø Een verhoogde hoeveelheid wil zeggen dat de patiënt zoet broodbeleg en/of maximaal twee zoete
tussendoortjes tot zich neemt.
Ø Een extreem hoge hoeveelheid wil zeggen dat de patiënt veel zoet broodbeleg en meer dan twee
zoet tussendoortjes tot zich neemt.
Voedingsfrequentie, het aantal eetmomenten per dag betaalt het aantal malen dat
zuurvorming plaats vindt. In de literatuur wordt aangenomen dat:
o max. 3 eetmomenten per dag uiterst veilig is.
o 4-5 eetmomenten per dag normaal is
o 6-7 eetmomenten per dag een verhoogd risico op cariës betekent
o Meer dan 7 eetmomenten per dag het risico op cariës aanzienlijk verhoogt.
Fluoride gebruik, heeft een grote invloed op de hoogte van het cariësrisico. In deze
risicoanalyse wordt de norm van de ADA ( American dental Association) aangehouden.
- max. Gefluorideerd: drinkwatervoorziening en gebruik van fluoride houdende tandpasta met daarbij
periodieke fluoride-applicatie
- Fluoride tandpasta met één supplement: twee maal per dag poetsen met fluoride tandpasta met
daarnaast of drinkwaterfluoridering of periodieke fluoride-applicatie
- Alleen fluoride tandpasta : twee maal daags potsen met fluoride houdende tandpasta
- Geen fluoride: alles wat minder is dan bovengenoemde gebruik.
Plaquescore in %
De orale bacteriën koloniseren voortdurend de gebitselementen, maar tandplaque kan op de ene plaats
meer cariogeen zijn dan op de andere plaats. Weinig mensen zijn echter zelf in staat hun
gebitselementen te reinigen tot het niveau dat nodig is om cariës te voorkomen.
Roken
De oorzaken van refractaire parodontitis worden m.n. gezocht in gastheerfactoren, waaronder roken.
Daarnaast is er een duidelijk verband tussen roken en acute necrotiserende gingivitis
Cariëservaring
Aanwijzingen van cariës in het verleden zijn de best voorspellende factoren, met name de status van de
laatst doorgebroken of bloot gekomen oppervlakken.
BOMP
Dus gewoon de bloeding in percentage, hier gaat het om hoeveel bloeding. Niet in alle gevallen leidt
gingivitis op progressief aanhechtingsverlies.
DPSI
De Dutch Periodontal Screening Index is afgeleid van de CPITN en oorspronkelijk bedoeld als instrument
om de behandelbehoefte van parodontale aandoeningen vast te stellen. Echter, een bestaande
parodontale afwijking verhoogd het risico op verder voortschrijden van het parodontaal verval. Hiermee is
validiteit van de DPSI als risico-indicator vastgesteld.
Aanhechtingsverlies
Een bestaande parodontale afwijking verhoogt het risico op verder voortschrijden van het paro
Botdichtheid
Het röntgenbeeld geeft vooral informatie over de dichtheid van het interdentale alveolaire bot. Het
röntgenbeeld zal daarom moeten worden gecombineerd met de klinische parameters. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen:
- scherpe cristae met goed ontwikkelde lamina dura
- licht afgevlakte cristae met enig verlies van lamina dura
- horizontaal botverlies met ontbrekende lamina dura
Cariësdiagnostiek
Benoemt het doel van het ICDAS cariësscoresysteem en weet de afkorting voor staat.
Het doel van het ICDAS score is deze in de praktijk toe te passen om een diagnose te stellen of het
actieve cariës is of niet. Door dit te weten kun je het ook herkennen tijdens het lezen van vakliteratuur.
ICDAS staat voor
I= international
C= cariës
D= detection
A= assesment
S= system
Het ICDAS cariësscoresysteem.
Het ICDAS score is een hulpmiddel om zo te zien in welke stadium het element zit. Door de scores kun je
makkelijker de verkleuringen beoordelen waardoor je wel een beeld hebt aan de hand van de plaatjes of
het een inactieve of actieve cariës is. Hieronder scores van interdentale en occlusale detectie. Als het
actief is zet je A naast de score en als het inactief is de letter i. Met plaque noteer je nog een + en als er
geen plaque aanwezig is dan zet je er een – achter.
Het doel van de risicoanalyse
Op basis van een risicoanalyse kan een voorspelling of verwachting (prognose) van het ontstaan of het
verloop van een ziekte worden ingeschat.
De inschatting kan betrekking hebben op:
v Het ontstaan/verloop van parodontale aandoeningen
, v Het ontstaan/verloop van cariës processen
v Het ontstaan/verloop van orthodontische afwijkingen
Een risicoanalyse kan worden uitgevoerd zowel bij personen die nog geen (cariës, parodontale)
aandoening hebben, als bij personen die de aandoening al wel hebben (gehad).
Beschrijft de verschillende onderdelen van de risicoanalyse:
Voeding, dus wat eet de patient dagelijks het meest?
Waar je uit kan kiezen is:
Ø Weinig tot geen cariës inducerende koolhydraten wil zeggen dat de patiënt geen of hoogst zelden
geraffineerde suiker of suikerhoudende producten tot zich neemt.
Ø Een normale hoeveelheid wil zeggen dat de patiënt geen zoete tussendoortjes en zelden zoet
broodbeleg tot inch neemt.
Ø Een verhoogde hoeveelheid wil zeggen dat de patiënt zoet broodbeleg en/of maximaal twee zoete
tussendoortjes tot zich neemt.
Ø Een extreem hoge hoeveelheid wil zeggen dat de patiënt veel zoet broodbeleg en meer dan twee
zoet tussendoortjes tot zich neemt.
Voedingsfrequentie, het aantal eetmomenten per dag betaalt het aantal malen dat
zuurvorming plaats vindt. In de literatuur wordt aangenomen dat:
o max. 3 eetmomenten per dag uiterst veilig is.
o 4-5 eetmomenten per dag normaal is
o 6-7 eetmomenten per dag een verhoogd risico op cariës betekent
o Meer dan 7 eetmomenten per dag het risico op cariës aanzienlijk verhoogt.
Fluoride gebruik, heeft een grote invloed op de hoogte van het cariësrisico. In deze
risicoanalyse wordt de norm van de ADA ( American dental Association) aangehouden.
- max. Gefluorideerd: drinkwatervoorziening en gebruik van fluoride houdende tandpasta met daarbij
periodieke fluoride-applicatie
- Fluoride tandpasta met één supplement: twee maal per dag poetsen met fluoride tandpasta met
daarnaast of drinkwaterfluoridering of periodieke fluoride-applicatie
- Alleen fluoride tandpasta : twee maal daags potsen met fluoride houdende tandpasta
- Geen fluoride: alles wat minder is dan bovengenoemde gebruik.
Plaquescore in %
De orale bacteriën koloniseren voortdurend de gebitselementen, maar tandplaque kan op de ene plaats
meer cariogeen zijn dan op de andere plaats. Weinig mensen zijn echter zelf in staat hun
gebitselementen te reinigen tot het niveau dat nodig is om cariës te voorkomen.
Roken
De oorzaken van refractaire parodontitis worden m.n. gezocht in gastheerfactoren, waaronder roken.
Daarnaast is er een duidelijk verband tussen roken en acute necrotiserende gingivitis
Cariëservaring
Aanwijzingen van cariës in het verleden zijn de best voorspellende factoren, met name de status van de
laatst doorgebroken of bloot gekomen oppervlakken.
BOMP
Dus gewoon de bloeding in percentage, hier gaat het om hoeveel bloeding. Niet in alle gevallen leidt
gingivitis op progressief aanhechtingsverlies.
DPSI
De Dutch Periodontal Screening Index is afgeleid van de CPITN en oorspronkelijk bedoeld als instrument
om de behandelbehoefte van parodontale aandoeningen vast te stellen. Echter, een bestaande
parodontale afwijking verhoogd het risico op verder voortschrijden van het parodontaal verval. Hiermee is
validiteit van de DPSI als risico-indicator vastgesteld.
Aanhechtingsverlies
Een bestaande parodontale afwijking verhoogt het risico op verder voortschrijden van het paro
Botdichtheid
Het röntgenbeeld geeft vooral informatie over de dichtheid van het interdentale alveolaire bot. Het
röntgenbeeld zal daarom moeten worden gecombineerd met de klinische parameters. Er wordt
onderscheid gemaakt tussen:
- scherpe cristae met goed ontwikkelde lamina dura
- licht afgevlakte cristae met enig verlies van lamina dura
- horizontaal botverlies met ontbrekende lamina dura