Parodontologie:
benoemt kennisfeiten over het parodontium
Functie parodontium:
- Veerkracht en kauwkracht (vezels)
- Geeft steun aan gebitselementen (stevigheid)
- Bloedvoorziening van tandweefsels
- Beschermt het worteloppervlak tegen resorptie
- Sensorische/reflectorische input
- Zorgt ervoor dat een element standsveranderingen kan ondergaan
Gezond parodontium:
- Licht roze
- Geen bloeding
- Geen pockets, sulcus max 3mm
- Lichte stippelingen, sinaasappeleffect op de gingiva
- Scherpe papillen
Ongezond parodontium:
- Rood en zwelling van de gingiva
- Bloeding
- Pockets dieper dan 3mm
- Afgevlakte papillen
beredeneert de wijze van uitvoering van mondonderzoek
Je hebt verschillende testen om de staat van de mond in kaart te brengen. Dit doe je om een
behandelplan op maat te maken voor de patiënt.
herkent/beschrijft afwijkingen
Ongezond parodontium
Klinisch:
- Rood en zwelling van de gingiva
- Bloeding na sonderen
- Glanzend/slap
, - Sluit niet meer mooi strak om het element
- Verdiepte pockets
- Vermindering sinaasappeleffect
Histologisch:
- Ontstekingsinfiltraat is groter, monocyten en B cellen actief
- Retelijsten wijken meer uit
- Bloedvatverwijding
- Door afweer van cellen van het menselijk lichaam is er botafbraak waarneembaar
Botdefecten:
1 wandig = Nog maar 1 wand aanwezig. Is de ergste vorm. Diepe krater.
2 wandig = 2 wanden over. Angulaire diepte groter dan de breedte
3 wandig = 3 wanden over. Verticaal is diepte kleiner dan de breedte
voert metingen uit
Verschillende onderzoeken om de staat van de mond in kaart te brengen
BOMP bleeding on marginal probing.
Hiermee kijk je naar de marginale bloeding. Je sondeert de rand van de gingiva. Je kijkt
hiermee vooral naar hoe de mondhygiëne is van de patiënt.
BOP bleeding on probing
Hiermee kijk je vooral naar de hoeveelheid bloeding op de bodem van de pocket. Je kijkt
hoeveel ontsteking er aanwezig is.
PCR Plaque test
Je controleert de aanwezige plaque om te kijken hoe de mondgezondheid van de patiënt is.
DPSI Dutch periodontal screening index
Hiermee kijk je naar de staat van het tandvlees en meet je de pockets op
DPSI 0: 0-3mm zonder bloeding en zonder tandsteen
DPSI 1: 0-3mm MET bloeding en ZONDER tandsteen
, DPSI 2: 0-3mm met bloeding en met tandsteen
DPSI 3-: 4-5mm zonder recessie
DPSI 3+: 4-5 met een recessie bij de gemeten pocket
DPSI 4: 6mm+
Furcatie:
Graad I: de ingang is niet groter/dieper dan ¼ (<3mm) van de tandbreedte
Graad II: is groter dan 3mm, maar is nog niet doorgankelijk
Graad III: volledig doorgankelijke furcatie.
Mobiliteit:
0 = 0,1 – 0,2 mm bewegelijk. Dit is normaal
1 = 1mm horizontale mobiliteit
2 = meer dan 1mm horizontale mobiliteit
3 = zowel horizontale als verticale mobiliteit
benoemt kennisfeiten over het parodontium
Functie parodontium:
- Veerkracht en kauwkracht (vezels)
- Geeft steun aan gebitselementen (stevigheid)
- Bloedvoorziening van tandweefsels
- Beschermt het worteloppervlak tegen resorptie
- Sensorische/reflectorische input
- Zorgt ervoor dat een element standsveranderingen kan ondergaan
Gezond parodontium:
- Licht roze
- Geen bloeding
- Geen pockets, sulcus max 3mm
- Lichte stippelingen, sinaasappeleffect op de gingiva
- Scherpe papillen
Ongezond parodontium:
- Rood en zwelling van de gingiva
- Bloeding
- Pockets dieper dan 3mm
- Afgevlakte papillen
beredeneert de wijze van uitvoering van mondonderzoek
Je hebt verschillende testen om de staat van de mond in kaart te brengen. Dit doe je om een
behandelplan op maat te maken voor de patiënt.
herkent/beschrijft afwijkingen
Ongezond parodontium
Klinisch:
- Rood en zwelling van de gingiva
- Bloeding na sonderen
- Glanzend/slap
, - Sluit niet meer mooi strak om het element
- Verdiepte pockets
- Vermindering sinaasappeleffect
Histologisch:
- Ontstekingsinfiltraat is groter, monocyten en B cellen actief
- Retelijsten wijken meer uit
- Bloedvatverwijding
- Door afweer van cellen van het menselijk lichaam is er botafbraak waarneembaar
Botdefecten:
1 wandig = Nog maar 1 wand aanwezig. Is de ergste vorm. Diepe krater.
2 wandig = 2 wanden over. Angulaire diepte groter dan de breedte
3 wandig = 3 wanden over. Verticaal is diepte kleiner dan de breedte
voert metingen uit
Verschillende onderzoeken om de staat van de mond in kaart te brengen
BOMP bleeding on marginal probing.
Hiermee kijk je naar de marginale bloeding. Je sondeert de rand van de gingiva. Je kijkt
hiermee vooral naar hoe de mondhygiëne is van de patiënt.
BOP bleeding on probing
Hiermee kijk je vooral naar de hoeveelheid bloeding op de bodem van de pocket. Je kijkt
hoeveel ontsteking er aanwezig is.
PCR Plaque test
Je controleert de aanwezige plaque om te kijken hoe de mondgezondheid van de patiënt is.
DPSI Dutch periodontal screening index
Hiermee kijk je naar de staat van het tandvlees en meet je de pockets op
DPSI 0: 0-3mm zonder bloeding en zonder tandsteen
DPSI 1: 0-3mm MET bloeding en ZONDER tandsteen
, DPSI 2: 0-3mm met bloeding en met tandsteen
DPSI 3-: 4-5mm zonder recessie
DPSI 3+: 4-5 met een recessie bij de gemeten pocket
DPSI 4: 6mm+
Furcatie:
Graad I: de ingang is niet groter/dieper dan ¼ (<3mm) van de tandbreedte
Graad II: is groter dan 3mm, maar is nog niet doorgankelijk
Graad III: volledig doorgankelijke furcatie.
Mobiliteit:
0 = 0,1 – 0,2 mm bewegelijk. Dit is normaal
1 = 1mm horizontale mobiliteit
2 = meer dan 1mm horizontale mobiliteit
3 = zowel horizontale als verticale mobiliteit
