Tabel op pagina 16 in handboek zeker kennen!
HOOFDSTUK 1: INLEIDING (LES 1)
1. DE MENS IS EEN SOCIAAL DIER
= mens is verzot op nadenken over zichzelf en anderen en over hoe te reageren in sociale
situaties
2. SOCIALE PSYCHOLOGIE: DEFINITIE EN VERWANTE DISCIPLINES
2.1 DEFINITIE VAN SOCIALE PSYCHOLOGIE
Sociale psychologie
= de wetenschappelijke studie naar de wijze waarop gedachten, gevoelens,
motivaties en gedragingen van mensen beïnvloed worden door de aanwezigheid van
anderen en hoe wij zelf een invloed uitoefenen op hoe andere personen denken,
voelen en zich gedragen.
Wetenschappelijke studie
= systematisch onderzoeken om pakketjes kennis te creëren en door te geven
zodat iedereen ermee kan voortdoen
≠ idiosyncratisch: kennis puur bij uzelf en niet transfereren
▪ Sociaal psychologen hanteren vaak experimenten
= een vorm van onderzoek waarbij de onderzoeker de controle heeft
over de gebeurtenissen en deelnemers volkomen toevallig aan
condities worden toegewezen
- Gedachten, gevoelens, motivaties en gedragingen
▪ Hoe individu sociale wereld waarneemt, begrijpt en interpreteert
▪ Sociale psychologie bestudeert de subjectieve interpretatie van de
objectieve eigenschappen van de wereld
Aanwezigheid van anderen
= wat sociale psychologie ‘sociaal’ maakt
▪ Invloed van anderen op ons individueel functioneren
▪ Invloed van ons op sociale relaties
1
,2.2 DE KRACHT VAN DE SITUATIE
Wij laten ons op continue wijze beïnvloeden door onze sociale omgeving
- maw.: anderen hebben voortdurend een invloed op ons
A. BEÏNVLOEDING DOOR ANDEREN
Presidential race: Reagan versus Mondale
- Reagan maakt een grapje tijdens het debat
- Publiek dat aanwezig is bij het debat lacht ermee
- Welk effect heeft dat grapje op de beoordeling van Reagan door het volk?
(grafiek)
- Conclusie:
▪ De reactie van het publiek, aanwezig bij het debat, heeft de
beoordeling van Reagan door de kijker thuis beïnvloed; het grapje zelf
heeft eigenlijk geen invloed gehad
▪ Het publiek moet dus eigenlijk stil zijn tijdens zo een debat, omdat ze
anders de kijkers thuis zullen beïnvloeden
B. STUDIE: BENNINGTON COLLEGE (NEWCOMB)
Centrale vraag: Bevordert de participatie aan hoger onderwijs politieke
progressievere houdingen?
- Studentes uit Bennington College kwamen doorgaans uit conservatieve
gezinnen
- College ademde echter de liberale/progressieve sfeer uit
- Hoe langer de meisjes op die school zaten, hoe progressiever ze werden
- RESULTAAT:
▪ 50 jaar later waren diezelfde vrouwen nog altijd progressief
2
,2.3 DISCIPLINES VERWANT AAN SOCIALE PSYCHOLOGIE
Sociologie
= studie van de groepsfactoren
- bv. nationaliteit, etnische achtergrond, sociaal economische status
- Meer en meer worden sociale psychologie en sociologie gecombineerd
▪ Multilevel-analyses: de effecten van de variabelen op groepsniveau en
individueel niveau worden in één analyse nagegaan
Persoonlijkheidspsychologie
= Studie van structuur en effecten van stabiele en cross-situationele eigenschappen
van individuen
- Cross-situationele eigenschappen
= constanten verspreid over verschillende contexten
▪ Bv. vijandigheid: iemand is zo achter het stuur, dus ook in de les en in
het uitgaan
- Sociaal psychologie en persoonlijkheidspsychologie hebben elkaar weer
gevonden
▪ Interactionisme: stroming die nadruk legt op feit dat er een
dynamische wisselwerking is tussen individuele verschillen en de
situatie. Waarbij uitingen van individuele verschillen afhankelijk zijn
van de situatie.
A. EFFECT VAN DE GROEP >> SOCIOLOGIE
Jongens: 3 in elke situatie
Meisjes: 9 in elke situatie
Conclusie: lawaai is afhankelijk van de groep
3
, B. EFFECT VAN CONDITIE >> SOCIALE PSYCHOLOGIE
Jongens en meisjes maken in dezelfde situatie evenveel lawaai
Conclusie: lawaai is afhankelijk van context
C. EFFECT VAN PERSOONLIJKHEID
Bepaalde personen, ongeacht geslacht, maken meer lawaai dan anderen
Conclusie: lawaai hangt af van persoon tot persoon
D. REALITEIT
Conclusie: elke discipline legt elementen bloot van de realiteit (context,
persoonlijkheid,…)
4