Kennistoets 2.2
,Inhoudsopgave
Formules.................................................................................................................................................2
NK 1.1 – Mechanica Beginselen..............................................................................................................3
NK 1.2 Biomechanica..............................................................................................................................5
NK 1.3 Mechanica...................................................................................................................................7
NK 2.1 - Elektriciteit..............................................................................................................................11
NK 2.2 - Meten en meetnauwkeurigheid..............................................................................................14
1
, Formules
Wetten van Newton
1. Kracht (F -> N) = Massa (m -> Kg) x versnelling (a -> m/s 2)
Kracht (F -> N) = Massa (m -> Kg) x verticale valversnelling (g -> m/s 2 = 9,81m/s2)
2. Massa is traag
3. Actie = - reactie
Moment (M -> Nm) = Kracht (F -> N) x Arm (d -> m)
Massa(m)
Dichtheid () =
Volume(V )
Volume Kubus (V) = Lengte (l) x breedte (b) x hoogte (h) = Oppervlak (A) x hoogte (h)
Oppervlak cirkel (A) = x radius (r)2
o ±3
Inertia is de mate van weerstand die een lichaam biedt om te bewegen
o Inertia (I) = Massa (m) x Radius (r) 2
1 Ampère = 1 Coulomb per seconde
1 Volt = 1 Joule per Coulomb
1 Watt = 1 joule per seconde
Lengte( L)
Weerstand (R) = soortelijke weerstand () x
Oppervlak ( A)
Stroom (I) = Spanning (U) x Weerstand (R)
Vermogen (P) = voltage (V) x ampère (I)
1 1 1
Parralel Schakeling: = + +…
Rt R 1 R 2
Serie Schakeling: 𝑅𝑡 = 𝑅1 + 𝑅2 + …
Grootheid Symbool Eenheid Symbool
Weerstand R Ohm Ω
Spanning U Volt V
Spanning U Joule per Coulomb J/C
Stroom I Ampère A
Stroomsterkte I Coulomb per seconde C/s
Elektrisch vermogen Pel Watt W of J/s
Lading Q Coulomb C
Energie E Joule J
2