werken
Naam:
Module:
Opleiding:
Docent:
Datum:
1
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1. Casuïstiek.................................................................................................................................. 3
Hoofdstuk 2. Het opstellen van doelen........................................................................................................... 4
2.1 Fase verkennen...............................................................................................................................................4
2.1.1 Eerste veranderwens..............................................................................................................................4
2.1.2 Tweede veranderwens...........................................................................................................................5
2.1.3 Conclusie, is T. startklaar?......................................................................................................................5
2.2 Fase kiezen.....................................................................................................................................................6
Hoofdstuk 3. Systematisch werken aan participatiedoelen.............................................................................7
3.1 Fase verkrijgen...............................................................................................................................................7
3.1.1 Beschrijving van het traject....................................................................................................................7
3.1.2 Kritische evaluatie op basis van resultaat en proces..............................................................................8
Hoofdstuk 4. Empowerment........................................................................................................................ 10
4.1 Grenzen van de mogelijkheden....................................................................................................................11
Hoofdstuk 5. Ondersteunen in gedragsverandering......................................................................................13
5.1 Vier processen van motiverende gespreksvoering.......................................................................................13
5.2 ORBS.............................................................................................................................................................14
Hoofdstuk 6. Reflectie volgens Korthagen.................................................................................................... 16
Literatuurlijst............................................................................................................................................... 18
Bijlage I: Werkblad kiezen wens 1................................................................................................................ 19
Bijlage II: Werkblad kiezen wens 2............................................................................................................... 21
Bijlage III: Werkblad verkrijgen.................................................................................................................... 23
Bijlage IV: Feedback werkbegeleider............................................................................................................ 25
2
, Hoofdstuk 1. Casuïstiek
Ik begeleid sinds drie jaar mijn cliënt T. T. is een man van 73 jaar en heeft een
schizoaffectieve stoornis (stemmingscomponent) en een autismespectrumstoornis (ASS). Hij
woont in een beschermde woonvorm van organisatie X met een indicatie voor GGZ Wonen:
wonen met intensieve begeleiding en verzorging. T. krijgt 24-uurszorg wat aansluit op zijn
complexe zorgbehoefte.
T. heeft een lange geschiedenis van psychische problematiek en sociale isolatie. Hij vond in
zijn jeugd weinig aansluiting door zijn ASS en door zijn moeilijke gezinssituatie als gevolg
van de oorlogstijd waarin zijn vader betrokken was bij activiteiten die als “fout” werden
gezien. T. werd gepest, had geen vrienden en kampte met depressie en angstklachten. Er zijn
meerdere pogingen gedaan om een goede werkplek voor hem te vinden, zoals in het
familiebedrijf en de militaire dienst, maar die liepen op niets uit. Het zorgde voor
zelfverwonding, verslaving en uiteindelijk langdurige psychiatrische opnames vanaf 1986.
Het leven van T. is gekenmerkt door gevoelens van zinloosheid en het ervaren van
persoonlijke mislukkingen.
De afgelopen jaren laat T. herhaaldelijk merken dat hij een wens heeft tot levensbeëindiging.
Er werd in 2017 een euthanasietraject opgestart, maar dit is door de huisarts beëindigd
vanwege ambivalente signalen van T. zelf. De euthanasiewens blijft aanwezig, maar T. durft
zelf niet de laatste stap te zetten. De begeleiding focust nu op het stimuleren van zingeving en
het ondersteunen van zijn psychische en lichamelijke gezondheid. Daarbij wordt T als cliënt
centraal gezet (Den Hollander & Wilken, 2015).
T. heeft veel moeite met het ervaren van levenskracht en geeft vaak aan dat hij gefaald heeft
in zijn leven. Tijdens sombere momenten kan hij terugvallen in de depressieve gedachten
waarin hij zijn wens tot de dood uitspreekt. Aan de andere kant heeft hij een sterke behoefte
aan gesprek en verbinding. We hebben samen wekelijkse gesprekken en hierin bespreken we
actuele onderwerpen, zijn ideeën en uitvindingen op natuurkundig gebied. Ik heb hem eerder
gestimuleerd om externe contacten te leggen (bijvoorbeeld met universiteiten), maar T. heeft
aangegeven dat dit door zijn leeftijd en gezondheid niet haalbaar is. Ik werk daarom met hem
digitaal: we zoeken informatie op, kijken filmpjes over natuurkundige onderwerpen en ik help
hem om zijn ideeën op te schrijven.
Het is in de begeleiding van T. belangrijk om geduldig aan te sluiten op zijn tempo en
mogelijkheden. Ik pas daarom de presentiebenadering toe, zoals beschreven door Baart (2011)
en ik gebruik motiverende gespreksvoering en steunend relationeel handelen (SRH) om meer
ruimte te geven aan zijn zingeving en geloofsovertuiging. Deze manier van werken geeft T.
houvast en structuur. We maken vaste afspraken en hebben een open gesprekshouding. Hij
voelt zich daardoor meer gezien en gesteund.
3