Aantekeningen week 2
Het object van het staatsrecht à de staat
Staatsrecht à het recht dat ziet op het functioneren van de (instelling van de) staat.
- Bevat regels over bevoegdheden van de staatsorganen en -instellingen
à de Koning, ministers, regering en Staten-Generaal
- Bevat normen die de macht van de staat regelen (bijvoorbeeld grondrechten)
- Bestaat de organisatie en werkwijze van zowel de centrale organen van de staat als
de decentrale of andere sub nationale entiteiten.
Organen op niveau van provincies en gemeentes
Waar is het staatsrecht te vinden?
- In de Grondwet
- In andere nationale wetgeving (kieswet, wet op de raad van Staten)
- In Verdragen
- Jurisprudentie
- Gewoonterecht
Wat is een staat?
Kenmerken:
- Sprake van een territorium (grondgebied)
- Met daarop een gemeenschap mensen
- Waarover gezag wordt uitgeoefend
- Door een organisatie (overheid)
Staten zijn soeverein
Soevereiniteit à het recht van een bestuursorgaan om het hoogste gezag uit te oefenen
zonder dat verantwoording is verschuldigd aan een ander orgaan.
- Interne soevereiniteit
o Nationaalrechtelijk
o Gebaseerd op de wil van het volk.
§ De bron van het gezag.
- Externe soevereiniteit
o Internationaalrechtelijk
o Erkenning van de andere staten.
§ Andere staten erkennen dat het gezag in een staat ligt bij de overheid
van die staat.