, Casus 1: Sonja de Bruin.
Hoorcollege Casus 1: Sonja de Bruin – Zelfmanagement.
Tijdens de Les:
Leerdoelen:
• De student is bekend met het begrip shared decision making.
- Shared decision making = bij gezamenlijke besluitvorming gaat het om uitwisseling
van informatie en ideeën tussen de zorgvrager en de zorgverlener en om
daadwerkelijke samenwerking in de besluitvorming zelf.
- Modellen van besluitvorming:
▪ Paternalistische besluitvorming = arts zegt wat de patiënt moet doen.
▪ “Informed consent” = arts informeert patiënt en vraag toestemming.
▪ Gezamenlijke besluitvorming = arts informeert patiënt deelt zorgen en geeft
preferenties en samen wordt de behandeling bepaald.
▪ Geïnformeerde besluitvorming = arts informeert patiënt en patiënt neemt
alleen beslissing.
• De student is bekend met het begrip zelfmanagement.
- Zelfmanagement = de mogelijkheid van het individu om de symptomen,
behandeling, fysieke en psychosociale consequenties, en de veranderingen in
levensstijl die inherent zijn aan het leven met een chronische aandoening, te
managen. Eigen regie over het leven.
- Aandachtsgebieden van zelfmanagement → leven met ziekte, eigen aandeel in de
zorg en organiseren zorg- en hulpbronnen.
- 5A-model voor zorgverleners bij zelfmanagement → Achterhalen, Adviseren,
Afspreken, Assisteren en Arrangeren.
- Interventies liggen op gebied van → educatie, kennisoverdracht,
gedragsverandering, psychosociale vaardigheden.
- Zelfmanagementondersteuning – Zorgvrager reageert op elke verandering door:
▪ Openstaan = eraan toe zijn, bereid zijn om na te denken en ik gesprek te
gaan over wat leven met de ziekte vraagt;
▪ Begrijpen = weten wat er aan de hand is, wat eraan te doen valt en wat hij
zelf kan doen;
▪ Willen = afwegingen maken tussen mogelijkheden en tot een besluit komen
(intentie) om zelf aan de slag te gaan;
▪ Kunnen = hulpmiddelen en technieken leren hanteren, vaardigheden
beheersen;
▪ Doen = zelf in actie komen en de voorgenomen veranderingen doorvoeren;
▪ Blijven doen = volhouden, successen vieren, leren wat nog beter kan,
opnieuw beginnen als het niet is gelukt.
- Voordelen zelfmanagement:
▪ Vergroten van motivatie.
▪ Goed voor eigen herstel en geest om zelf beslissingen te kunnen maken.
,Overige lesstof:
• Zelfredzaamheid = iemands vermogen om zelfstandig te functioneren met zo min mogelijk
professionele ondersteuning en zorg. Bijvoorbeeld tijdens het uitvoeren van alledaagse,
praktische handelingen zoals aankleden, stofzuigen en koken. Zelfredzaamheid en eigen
regie dragen bij aan de levenskwaliteit, omdat cliënten hierdoor kunnen leven op een
manier die bij hen past.
- https://app.zelfredzaamheidsradar.nl/?_gl=1*qizeya*_ga*MjY4MjU1NTQ1LjE2OTk4
NjMzNjM.*_ga_Y0HZJHBY3R*MTY5OTg2MzM2My4xLjAuMTY5OTg2MzM2My4wLjA
uMA..#
- Zelfredzaamheid bevorderen:
▪ Cliënt zelf naar de huisarts laten bellen;
▪ Cliënt zelf vragen laten stellen aan de arts (tijdens
ziekenhuisopname);
▪ Cliënt wondmaterialen zelf laten bestellen;
▪ Cliënt uitleg geven over wondzorg en het de cliënt zelf
laten doen;
▪ Cliënt veel motiveren en complimenteren.
, CGO casus 1: Sonja de Bruin:
Leerdoelen:
• De student kan globaal de ontwikkeling van de verpleegkundige professionaliteit benoemen.
- Wijkverpleging is verpleging en verzorging in de eigen omgeving. Deze zorg kan
nodig zijn vanwege bijvoorbeeld ziekte of een lichamelijke beperking. Voor
wijkverpleging is geen verwijzing van de huisarts nodig. Een verzekerde kan zelf
contact opnemen met een zorgaanbieder op het moment dat dat nodig is.
• De student kan de inhoud van de rollen en verantwoordelijkheden van de
(wijk)verpleegkundige van de 21ste eeuw benoemen.
- De rollen zijn:
▪ Organisatie → het ontwikkelen van competenties over de wijze waarop zorg
wordt georganiseerd.
▪ Professionaliteit & kwaliteit → het ontwikkelen van competenties op het
gebied van de professionele standaard en kwaliteitsborging.
▪ Communicatie → het ontwikkelen van competenties op het gebied van
communicatie met patiënten, cliënten of bewoners.
▪ Samenwerking → het ontwikkelen van competenties op het gebied van
samenwerking met patiënten, cliënten of bewoners, zorgverleners en
zorginstellingen.
▪ Kennis & wetenschap → het ontwikkelen van competenties om te kunnen
reflecteren op deskundigheid en de onderbouwing van het handelen.
▪ Maatschappelijk handelen → het ontwikkelen van competenties op het
gebied van de maatschappelijke context en het bevorderen van gezondheid.
- De wijkverpleegkundige is als generalistische zorgprofessional een cruciale speler in
de eerstelijns gezondheidszorg. Gericht op het bevorderen van gezondheid en eigen
regie van mensen, en het omgaan met de uitdagingen van het leven, verbindt de
wijkverpleegkundige zorg met zowel het medische als het sociale domein.
• De student kan benoemen welke niveaus binnen de verpleegkunde bestaan en wat de
verschillen zijn.
- Niveau 1 → gaat over zorghulp, daar ondersteun je zorgbehoevenden in de
huishoudelijke taken en voert licht verzorgende taken uit.
- Niveau 2 → helpende zorg en welzijn je mag onder andere cliënten persoonlijk
verzorgen, ondersteunen en activiteiten organiseren.
- Niveau 3 → verzorgende, je richt je dan op een brede diversiteit aan doelgroepen en
je verleent niet alleen basiszorg, maar je voert ook verpleegkundige handelingen uit.
- Niveau 4 → verleent complexe zorg aan cliënten en begeleidt hen in het dagelijkse
leven, op zelfstandige basis stel je een verpleegplan samen en kijk je naar welke zorg
iemand nodig heeft.
- Niveau 5 → je krijgt veel verantwoordelijkheden en je moet veel taken zelfstandig
uitvoeren. Je verzorgt, verpleegt mensen met een handicap, chronische ziekte,
psychiatrische problemen of met een verslaving. Daarnaast denk je organisatorisch
mee om de kwaliteit van de zorg te verbeteren.
• De student kan de begrippen zelfmanagement en shared decision making uitleggen.
- Zelfmanagement → de mogelijkheid van het individu om de symptomen,
behandeling, fysieke en psychosociale consequenties, en de veranderingen in
levensstijl die inherent zijn aan het leven met een chronische aandoening, te
managen. Eigen regie over het leven.
- Shared decision making → bij gezamenlijke besluitvorming gaat het om uitwisseling
van informatie en ideeën tussen de zorgvrager en de zorgverlener en om
daadwerkelijke samenwerking in de besluitvorming zelf (er wordt een beslissing
gemaakt met zorgverlener, zorgvrager – af en toe ook met verzorger/